Lexus bedient de zakelijke rijders optimaal, want het luxemerk van Toyota streeft er naar alleen nog hybrides te gaan leveren – op hun sportmodellen na, dan. Zo ver is het nog niet, maar ze zijn aardig op streek. In het segment van wat bij de overheersende Duitse topmerken ‘limousines’ heten, heeft Lexus twee ijzersterke wapens in het vuur: absolute topper GS 450h en de iets lichter gemotoriseerde GS 300h. Allebei hybrides en allebei ook automobielen die absoluut recht hebben op die weidse soortnaam.
Van die twee is de 300h voor velen de aantrekkelijkste, want waar de 3,5-liter zescilinder van 293 pk de 450h meedogenloos in het kamp van de volle 25% bijtelling duwt (samen met de elektromotor komt deze topper tot 345 pk), verwent de 300h zijn berijder met het fiscale cadeautje van 20% – en op een prijskaartje waar minimaal € 46.390 op staat telt dat lekker mee.
F Sport Line
Nu kiest het overgrote merendeel van de 300h-rijders niet voor de basis-uitvoering, al is die bepaald niet karig uitgerust. Volgens Lexus zelf neemt maar zes procent het ‘instappertje’ en laat de rest zich extra verwennen in een Business Line Pro (38%), een Luxury Line (32%) een F Sport Line (10%) of zelfs de meer dan uitbundig van luxe en comfort voorziene President Line (10%). Voor een nadere inspectie van de GS 300h kregen wij een F Sport Line te leen.
Die overtreft de, zoals al gezegd, bepaald niet armpjes uitgeruste basisuitvoering met een enorme lijst aan gadgets en andere blijmakers. Een groot deel daarvan is puur cosmetisch, zoals afwijkende bumpers, sportievere grille en dorpellijsten en andere zaken die het uiterlijk echt wel wat vlotter maken. Serieuzer, maar ook allemaal onder het sport-etiket vallend, zijn de leren bekleding met stoelverwarming en -ventilatie, de aluminium pedalen en voetsteun en ook wel het verwarmbare stuurwiel met geperforeerd leer.
Dat laatste zou perfect zijn, ware het niet dat er een overdaad aan knopjes op en aan zit, een euvel waar de hele Lexus trouwens enigszins onder gebukt staat. Écht een Japanse hobby, nog steeds, die enorme speeltuin van knopjes en schakelaars, die bovendien vooral op plekken zitten waar je ze niet verwacht. Wat dat betreft zouden ze maar eens een ergonoom bij BMW weg moeten troggelen.
Knoppendoolhof
Maar als je zo’n GS bezit – of eerder: zakelijk mag berijden – dan leer je de weg wel in dat knoppendoolhof, waarvan je het grootste gedeelte toch nooit of nauwelijks gebruikt. De echt belangrijke bedieningsorganen zitten wel op de juiste plekken en verdienen in het dagelijks gebruik alle lof. Daar is namelijk wel degelijk over nagedacht. Zo is de ‘muis’ waarmee je heel veel kunt bedienen, niet alleen voorzien van een polssteun zodat de bediening stabieler kan geschieden, maar ook kan worden ingesteld hoeveel kracht je er op uit dient te oefenen. In de lichtste stand vind ik dat je veel te makkelijk doorschiet met die ‘muis’.
Hij is er vooral om alle functies te bestieren die via het reusachtige centrale display beschikbaar zijn. Dat is een scherm van Cinemascope-afmetingen en buitengewoon goed afleesbaar. Het uitgebreide navigatiesysteem biedt desgewenst een volgelvlucht-perspectief waarop kenmerkende gebouwen langs de route schitterend zijn weergegeven. Jammer alleen dat het systeem in Amsterdam bijvoorbeeld idiote routes uitstippelt en dat de menu-opbouw verre van logisch is. Kijk eens naar een Apple, zou een zinvolle suggestie zijn.
Zeventien luidsprekers
Maar er is heel wat meer en lovenswaardigs in deze F Sport Line. Het fantastische Mark Levinson hifi-systeem bijvoorbeeld, met een peloton van 17 luidsprekers. Of de extra functie van het blindehoek-detectiesysteem, dat ook kruisverkeer signaleert als je bijvoorbeeld achteruit een parkeerhaven wilt verlaten. En dat niet alleen de binnenspiegel automatisch dimt, maar dat ook de twee buitenspiegels dat doen.
Het zijn maar een paar krenten uit de volle pap, waarin ook nog meer gangbare zaken als adaptieve cruise control en idem hoofdverlichting, alsmede een elektrisch bedienbaar zonnescherm voor de achterruit, plus uitbundige elektrische stoelverstelling met geheugen zitten. En, oh ja, een bescheiden achterspoiler op het kofferdeksel, dat elektrisch opent en sluit en toegang geeft tot een bagageruim van 458 liter. Overdaad, mijne dames en heren. Verwennerij.
Dat geldt ook voor de rijtechnische zaken van de GS 300h en meer speciaal de sportuitvoering. Want die heeft een, met een makkelijk draaiknop op de missenconsole, schuin achter de ‘muis’, in te stellen ‘Drive Mode Selector’ met in dit geval ook een sportstand. Die beïnvloedt de onderstelafstelling en het motormanagement, waarbij de verschillen tussen de standen terecht niet al te groot zijn. Dit is geen auto voor een keiharde circuit-afstelling en na wat spelen er mee hebben we hem maar lekker in de standaard-instelling gelaten. Dat is gewoon het beste.
Binnenstad
Vreemd eigenlijk dat er geen spaar- of eco-stand bij zit, maar normaliter zoekt de boordcomputer toch al de gunstigste werkmethode voor het hybride systeem uit. Er is wél een aparte knop (weer eentje) om de aandrijving op uitsluitend elektrisch te zetten, voor wie bijvoorbeeld in een binnenstad per se niets wil uitstoten. Dan gaat wel de airco op een laag pitje en heel lang houdt de accu het ook niet vol. Dat is allemaal goed te volgen op een kleine monitor tussen de twee hoofdklokken. Laat je het systeem z’n gang gaan dan wordt er tot een snelheid van iets boven de 60 km/h elektrisch gereden, maar je hoeft maar naar het gas te wíjzen (voor een iets vlottere acceleratie) of de 2,5-liter vierpitter springt bij. Die slaat ook vrij snel aan wanneer je bijvoorbeeld voor een stoplicht staat te wachten en de airco z’n best aan het doen is.
Ook het rijden met deze Lexus is vooral comfortabel. De 300h heeft in de sportversie niet de variabele stuuruitslag en de vierwielbesturing van topper 450h, maar echt missen doe je die niet. ’t Is toch altijd even wennen en niet iedereen is er verrukt van. Met rechttoe-rechtaan is nooit wat mis. In ieder geval is het bochtgedrag zonder enige vorm van akelige verrassingen en de stabiliteit in rechte lijn prima. Ook de remmen zijn uitstekend – en worden geassisteerd door de terugwinning van energie voor de accu’s.
Dat brengt ons bij het verbruik. Officieel is het 4,7 l/100 km en in de sportversie 5,0 l/100 km. Wij noteerden over de hele testperiode, met veel stadsgebruik 7,4 l/100 km en dat is voor een supercomfortabele voiture als deze, met een in de Sport Line gewicht van 2.335 kg(!) en heerlijke prestaties, buitengewoon netjes.
Alles bij elkaar: deze Lexus GS 300h is een en al comfort, presteert naar behoren en is toch dankzij het dure en ingewikkelde hybride systeem netjes zuinig en ‘schoon’. De vriendelijke bijtelling kan voor velen de doorslag geven. Een zakenauto in optima forma.
Schrijf een review