Zeker, in de uitlaatwalm van diesels – en alle andere verbrandingsmotoren – komen fijne stofdeeltjes voor die kankerverwekkende stoffen kunnen bevatten. Het gaat dan deels over carcinogene aldehyden, maar ook over de zogeheten PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) die het gevolg zijn van onvolledige verbranding (en ook door barbecues worden opgehoest).
Wat de aldehyden betreft doen diesels het slechter dan benzinemotoren, maar om concentraties binnen te krijgen die werkelijk schadelijke gevolgen kunnen hebben moet je wel erg midden in de dieselrook staan – en heel lang, of vaak. In ieder geval veel vaker of langer dan de gemiddelde mens dat doet, zeker als die niet onmiddellijk langs een verkeersader woont of werkt. Wat dat betreft hebben stedelingen het al moeilijker dan plattelandsbewoners.
Vormen de met het akelige Germanisme ‘fijnstof’ aangeduide partikels een niet te ontkennen bedreiging, aangezien (zoals RTL Nieuws tenenkrommend wist te melden) autofabrikanten aan schonere diesels (en andere motoren) werken valt dat aardig mee. Natuurlijk is de hele industrie al tijden bezig motoren schoner en vooral beter renderend te maken en zeker op dieselgebied is daar een gigantische vooruitgang geboekt. Met roetfilters en andere technieken zijn die akelige deeltjes voor een zeer groot deel niet meer in de ‘uitstoot’ aanwezig. En die filters en dergelijke worden in enorm tempo verbeterd.
Ongezonder nog dat het ‘fijnstof’ is het ‘ultrafijnstof’, dat zich niet alleen moeilijker laat filteren, maar door zijn minimale afmetingen veel makkelijke door de dampkring verbreidt. Die partikels zijn ook zo klein, dat ze via de longen rechtstreeks in het bloed komen en daar nog goeddeels onbekende schade kunnen aanrichten. Maar ook hier geldt weer: het opdoen van de ongezonde concentraties is niet voor iedereen weggelegd.
Opmerkelijk bij deze hype was dat vooral de diesel in het beklaagdenbankje werd gezet. Vooral in onze grote steden mogen vuile (en dus uitstervende) dieselvrachtauto’s allang de milieuzones niet meer in, maar hebben tweetaktbrommers en -scooters vrije toegang. En die motorvoertuigen stinken niet alleen (daar heb je geen ingewikkelde metingen voor nodig) ze vervuilen met hun deels onverbrande mengsmering enorm. Dat zijn die kwalijke PAK’s. Kwestie van de verkeerde de Zwarte Piet toespelen.
Nu zijn de volumes van de uitlaatgassen van de kleine motortjes natuurlijk geringer van die van een enorme truck, maar niettemin vervuilt zo’n brommertje of scootertje even ernstig – of ernstiger. Gemiddeld zelfs tweemaal zoveel als een moderne personenauto. En de populariteit van scooters, die ook al om andere redenen het welzijn van de mens bedreigen, stijgt enorm.
Het zou dus, mede in dat licht, wenselijk zijn tweetakts actief te weren en viertakts – en vooral elektrische tractie – veel actiever te stimuleren.