BMW ziet in de komst van de 1-serie Coupé vooral de wederopstanding van de 2002, waarvan de destijds als zeer sportief bekend staande tii-versie bij de presentatie dan ook nadrukkelijk naar voren werd geschoven. Het passende hedendaagse antwoord ziet BMW als de 135i Coupé, voorzien van de drieliter zescilinder twinturbo-motor met 306 pk uit de 335i.
Dat was de enige versie waarmee we de nieuwe 1-serie coupé konden uitproberen. Misschien een beetje jammer dat we de nieuwe 123d Coupé met tweeliter turbodiesel met 204 pk niet ook konden rijden, maar een uitvoerige test van deze motor hebben we voor later op het programma staan. Wij beperken ons daarom nu tot de mededeling over de andere versies van de 1-serie Coupé dat de 120d er vanaf 37.050 euro is en de 123d vanaf 43.350 euro. Over andere motoren zwijgt BMW vooralsnog, maar die komen beslist ook nog wel.
De 135i Coupé die we reden staat voor 51.150 euro in de lijst. Geen kinderachtig bedrag, maar daar krijg je wel een bommetje voor terug. Een auto die sommigen inderdaad zal doen denken aan de 2002 tii van weleer, destijds ook een bommetje, maar naar hedendaagse maatstaven een bescheiden presterende auto. De 135i Coupé is meer dan twee keer zo sterk en kan qua prestaties – 0 tot 100 in 5,3 seconden en een op 250 afgeregelde topsnelheid – ingeschaald worden als een topsporter. Hij veegt de vloer aan met een Porsche Cayman (en Boxster) en is zelfs de S-versie van die auto te snel af. En misschien moeten we de 135i Coupé daarom wel beschouwen als het betaalbare - maar nauwelijks tragere - alternatief, voor de bijna twee keer zo dure M3 Coupé.
Dat is nog niet eens zo’n idiote gedachte, want de 135i Coupé is standaard uitgerust met 18 inch wielen, een M-sportonderstel, een M-styling- en aërodynamicapakket en sportstoelen. Precies die elementen waarmee je een andere 1-serie Coupé sportief zou willen opleuken. Als we vanaf de luchthaven van Visby op het Zweedse eiland Gotland aan onze eerste kennismaking beginnen, blijft de herinnering aan de eerste rit met die achtpits M3 op de achtergrond door ons hoofd spelen.
Natuurlijk was die M3 harder geveerd, scherper, sportiever en de betere sportauto. Maar de 135i Coupé komt dichtbij. Niet op het circuit waar we de nieuwe Coupé op de Gotland Ring gedurende tien ronden aan de tand kunnen voelen. Want hoewel het leuk sturen is op dit prachtige circuit met zijn vele doordraaiende snelle bochten, is het onderstuur soms te sterk (misschien op te lossen met een maatje bredere voorbanden, want die zijn nu een stuk smaller dan de rubbers achter) en worden de remmen erg warm.
Maar met zijn soepele twin turbo zespitter – vanaf 1.300 tot 5.000 toeren is er 400 Nm paraat en de krachtbron draait moeiteloos tot 7.000 toeren – is het wel een fantastische motor die nooit tevergeefs uit zijn krachtreserves put. De 135i Coupé is op de openbare weg misschien wel de fijnere auto. Geen hitsige motor, wel ongebreidelde kracht, een voorspelbaar en erg goed weggedrag en nog opmerkelijk veel comfort aan boord.
Bovendien is de 135i Coupé niet zo’n ‘hier ben ik’-auto als de M3, die op geen enkele manier verbergt een sportmachine te zijn. De 135i Coupé doet dat wel behendig, want hij ziet er mooi bescheiden uit en is naar onze smaak de fraaiste van de 1-serie modellen. Een echte wolf in schaapskleren.
Schrijf een review