Als reden voor het niet doorgaan wordt nu wel voor het gemak ‘de crisis’ aangewezen, maar we hebben wel eerder meegemaakt dat de autoverkopen fors instortten en dat er tóch een AutoRAI werd gehouden. Twee edities geleden, die van 2009, was het ook kantje boord of het feest was niet doorgegaan en om heel eerlijk te zijn werd de wél doorgevoerde AutoRAI in dat jaar helemaal geen feest, met die treurige zeecontainers als kantoortjes/ontvangstruimten voor de diverse merken en die ook totaal fout gebleken indeling van de geëxposeerde auto’s naar klasse.
En wie vond de vorige aflevering, die van 2011, een vrolijk feest? Niet alleen hadden de nodige merken afgehaakt, de altijd zo geprezen enorme ruimte van het RAI-complex had twee jaar terug wel heel erg de overhand. De gangpaden hadden de breedte van de huidige A2 tussen Amsterdam en Utrecht en op de diverse stands konden de auto’s ook wel erg ruim in beeld genomen worden. Op de persdag hoorde je ook, tamelijk uniek, niemand klagen dat er collega’s – al in het geheel geen buitenlandse – in het beeld liepen.
Klagen hoorde je wel op de publieksdagen. Niet eens zozeer over het geboden tentoonstellingsmateriaal – en er waren ook zeker gewaardeerde evenementen – maar wie met z’n autominnende zoontje een dagje AutoRAI deed moest daar wel een tophypotheek op z’n woning nemen. Het knulletje wil immers wel een broodje kroket met een calorierijk flesje frisdrank en dat tikt lekker aan.
En daar komt de aap uit de mouw. De AutoRAI is doodgewoon te duur. Nee, niet zozeer voor die pa en z’n krokettenverslindend nakroost, die kan daar tenslotte twee jaar voor sparen. Nee, de automerken hebben doodgewoon de enorme bedragen niet over die de RAI voor de standruimte vraagt.
Hoeveel geld dat wel kost is altijd goeddeels onder de pet gehouden, maar een half miljoen ben je als automerk zo kwijt en de grote merken, die veel standruimte mogen, willen en eigenlijk ook moeten bezetten zijn miljoenen kwijt. Kwijt, want het is een vaststaand gegeven dat in een AutoRAI-jaar geen wiel méér wordt verkocht dan in de tussenliggende jaren.
Nu worden er volgend jaar juist mínder auto’s verkocht dan dit jaar en voor een heleboel merken is de combinatie dalende verkoop en wurgende standkosten gewoon te gortig. Ik weet niet precies welke hebben afgezegd, of gewoon niet ingeschreven, maar ik kan me zo voorstellen dat zeker de automerken wier importeurschap hier een fabrieksaangelegenheid is, als eerste de pijp aan Maarten gaven.
Vanuit een elders ter wereld gevestigd hoofdkwartier immers is de Nederlandse automarkt van onthutsend geringe betekenis. Zeker niet het vele geld waard om op een tweederangs autoshow niet meer dan blijk van aanwezigheid te geven, want qua verkopen schiet je er toch niets mee op.
Jammer voor de autoliefhebber, maar hoogst begrijpelijk. De RAI-organisatie beraadt zich nu op een andere opzet voor komende jaren. Waarom verlagen ze niet heel simpel de prijs van de standhuur? Dat geeft dan wel een deuk in de inkomsten, maar die zijn er nu helemaal niet.