Het uitbreiden van modellengamma’s is ook aan Mini besteed. De één juicht het toe, de ander vindt het uitmelken of zelfs heiligschennis. Wij snappen wel waarom de Britten met nieuwe modellen op de proppen komen; zoveel mogelijk MINI-fans interesseren, ook als zij dachten dat een Mini niet voor hun geschikt zou zijn. Want wat nou als je als gezin voor een Mini gaat, dan is de standaard tweedeurs Coopertje toch niet heel praktisch? Moet de dealer dan die groep mensen naar huis sturen of een gewone Mini duwen?
Daarom heeft de Countryman dus bestaansrecht. De Paceman in casu is het sportieve broertje van de Countryman, die je direct kunt herkennen aan het ontbreken van de achterste twee portieren en een aflopend dak met bijbehorende kleinere achterruit. Niet te zien, maar wel te voelen is het sportonderstel dat ook voor de Paceman is weggelegd. Daarover zo meer.
Actieve rijstijl verplicht
Goed, voor wie is de Paceman dan? Simpel: voor iemand die alle gewone compacte SUV-tjes in de wind slaat en niet leuk genoeg vindt rijden. En een Countryman misschien weer te gewoontjes vindt. Een sportieve duivel met wat meer ruimte om je heen, dus. Power heeft deze Paceman genoeg, want we rijden de Cooper S variant met de bekende 184 pk sterke turbomotor uit andere huidige Mini’s. Ook al is de Paceman flink wat kilo’s zwaarder – hij weegt 1345 kilo - je kunt nog altijd de show stelen op de linkerbaan en bovendien is de 1.6 liter motor aanstekelijk; energiek en met een leuke grom. Wel eens van een ‘actieve rijstijl’ gehoord? Die ga je in de Paceman automatisch aannemen. Van bocht naar bocht. Van stoplicht naar stoplicht. En – een beetje stout- van drempel naar drempel. En dan hebben we nog niet eens de Cooper S in John Cooper Works verpakking, die er niet alleen nog sportiever uit ziet, maar ook 218 pk uit diezelfde 1,6 liter motor mag los laten. Leuk!
Het nemen van drempels is overigens in de Paceman wel ‘confronterend’. Ook een weg met kinderkopjes en richels kan je niet ontgaan. De Paceman is gewoon een stevige jongen. Mini had hier misschien iets subtieler te werk kunnen gaan, maar feit is dat je bij een Paceman nou eenmaal de teugels wat korter moet houden dan bij een traditionele Mini om hem strak te laten rijden. Ook al voel je – mede door het gewicht – dat dit geen gewone, lage Mini is, rijplezier beleef je zeker. En mocht je toch niet gecharmeerd zijn van het standaard sportonderstel, dan kun je die eventueel afbestellen.
Middenrail of driezitsbank
De optielijst is verder gevuld met comfortverhogende luxe. Net als de Countryman heeft de Paceman een middenrail waarin een houder voor zonnebril, telefoon en beker kan worden geplaatst. Naar wens loopt die helemaal door naar achteren. Echte luxe zoals lederen bekleding met een contrasterend biesje, stoelverwarming, navigatie, adaptieve bochtverlichting, een verwarmbare voorruit en automatisch geregelde airco zijn uiteraard ook beschikbaar. Soms is het wel even zoeken naar het juiste knopje of die ene schakelaar; Mini heeft alle functies compact gegroepeerd en dat is ergonomisch wat minder verantwoord. En zoals we bij de nieuwe generatie Mini hebben kunnen zien zal dat voorlopig niet anders zijn. Gelukkig zijn nu in de Paceman wel de portierramen met een knopje in het deurpaneel te openen op te sluiten. Klein maar fijn. De achterste zijruiten kunnen niet open, maar dat vinden we niet zo’n gemis. We zijn al lang blij dat je op de twee achterste zitplaatsen redelijk kan zitten. Wel eerst even via de portieren naar achteren klauteren. Geen interesse in de middenrail? Dan is de Paceman er ook met een driezitsbank, in drie delen neerklapbaar.
MINI zou Mini niet zijn als de Paceman ook verder persoonlijk op smaak is te brengen. Zo heeft ons exemplaar zwarte interieuraccenten en zijn bijvoorbeeld ook de koplampreflectoren, dak en buitenspiegelkappen zwart uitgevoerd. De dubbele uitlaat, witte knippers, roostergrille en dakspoiler onderscheiden de Cooper S versie af fabriek van de turboloze Paceman Cooper met 122 pk. Dat geldt ook voor het setje RVS-pedalen die voor de bestuurder klaar staan.
Sneller met ALL4
Die Paceman Cooper is overigens wel een stuk aantrekkelijker geprijsd dan de Cooper S. Want terwijl de prijzen voor de Paceman beginnen bij 29.695 euro moet onze Cooper S al 35.695 euro euro opbrengen. Met een greep uit de optielijst komt daar zo tien mille bij. Kies je zoals ons exemplaar ook voor ALL4 vierwielaandrijving, dan moet je er nog vier mille bij optellen. Voor maximaal rijplezier is ALL4 overigens wel een fijne toevoeging; op de momenten dat de voorwielen het zouden moeten opgeven, helpen de achterwielen een handje mee. De winst zit hem dan vooral in de hoeveelheid grip tijdens het nemen van een bocht. Ook al lijk je volgens de 0-100 tijd en topsnelheid niet sneller dan de voorwielaangedreven Cooper S (integendeel), je bent het wel. Je kunt dankzij ALL4 namelijk al iets eerder op het gas. Dolle pret! Helemaal als het gaat sneeuwen…
Schrijf een review