Het ontwaken van de minister wat autonome auto’s betreft komt een beetje laat, want al begin november vorig jaar dienden Kamerleden Ton Elias (VVD) en Attje Kuiken (PvdA) een motie in waarin de regering werd opgeroepen ‘om in samenwerking met de sector naar concrete mogelijkheden te zoeken voor grootschalige tests (indien mogelijk ook op de openbare weg) met voertuigen zonder bestuurder’, dit in de overweging ‘dat Nederland op het gebied van mobiliteitsinnovatie bij de koplopers in de wereld moet willen horen’.
Geen automobielindustrie
Waarom precies zo’n pioniersrol moet worden weggelegd voor ons landje, dat immers geen automobielindustrie van betekenis heeft, blijft zowel in die motie als in de brief van de minister onduidelijk.
In februari hebben we al eens een bespiegeling aan dit onderwerp gewijd, met als conclusie dat hoe ver techniek en wetenschap ook zijn op dit gebied, de wetgeving (nationaal én internationaal) schromelijk achterblijft. Ook de voorlichters van I en M (het vroegere Verkeer en Waterstaat) konden niet anders dan concluderen dat er momenteel geen wettelijke belemmering is om een autonoom rijdende auto de straat op te sturen.
Zelfs zonder bestuurder aan boord, want over het begrip ‘bestuurder’ wordt in onze wetgeving niet gerept. Ik bedoel: een bestuurder moet wel aan een aantal voorwaarden en regels voldoen, maar nergens staat dat er een bestuurder in een auto moet zitten.
Ontheffing, maar waarván?
Nu wordt er in de kamerbrief van heden letterlijk gesteld: “Om (testen met) zelfrijdende auto’s op de openbare weg juridisch mogelijk te maken wordt de bestaande AMvB voor ontheffingverlening door de RDW aangepast.” Maar waarvóór die ontheffing dan precies moet worden verleend is niet duidelijk – en dat wist Voorlichting ook niet, (AMvB staat voor Algemene Maatregel van Bestuur).
De Rijksdienst voor het Wegverkeer kan – en moet – een bepaalde auto goedkeuren voor deelname aan het verkeer, maar als ik daarin een zelfsturend systeem monteer vervalt die goedkeuring niet. En of ik hem de weg op stuur zonder bestuurder, heeft niets met de goedkeuring van de auto op zichzelf te maken.
Hoe dan ook: woensdag zal de voorlichting van I en M me terugbellen en dan vervolgen we deze spannende reeks. Voorlopig valt in ieder geval toe te juichen dat de minister, c.q. het ministerie, de zelfsturende auto heeft ontdekt en die zelfs wil propageren. Dat invoering in de praktijk nog wel enkele decennia zal duren mag de pret allerminst drukken. Nederland wil voorop lopen – hoe dan ook.