Twee dingen daarover: ten eerste is een half miljoen auto’s afzetten in een land dat van de economische onzekerheden aan elkaar hangt eigenlijk een huzarenstukje. Daarbij heeft iemand ooit berekend dat de complete Nederlandse autobranche met die jaaromzet heel behoorlijk kan leven en dat daar echt niet over geklaagd mag worden. Vorig jaar was een zeer uitzonderlijk hoogtepunt, hoofdzakelijk bewerkstelligd door de fiscale premies van de overheid.
Ten tweede: op Duitsland, Luxemburg en Zwitserland na zit heel West-Europa in de min en daarbij slaan wij niet eens zo’n slecht figuur. Over het eerste kwartaal zien we de hele Europese Unie een min van 7.7% scoren (eerste kwartaal bij ons -7.5%), met pijnlijke uitschieters als bijvoorbeeld Portugal met minus 48.4%. Spanje steekt daar met min 1.7% merkwaardig positie bij af, maar in Frankrijk en Italië gaat het er met -21% bedroevend aan toe. Griekenland doet min 32%. De plussen komen in Europa allemaal uit het oosten – én het vermaledijde IJsland waar een plus van 101.1 procent werd genoteerd. Maar daar was de verkoop in 2010 dat ook praktisch nihil.
Dus op het bescheiden plusje in Duitsland (1.3%) na, dus een en al droefheid in ons Europa – behalve dan op de hoofdkantoren van vooral de Duitse autoconcerns. Want daar hangt de vlag uit vanwege recordomzetten. Porsche scoort weer eens het hoogst, met een omzetstijging over het eerste kwartaal van liefst 32,4 procent, dankzij de Panamera en natuurlijk de nieuwe 911. Maar bij BMW (plus 19%), VAG (plus 10) en Mercedes-Benz (plus 4.9) mogen ze toch echt ook niet mopperen. En we zien dat Renault en Peugeot-Citroën ook bijna 6 procent plussen (in een gedaalde eigen markt) en Volvo zelfs 20 procent groeide. Dus van de Europeanen groeide eigenlijk alleen Fiat niet, maar boekte dankzij het weer totaal herleefde Chrysler als geheel toch winst.
En daar komen terecht waar vooral die Duitse merken hun winsten boekten: de VS en China (plus de voormalige Oostbloklanden). Niet verwonderlijk dat de autotentoonstelling van Peking momenteel de belangrijkste ter wereld is, terwijl ook die van New York en Los Angeles aan prestige winnen, overigens ten koste van Detroit. En de Duitsers doen het daar echt goed: zowel Mercedes als BMW hebben er Lexus al ingehaald.
Maar is er een groot verschil tussen de markten in Amerika en China. Die in de VS groeit namelijk weer, van vorig jaar 12.8 miljoen nieuwe auto’s naar 13.9 miljoen dit jaar, volgens de analisten. In China daarentegen, vorig jaar met 14.5 miljoen verkopen de allergrootste markt, staat de rem er op. Voorspeld was dat er dit jaar een plus van 9.5% zou komen, maar het eerste kwartaal is er een min van 8.1% genoteerd, waar de VS over die periode een plus van 19.5% te zien gaf.
Nu verkeert de totale markt in China in een dipje (-1.3%), maar de -8.1 van de autoverkopen steekt daar toch wel erg negatief bij af – terwijl de import blijft stijgen. Het zijn dus vooral de eigen Chinese merken die de klappen krijgen, volgens de insiders doordat ook in eigen land hun matige kwaliteit niet gepikt wordt. Vandaar de immense druk die door de Chinese overheid wordt uitgeoefend op de importmerken om hun technologie ter beschikking te stellen van de lokale fabrieken. Via joint-ventures. Dat nog wel.