De nieuwe Subaru Forester is een beetje groter dan z’n voorganger, ziet er weer wat stoerder uit en heeft een sterk uitgebreide uitrusting, maar is toch niet meer dan € 500 duurder geworden – althans het instapmodel. Vooral het comfort is sterk toegenomen, ook al ziet de Forester, die permanente vierwielaandrijving heeft, er meer uit als een terreinwagen dan ooit. Maar een pure off-road is het ook weer niet.

Niet dat we erg graag etiketten op auto’s plakken, maar we noemen dit liever een cross-over. Een cross-over dan tussen een SUV en een ‘gewone’ stationcar, die nu wat meer richting terreinwagen is opgeschoven, terwijl familielid XV – eveneens gebaseerd op de Impreza, die hij in het programma heeft vervangen – juist meer de civiele kant op is gegaan.

Sterke gelijkenis
Om de familieband te versterken heeft Subaru de Forester zowel uiterlijk als in het interieur meer het aanzien gegeven van die XV. Ze hebben bijvoorbeeld ongeveer dezelfde, trapeziumvormige grille – zoals vandaag de dag zó veel merken. Ook het dashboard vertoont sterke gelijkenis, terwijl de praktische mogelijkheden van het meubilair op dezelfde leest is geschoeid.  

Dezelfde tweeliter boxermotoren (benzine én diesel) zijn ook in het tweetal leverbaar, maar waar de XV ook de keuze biedt van een 1,6 liter benzine-boxer, valt er in de Forester extra plezier te beleven met een turboversie die goed is voor 240 pk en een zeker in het terrein zeer nuttige 350 Nm trekkracht.

CVT
Die XT-versie wordt uitsluitend geleverd met de traploze Lineartronic-transmissie, die in de benzineboxers zonder meerprijs leverbaar is naast de standaard zesbak. Die perfect werkende CVT kan niet gekoppeld worden aan de diesels. Waarom niet blijft onduidelijk, want het kan niet zo zijn dat die automaat het koppel van de dieselboxer niet aan kan. Dat is namelijk even groot als dat van de XT: 350 Nm. Bovendien is de CVT-automaat wel aan de Outback Boxer Diesel te hangen.

Maar daar weten we verder niets vanaf, want we hadden de Forester in een benzineversie te gast, in de uitvoering Executive, mét die Lineartronic dus. Die hebben ze een elektronische regelneef opgedrongen, zodat het líjkt alsof-ie een ‘gewone’ automaat is en in zes trappen schakelt. Dat schijnbare trapsgewijs werken wordt klaarblijkelijk door veel klanten (vooral in de VS, een Subaru land bij uitstek) geprefereerd boven het ‘loeien’ van een CVT. Persoonlijk vind ik dat klinkklare nonsens, maar als merk heb je gelijk als je naar je klanten luistert. Subaru blijft in ieder geval vasthouden aan de CVT: 'gewone’ automaten zullen volgens de kenners in de toekomst állemaal het veld ruimen voor ofwel CVT’s, ofwel dubbelkoppelingsautomaten, dit vanwege het brandstofverbruik.

Beter onderstel
Afgezien van de vooral cosmetische veranderingen bij de recente modelwisseling, kreeg de nieuwe Forester vooral een beter onderstel. Of liever gezegd, een betere onderstelafstelling. De vorige edities werden tamelijk geteisterd door een deinend weggedrag, ondanks het lage zwaartepunt dat een van de voordelen vormt van de boxermotor, en een bijbehorend overhellen in bochten. In ieder geval de Foresters die hierheen komen liggen nu een stuk strakker, waardoor hij ook in het terrein zijn mannetje beter staat.

Eerdere edities gaven wel de indruk van starre assen voorzien te zijn, hetgeen terecht niét het geval was. Dat weten we zeker sinds BMW afrekende met de mythe dat échte terreinwagens starre assen behoefden, door simpelweg de Range Rovers rondom van onafhankelijke wielophanging te voorzien. Daardoor reden die niet alléén op straat stukken beter. Ook in welk terrein dan ook, zelfs het aller-ruwste.

Terreinrijden
Niet dat we de Forester daarin zwaar hebben beproefd, maar wat we over rulle grond hebben gereden schept goede verwachtingen. Echt terreinrijden doen de Nederlandse klanten gelukkig toch maar weinig, maar de permanente vierwielaandrijving verdeelt de aandrijfkrachten netjes over voor- en achteras. Dat komt bij het overgrote deel van de Nederlandse klandizie ook ten goede aan het weggedrag bij het trekken van een caravan, of een ander soort, minder huiselijk gerichte trailer. Vooral als je een boot over een natte hellingbaan het water uit wilt halen komt de 4x4 je goed van pas. De Forester is natuurlijk ook de gemiddelde wintersportpraktijk de baas.

Spraakherkenning
Is het weggedrag dus behoorlijk verbeterd, ook het verdere comfort heeft een opkikker gekregen. In onze Executive waren de uitermate ruim verstelbare meubels voorzien van net leer en dat leidt gelukkig niet tot glijden in rappe bochten of bij hard remmen. Beide doet de Forester namelijk graag en goed. Standaard zijn onder meer al airco, verwarmbare voorstoelen en een vlot reagerend Stop/Start-systeem, een trapje hoger (Luxury) wordt de airco thermostatisch geregeld en verschijnen er een meer dan voortreffelijk audiosysteem, Hill Descent Control (alleen bij deze Lineartronic), cruise control, een achteruitrijcamera en nog wat aardige snuisterijen. Top-uitvoering Executive voegt daar nog aan toen: een navigatie/audiosysteem met cd-speler (en spraakherkenning) en zes luidsprekers, achtvoudig elektrische verstelbare linkervoorstoel, elektrische bediening van de achterklep en de al gememoreerde leren (pardon: lederen) bekleding. Al met al een hele verwennerij. 

Praktisch
Praktisch is de Forester ook. De achterbank gaat makkelijk plat en geeft dan een geheel vlakke laadvloer waarop tot 1.592 l bagage past. Ook elders kan veel opgeborgen worden en de dakrails zijn in alle versies standaard – maar worden vanaf Luxury zilver in plaats van zwart. Of dat winst is moet iedereen maar voor zichzelf uitmaken.

In zijn geheel is de vernieuwde Forester er ondanks zijn stoerdere voorkomen vooral qua comfort – én weggedrag – op vooruitgegaan. Een pluspunt is zeker de gratis automatische transmissie. Geen verkeerde, in z’n soort.