Net als andere merken wel doen heeft het Europese ontwerpcentrum (gewaagd onder de rook van Opel in het Duitse Rüsselsheim gevestigd) bij de driedeurs i30 wat méér gedaan dan simpelweg de achterste portieren elimineren – en het overgebleven tweetal wat groter maken. Maar zo ver als bijvoorbeeld Opel en Renault, die van hun driedeursversies heuse coupés maken, wilden de bazen bij het grootste Koreaanse autoconcern kennelijk ook weer niet gaan.
Nose job
Niettemin heeft de i30 driedeurs dankzij een nose job (zwarte balk en mistlampen) en een iets gewijzigde achterkant (vooral de bumper) toch een wat vlottere uitstraling dan de vijfdeurs. Maar eerlijk gezegd vinden we de Wagon het aantrekkelijkste van het drietal, óók om te zien.
Het is steeds verbazingwekkender te zien hoe dochter Kia op designgebied veel meer mag van de Hyundaibazen dan het eigen merk zelf. Want bij zustermodel Cee’d is de driedeurs veel meer een sportief coupémodel geworden, dat zelfs een eigen ‘naam’ kreeg: pro_cee’d. En eerlijk gezegd vinden we die in de meeste opzichten leuker en aantrekkelijker.
Lastige instap
Bij de i30 weegt het wat vlottere uiterlijk nauwelijks, of eigenlijk helemaal niet op tegen de nadelen van een veel lastiger instap naar de achterbank. Volwassenen kun je dat fatsoenshalve nauwelijks aandoen en voor het stallen van overjas of boodschappentas op de achterbank moet je toch ook wel de voorstoel naar voren klappen/schuiven, met het nadeel dat die wel terugklápt naar de basispositie, maar niet meteen ook terugschúift. Moet je eerst gaan zitten en dan het meubelstuk weer op z’n plaats manoeuvreren. Achterdeurtje opendoen is makkelijker.
Maar het geheel ziet er wel beter uit dan ooit en is vooral beter afgewerkt. Het schijnt dat VW-topbaas Winterkorn zich daarover op de autotentoonstelling van Frankfort vorig jaar lovend over heeft uitgelaten. En die man moet gelijk hebben, want hij verdient 14,5 miljoen euro per jaar. De geschiedenis vermeldt niet of Winterkorn ook meteen een i30 heeft gekocht – wat hij van dat inkomen 805 maal zou kunnen doen.
Stuur vol knoppen
Hij zich zou dan een aardig en verzorgd interieur aanschaffen, kwalitatief nog wel wat minder dan bij z’n eigen Golf, maar zeker ook minder saai. De aan dit merk werkende mensen in Rüsselsheim scoren hier echt wel mee. Het dashboard is ergonomisch goed in orde en ziet er patent uit. Dat geldt ook voor het instrumentenpaneel, terwijl het stuur heel modieus is volgepropt met knoppen en schakelaars. Wat minder zou mogen.
Je zit ook behoorlijk in de driedeurs i30, voorin natuurlijk precies als in de vijfdeurs en op verstelbaarheid van stoelen en stuur is weinig aan te merken, al zou iets minder rechtop wel prettig zijn. De bekleding in de topversie die we op bezoek hadden ziet er gewoon goed uit. Leer kan ook.
Niet karig uitgerust
Die topversie beschikt ook over de onontbeerlijke airco die in de basis ontbreekt. Die kost een ronde duizend euro, dus dat komt dan op € 18.995. Volgens ons moet je dat de basisversie noemen en die heet i-Drive Cool. Hij is bepaald niet karig uitgerust, met onder meer mistlampen voor, LED-dagrijverlichting, elektrische raambediening, elektrisch verwarm- en verstelbare buitenspiegels, stuurwielbediening van de audio, Hill-start Assist Control, ABS en ESP mét Vehicle Dynamic Control. De i30’s hebben allemaal een ‘Blue’ embleempje opgeplakt gekregen en dat houdt in dat ze standaard een stop/startsysteem hebben.
Daarboven zit uitvoering i-Magine en die heeft, voor 22.995 euro, álles aan boord. We noemen: variabel instelbare stuurbekrachtiging, Bluetooth carkit, parkeersensoren achter, navigatiesysteem met achteruitrijcamera en 5 jaar lang kaartupdates (MapCare), lichtmetalen 16 inch velgen, privacy glass en aluminium pedalen als extra’s.
Instelbare stuurbekrachtiging
Die versie hadden wij dus en we hebben na enig proberen de instelbare stuurbekrachtiging in de minst actieve stand gezet en dat ook in de stad zo gehouden, maar we kunnen ons voorstellen dat velen bij bijvoorbeeld inparkeren meer hulp op prijs stellen – en dat kán dus ook. Minder blij waren we met de stop-startautomaat, want die reageert af en toe zo sloom dat er meteen een claxonconcert achter je begint. En zou het echt zoveel brandstof schelen? Het is daarentegen wel zo dat de fabrikant zónder nooit de beweerde gunstige uitslag van de Euro-brandstofmeting krijgt.
Bluetooth snel
Wel heel tevreden stemde de snelheid en het gemak waarmee het infotainmentsysteem via Bluetooth verbinding wist te maken met de mobiele telefoon. Dat hebben we elders wel eens héél anders meegemaakt. Ook de achteruitrijcamera is een van de betere op de markt, al zijn er nu ook systemen die je de manoeuvres vanuit een vogelperspectief voorschotelen. Om maar niet te spreken van de actieve parkeerhulpen die de voor velen lastige taak van fileparkeren geheel overnemen.
De i30 driedeurs heeft natuurlijk dezelfde motorkeuze als de andere twee carrosserievarianten: 1,6-l viercilinders op benzine of diesel. Bekende krachtbronnen die braaf hun werk doen. Wij hadden nu de benzineversie, die je heel lui kunt rijden waarbij dan het verbruik heel netjes blijft, maar die ook wel lekker toertjes wil draaien en dan nog vrij stil – en vrij zuinig – behoorlijk vlot presteert. Standaard is een heel duidelijke zesbak, terwijl op de benzine een zestraps automaat mogelijk is, maar dan kan er geen stop/start op en hervindt Ome Fiscus zijn ware onvriendelijke aard.
Met dit goeiige motorkarakter is het best rijden met de i30, die wat wegligging en bochtgedrag nog onopvallender is dan zijn uiterlijk. Hij remt ook keurig en je zou al heel raar moeten doen om er mee in de fout te gaan, maar op puur rijplezier hoef je ook niet te rekenen. De i30 is ook als driedeurs gewoon een goed vervoermiddel. Wat hebben ze daar in Korea toch een snelle vooruitgang geboekt.
Schrijf een review