Verkeerde of slechte verlichting heb je (helaas) in allerlei soorten en maten. Een kapot dimlicht, ten onrechte stadslicht of helemaal geen licht voeren komt waarschijnlijk het meeste voor, maar onjuist achteraf gemonteerde xenonverlichting, een koplamp die naar de vogelnesten schijnt of per ongeluk met grootlicht rijden kan net zo hinderlijk zijn. Na een dag met veel mist rijden sommige automobilisten nog met hun mistachterlicht aan, terwijl die de dag ervoor misschien ook al niet ingeschakeld mocht zijn. De regels omtrent het voeren van het mistachterlicht is namelijk heel strikt: dat mag alleen wanneer het zicht minder dan 50 meter bedraagt. Natuurlijk zijn we allemaal wel eens vergeetachtig, maar dat oranje controlelampje op het dashboard moet toch opvallen.
Met een beetje oplettendheid van de bestuurder - en dat moet je hebben om veilig de weg op te zijn - is het probleem voor een groot deel op te lossen. Wanneer je voor het verkeerslicht achter een andere auto staat kun je immers zo zien of er een lamp defect is of verkeerd schijnt. En neem een seintje van een ander krijgen of geven ook serieus; daar zal geen agent op gaan bekeuren. De achterlichten kun je controleren bij thuiskomst, net als de kentekenverlichting die de politie graag ziet branden.
Waarom je zo kunt hameren op goede verlichting, zoals de Nederlandse overheid al jaren doet met 'Goed licht, beter zicht'?. Veel ongevallen vinden plaats als er geen daglicht meer is. Zeker in de wintermaanden heb je dat nogal snel, denk aan de avondspits. Niet in de laatste plaats zijn de boetes voor onjuiste of geen verlichting nogal pittig. Daar kun je heel wat lampensetjes voor kopen, en vervangen. Het klinkt als een open deur, maar is dat blijkbaar nog niet. Dat zien we ook terug in de APK-resultaten in Nederland. Bij één op de vier afgekeurde auto's is er sprake van afkeur wegens onjuiste verlichting.