Na de introductie van de geheel nieuwe Rapid en Octavia ziet Skoda kans de Superb op te frissen. Om alle neuzen dezelfde kant op te laten kijken is het gezicht van de Superb subtiel gewijzigd. Als aanvoerder van het gamma prijken er in de koplampen LED-jes voor de dagrijverlichting in de vorm van drie boogjes; de Octavia heeft er twee en de Rapid dan (optioneel) één. Hiërarchie moet er zijn. Los van nieuwe kleuren en lichtmetalen wielen blijft de facelift beperkt tot nieuwe LED-achterlichten en de komst van ‘hoekjes’ rond de achterlichten (bij de Combi) zoals de Octavia en Rapid die ook hebben. De Superb hatchback oogt van achter ingrijpender gewijzigd met zijn nieuwe achterlichten en -klep. De in het algemeen beschouwde kleine facelift maakt het tweetal weer helemaal bij de tijd, zonder aan stijl in te boeten. Met name de Superb Combi vinden we in de juiste kleur (bijvoorbeeld Cappucino beige) erg chique.

Nieuwe slimmigheden…
Omdat Skoda zich de laatste tijd het credo ‘Simply Clever’ nastreeft is het duo Superb niet alleen gemoderniseerd, maar ook slimmer geworden. Zo is de paraplu in de houder van het linkerachterportier nu standaard – geen natte kleding en geen gerammel in de bagageruimte! –, kan de parkeerassistent voortaan ook achteruit inparkeren en heeft de dubbele ontgrendeling van de achterklep (hatchback) nu twee knoppen in plaats van één. Met de ene opent de hele achterklep met achterruit zich, met de ander scharniert alleen de klep alsof het een sedan is. Op die manier is het nog makkelijker om grote spullen in te laden of de passagiers achterin niet met kou op te zadelen. Stiekem ziet Skoda hun Superb namelijk ook als de ideale chauffeursauto. We weten immers allemaal dat hij veel beenruimte biedt terwijl er ook gigantisch veel bagage mee kan. Ook al doet de nieuwe Octavia daar nog een schepje bovenop (niet verder vertellen!).

Om de kansen van de Superb tot de ministeriele status te vergroten is nu de passagiersstoel ook vanuit de achterbank te verstellen. Aan de zijkant van de rugleuning treffen we een bedieningspaneeltje om de rugleuning en zitting los van elkaar naar voren (of achter) te schuiven. Omdat deze knopjes ook kattekwaad kunnen uitlokken bij kinderen denken wij dat Skoda deze feature bewust op de optielijst heeft gezet (voor 70 euro). Nog steeds slim (maar niet standaard) is de verwarmbare achterbank en zonneschermen in de portieren als onderdeel van het Executive-pakket; met die optie zit je helemaal gebakken. Bestel dan trouwens ook de Driver Activity Assistant (óók 70 euro), want mocht de bestuurder zelf ook in slaap dommelen dan wordt hij daar direct op gewezen. Het summum der Skoda is trouwens de Laurin&Klement uitvoering met bruin leder, tv-tuner, geventileerde voorstoelen en elektrische achterklep. Ministers en directeuren, lezen jullie mee? 

Maar geen ijskrabber…
Wat we wel jammer vinden – maar dát is nou marketing – is het ontbreken van de ijskrabber zoals de Rapid die standaard in de tankklep heeft. We begrijpen dat elk model met zijn eigen ‘innovaties’ mag strooien, maar om zoiets praktisch nou aan Skoda’s grootste voorbij te laten gaan…. Gelukkig maken opties zoals een dakkoffer, fietsendrager (ook voor op het dak), een koelkastje op de middelste zitplaats van de achterbank en voetkussentjes(!) weer veel goed. En ruitenontdooier werkt toch sneller dan een krabber.

Verder heeft Skoda trouwens nauwelijks iets aan het interieur van de Superb gewijzigd. Met een nieuw multifunctioneel stuur, andere sierlijsten en een gewijzigde schakelpook hebben we de belangrijkste zaken wel benoemd. Nog steeds trakteert Skoda op een verzorgde en ergonomisch verantwoord indeling. Hoogstens zou de bediening van verschillende elementen zoals de klimaatregeling wel iets meer weerstand mogen bieden; het is immers geen speelgoed.

1.4 TSI en 1.8 TSI
Het lijkt er op dat Skoda het de Superb-rijder gewoon heel makkelijk wil maken, want ook sturen en schakelen verloopt erg licht, een beetje gevoelloos zelfs. Daar is opzich niet zoveel mis mee, maar het is wel iets om rekening mee te houden. Met de gereden 1.4 TSI 125 pk als ‘basismotor’ zijn we in Nederland prima af, de turbomotor biedt een mooie mix van probleemloos presteren en een net verbruik. De 1.8 TSI – een sterkere 1.4 TSI-variant is nog niet aan Skoda toegewezen – heeft met 160 pk en 250 Nm duidelijk meer krachtsreserve, een fijne keuze voor vakantietrips met belading en de eventuele sleurhut. Bovendien reden we deze 1.8 TSI met de zeventraps DSG-automaat, waardoor presteren helemáál nauwelijks moeite kost. Een klein smetje hebben we wel gevonden; een opschakelcommando met de schakelpaddle aan het stuur wordt soms vertraagd opgevolgd. Bij een eerdere testronde met de Seat Ibiza Cupra (die dezelfde automaat heeft) hadden we die ervaring ook. Vreemd.

Greenline 1.6 TDI weer 20% bijtelling
Zakelijk rijders vragen zich misschien af waar de 1.6 TDI Greenline is gebleven. Geen zorgen, die is gewoon beschikbaar, maar hebben we helaas niet kunnen rijden. Het goede nieuws is dat de 105 pk sterke dieselmotor nu profiteert van een regeneratief remsysteem, waardoor hij 109 gram (hatchback) of 111 gram (Combi) CO2 uitstoot en weer in aanmerking komt voor 20% bijtelling. De 2.0 TDI’s met 140 of 170 pk vallen buiten de boot.

Lagere prijzen
Nog een aardigheidje van Skoda; de (vanaf)prijzen van de vernieuwde Superb liggen 400 tot 1400 euro lager dan voorheen. De importeur brengt het ruime duo vanaf 29 juni aan de man vanaf 27.490 euro voor de 1.4 TSI Active, waarbij de 1.6 TDI Greenline 1000 euro duurder is. De Combi staat vanaf 28.790 euro voor de deur en ook hier is de 1.6 TDI Greenline 1000 euro duurder dan de 1.4 TSI. Voorzien van de 1.8 TSI starten de prijzen niet iets boven de 31 mille, terwijl die motorisering op verzoek ook leverbaar is in combinatie met vierwielaandrijving. Liefhebbers van de 2.0 TSI of 3.6 FSI moeten flink dieper in de buidel tasten; reken op prijzen van respectievelijk 40 mille en 60 mille. Zakelijk rijders zijn het beste af met de Businessline, waarbij de reguliere uitvoering nog iets luxer zijn uitgevoerd tegen een bescheiden meerprijs.