Hyundai kan het niet vaak genoeg benadrukken dat de i30 voor en door Europeanen is ontwikkeld. Het merklogo is het enige wat aan thuisland Korea doet denken, de auto is in Duitsland getekend en wordt in Tsjechië gebouwd. Op en top Europees dus. Goed, dat weten we nu wel. Hoe vertaalt zich dat in de (bouw)kwaliteit en het design? Dat laatste is weliswaar een subjectief begrip, maar feit is dat de i30 Wagon gewoon prettig op het netvlies ligt. Een keurige auto. Niets mis mee wat ons betreft.
Grotere overhang
De i30 Wagon is een paar centimeter hoger en 18.5 centimeter langer dan de hatchback. De wielbasis is echter gelijk. Dat betekent dat die extra lengte vooral moet worden gezocht in een grotere overhang achter. Dat blijkt, want de bagageruimte is met 528 liter fors groter (bijna 30 procent) dan die van de hatchback. Mocht dat nog niet voldoende zijn, dan kan de achterbank worden neergeklapt en groeit het laadvolume naar 1.642 liter.
De i30 Wagon is het volle neefje van de Kia Cee’d SportsWagon. Beide auto’s zijn technisch volledig identiek, maar er zit wel degelijk verschil in uitrusting. Zo heeft de Kia standaard de beschikking over een bagagefixeersysteem met rails, fixeerarm en gordels. Deze voorziening schittert in de i30 Wagon door afwezigheid. Een afdekzeil, dat het zicht op de lading wegneemt, en een 12-Volt aansluiting in de kofferbak (kan soms ook handig zijn) zijn dan weer wel van de partij.
Twee motoren
Hyundai stelt vanuit de fabriek een heel arsenaal aan motoren beschikbaar voor de i30 Wagon. De Nederlandse importeur heeft echter aan de hand van prestaties en CO2-uitstoot gekozen om uitsluitend de twee 1.6 motoren te gaan voeren in ons land. Vergelijkbaar met de i30 hatchback. Het betreft een 1.6 GDI benzine met 135 pk of een 128 pk sterke 1.6 CRDi-diesel. We reden de benzineversie met directe inspuiting. De motor was in ons geval gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak en zet keurige prestaties neer. Een turbo, zoals tegenwoordig te doen gebruikelijk, wordt absoluut niet als een gemis ervaren. De motor pakt prima op, ook bij lage toerentallen, als ware het een geblazen krachtbron. Schakellui is rijden is dan ook geen enkel probleem. De motor is verder keurig stil. Ook de handgeschakelde zesbak kan ons wel bekoren. Met het standaard aanwezige stop-/startsysteem hadden we de eerste paar stop-starts enige moeite, de motor zwengelde niet direct aan, maar dat euvel kwam later niet meer terug. De reden daarvan is ons nog altijd onduidelijk.
Flex Steer
Ook al lijkt de i30 Wagon in eerste instantie misschien wat sportief te zijn afgesteld, bij het nemen van een drempel of andere obstakels/oneffenheden in het wegdek komt zijn ware (comfortabele) aard naar boven. Hyundai heeft voor de onderstelafstemming een mooie mix gevonden tussen sportief en comfortabel. De besturing is een ander verhaal. Vanaf de i-Motion uitvoering is Flex Steer standaard en kan gekozen worden tussen Normal, Comfort en Sport. Alleen in de Sport modus geeft de besturing de nodige feedback, in beide andere modi is de bekrachtiging aan de wollige kant. Niet fijn.
Hyundai geeft voor de i30 Wagon een gemiddeld verbruik op van 5.8 l/100 km wat neerkomt op een CO2-uitstoot van 130 g/km. Daarmee komt de ruime station in ieder geval dit jaar nog in aanmerking voor 20 procent bijtelling. De 1.6 CRDi-diesel daarentegen is met een verbruik van 4.2 l/100 km en 110 g/km CO2 nog tot en met 2014 verzekerd van 20 procent bijtelling. Let wel, dit geldt voor de versies met handbak. Automaat rijden kan ook, maar is een stukje duurder. En niet alleen in de bijtelling, ook het praktijkverbruik en de aanschaf valt stukken hoger uit.
Met een vanafprijs van 19.795 euro is de i30 Wagon exact 1.500 euro duurder dan de hatchback. Deze i-Drive versie zal echter weinig aftrek vinden, want een airco (meerprijs 1.000 euro) ontbreekt. De logische keuze is de i30 Wagon i-Motion vanaf 21.795 euro. Voor de zakelijke berijder is er de aantrekkelijke Business Edition die 22.795 euro moet opbrengen. Dieselen kan vanaf 22.795 euro.
Schrijf een review