Begin mei zal Marchionne – die we zo langzamerhand wel ‘geniaal’ mogen noemen – zijn precieze plannen met Alfa onthullen, wanneer hij in Detroit de strategie van Fiat Chrysler Automobiles (onlangs ontstaan toen de fusie tussen Fiat en Chrysler compleet werd) uit de doeken doet. Inmiddels is zoveel duidelijk, dat Marchionne van Alfa een luxemerk wil maken dat zich tot Fiat verhoudt als bijvoorbeeld Audi tot Volkswagen en Lexus tot Toyota. In die opzet is geen plaats meer voor de huidige MiTo en Giulietta.

Een van de instrumenten voor de wederopstanding van Alfa is een substantiële herintroductie op de weer opgebloeide Amerikaanse markt, waar het merk via de Jeep-dealers aan de man zal worden gebracht. De introductie van het ‘nieuwe Alfa’ in de VS begint al deze maand, op 18 april om precies te zijn, wanneer de hoogst aantrekkelijke sportauto 4C zijn Amerikaanse debuut maakt op de autoshow van New York. En als de 4C inderdaad een voorproefje is van wat Alfa verder in petto heeft, dan is dat hoogst bemoedigend: een dagje rijden met dit verrukkelijke ding leerde me dat de Alfa-ingenieurs weer in staat blijken een auto precies zo te maken als de bedoeling is.

Zes nieuwe
Volgens insiders zitten er niet minder dan zes geheel nieuwe Alfa’s in de pijplijn, waaronder twee SUV’s, en moeten die de komende vijf jaar hun opwachting maken, te beginnen in 2016. Ze zullen achterwielaandrijving krijgen, zoals dat auto’s in het ‘premium’ segment betaamt, en de topversies worden voorzien van zescilinders die met behulp van Ferrari worden ontwikkeld – in hetzelfde project waar ook Maserati motortechnisch van profiteert.

Tijdens deze periode van vijf jaar, zo wil Marchionne volgens dezelfde insiders, moet Alfa Romeo zijn jaarproductie van de huidige 74.000 stuks opvoeren naar 300.000. Om die af te zetten zullen ook de 1.700 Jeep-dealers buiten de VS een cruciale rol spelen. Marchionne namelijk kijkt met een scheef oog naar premium-merken als BMW en Mercedes-Benz die de afgelopen jaren recordomzetten en -winsten boekten door het weer opleven van de Amerikaanse en de explosieve groei van de Chinese markt – met andere markten wereldwijd in hun kielzog. Met al die Jeep-dealers in de VS en daarbuiten krijgt Alfa Romeo een distributienetwerk dat beter opgewassen is tegen bijvoorbeeld de 3.200 verkooppunten die BMW wereldwijd heeft. En Alfa en Jeep in één showroom bijten elkaar niet.

Overcapaciteit
Voor de productie van deze voor Alfa Romeo ongekende aantallen ziet Marchionne een duidelijke taak weggelegd voor de fabrieken van Fiat in Italië, waar juist de onbenutte overcapaciteit momenteel het grootste probleem vormt – en de hoofdmoot was van het verlies van 520 miljoen euro dat Fiat vorig jaar in Europa boekte. Zo snijdt Marchionne’s mes aan twee kanten. Analisten verwachten overigens dat Alfa het productie- en verkoopdoel van 300.000 auto’s binnen de genoemde vijf jaar niet zal halen en mikken eerder op zo’n 250.000 stuks. Maar ook dat betekent nog een enorme ommezwaai, waar Marchionne buitengewoon trots op zou kunnen zijn.

De motoren voor de nieuwe premium-Alfa’s, waarvan de eerste de aloude naam Giulia zal dragen, zullen waarschijnlijk in de deels door leegloop geteisterde fabrieken te Pratola Serra en Termoli in Zuid-Italië worden gebouwd. Tijdens de onthulling van die heerlijke 4C Spider, begin vorige maand op de autosalon van Genève, benadrukte Marchionne nog eens dat ‘Alfa Romeo’s in Italië gebouwd horen te worden, met een Italiaanse krachtbron’. “Sommige dingen horen bij een bepaalde plek en Alfa hoort bij Italië.”

Géén roadster van Alfa?
Die opmerking geeft grond aan de verwachting dat de samen met – maar hoofdzakelijk door – Mazda ontwikkelde roadster, de opvolger van de MX-5, niet onder de merknaam Alfa Romeo aan de man zal worden gebracht. “De keuze voor welk merk zal te zijner tijd worden gemaakt en ik geloof niet dat er een onherroepelijke verplichting is om het Alfa te laten worden. Misschien wel, maar misschien ook niet. Waar het om gaat is dat het project industrieel op schema ligt”.

De nieuwe roadster zal in Hiroshima worden gebouwd, maar voor de Italiaanse versie in ieder geval een Italiaanse motor krijgen. Wordt het geen Alfa, dan wordt het een Fiat, met hoogstwaarschijnlijk ook een Abarth-versie.

Als Marchionne’s plannen slagen – en tot nu toe déden ze dat bij Fiat, maar ook geniën kunnen zich vergissen – dan is de toekomst voor Alfa Romeo rooskleurig en krijgt een roemrucht merk de status die het verdient. Rondom Lancia blijft het doodstil.