Met de Jaguar XF heeft het merk zichzelf flink vernieuwend kunnen herpositioneren. De vierdeurs sedan rekende af met klassiek Britse stijl en zette zichzelf veel dynamischer op de kaart, niet zonder succes. Jaguar zag zelf ook in dat het segment van de hogere middenklasse daar veel meer op gericht zou gaan worden en plukt er nu de vruchten van, samen met het vlaggenschip XJ. Maar, het plaatje was nog niet compleet. Met misschien nog wel de verbaasde blikken op de X-Type Estate in het achterhoofd durfde het merk het nog niet aan een stationwagon op basis van de XF uit te brengen. Na vijf jaar is Jaguar toch overstag gegaan met de XF ‘Sportbrake’ – een toevoeging die natuurlijk veel attractiever klinkt dan het good-old Estate.  De komst voor de XF Sportbrake is speciaal voor Europa een verrijking, nu die carroserievariant op ons continent nou eenmaal veel meer aftrek vindt.

Business outfit
Hoewel we direct zouden kunnen zeggen dat Jaguar vijf jaar te laat is met het uitbrengen van de XF Sportbrake en daardoor onnodig klanten is misgelopen, richten we ons liever op de vraag hoe de kaarten er nu voor staan. Door de jaren heen is de XF grotendeels zichzelf gebleven. Een kleine facelift in 2011 heeft het model op details verfijnd en waardoor het design nog steeds modern op het netvlies staat én de motoren aan de laatste eisen en wensen voldoen. Oog in oog staand met de XF Sportbrake begrijpen we ook direct waarom Jaguar voor deze naamgeving heeft gekozen; this is impressive! De gereden Sport Business uitvoering met flitsend Aerodynamic & Black Pack legt met zwarte accenten in plaats van chroom (bumpers, raamstijlen, dakrails), zichtbare uitlaat en subtiel spoilerwerk nog eens extra de nadruk op zijn sportieve komaf. De eveneens optionele 19 inch wielen (17 inch is standaard) passen daar mooi bij. In deze combinatie is de XF Sportbrake wat ons betreft een perfect fit. Zélfs in het ‘zakelijk’ verantwoorde Rhodium Silver. 

Het zal je niet verbazen dat in dit geval de business outfit niet compleet is zonder een bijpassend, zwart interieur met kwaliteitsleder – dat voel je, dat ruik je - zwarte hemelbekleding en pianolakzwarte afwerking accenten. De facelift heeft indertijd de meeste puntjes op de i gezet om zijn premium status te kunnen rechtvaardigen. Hoewel we nu wel een beetje zijn uitgekeken op de zilverkleurige sierstrook over de breedte van dashboard, zijn de comfortabele zaken helemaal op orde. Zo is de navigatie met spraakfunctie is beter bij de les, het knopje voor het dashboardkastje doet wat hij moet doen, enzovoorts. Het ontbreekt ons alleen nog wat gadgets op het gebied van veiligheid; een head-up display, rijstrookdetectie of noodrem is niet voor de huidige XF weggelegd, dodehoekdetectie is dat gelukkig wel. Ook (optioneel) aanwezig en handig is de meesturende bi-xenonverlichting, luchtvering op de achteras, fijne audio van Meridian, adaptieve cruise en de elektrisch te bedienen achterklep. Die laatste verschaft toegang tot een bagageruimte met een capaciteit van maximaal 1675 liter. Je bent een stationwagon of niet. 

Business case voor diesels
Met de gedachte in het achterhoofd dat de XF Sportbrake voor Europa is ontwikkeld, verbaast het ons niet dat onze demo van een diesel is voorzien. Sterker nog, Jaguar zag geen business case in het leveren van ook maar één benzinemotor! De 2.2D viercilinder die ten tijde van de facelift werd geïntroduceerd – leverbaar met 163 pk of 200 pk – mag samen met twee varianten van de 3.0D zescilinder het gamma bepalen. Een uitgebreide kennismaking met de high-power 2.2D S maakt ons blij; met 200 pk, 450 Nm én een voor een diesel donkere sound is de Jaguar XF Sportbrake bijna perfect in vorm. Het is slechts de standaard achttrapsautomaat die soms iets te vroeg opschakelt en de vierpitter lichtjes laat brommen, bijvoorbeeld bij 100 km/u in de achtste versnelling. Als bestuurder heb je gelukkig altijd nog een S(port)-stand en paddles aan het stuur voorhanden om de regie (tijdelijk) over te nemen, maar geloof ons, dit is echt het enige smetje op de aandrijflijn. Het is lovenswaardig hoeveel snelheid en dynamiek de viercilinderdiesel in een auto op dit niveau weet te brengen, en dan hebben we nog niet eens het onderstel genoemd dat bijna Duits stevig, maar niet over de top is afgestemd. Gelukkig begrijpen de Britten ook dat zo’n Sportbrake serieuze besturing moet bieden en dus voelen we een goede weerstand.

2.2D S slimste keuze
Doorsparen naar de 3.0D? Dat is feitelijk niet eens nodig, al zullen we niemand ontmoedigen voor de 240 of 275 pk sterke zescilinder te vallen. Voor wie de brandstof uit eigen zak betaalt is het brandstofverbruik van de 2.2D – net als de 3.0D uitgerust met snel werkende start/stop-techniek - nog een extra argument down-to-earth te blijven; de viercilinder scoort in de praktijk zonder problemen een liter of zes. Los van het brandstofverbruik is ook de pricing van de 2.2D erg interessant. Jaguar levert de XF Sportbrake vanaf net geen 55 mille, waarbij de 2.2 D S bijna 58 mille moet kosten en de 3.0D pas bij een kleine 69 mille begint.