De nieuwe Rapid (de oude was een coupeetje in de tijd dat Skoda’s de motor nog achterin hadden) is gesitueerd ‘tussen’ de Fabia en de Octavia, maar biedt op een forse wielbasis van 2,60 m meer ruimte dan die grotere broer. Die is zo langzamerhand ook wel aan vervanging toe, maar krijgt (volgend jaar?) waarschijnlijk het nieuwe VW-platform MQB waar ook de zojuist onthulde Seat Leon én natuurlijk de eveneens nog dit jaar debuterende nieuwe Golf op komen te staan.

Samenraapsel
Voor de Rapid, die pas begin januari bij de Nederlandse dealers zal staan, zal die geraffineerde MQB-architectuur (Modularer Querbaukasten, ofwel modulair dwarsbouwpakket) te duur zijn geweest en de bovenbazen te Wolfsburg hebben daarom besloten dat de onderdanen te Mladá Boleslav het voor hun jongste kindje moesten doen met een samenraapsel van binnen het concern beschikbare ondersteltechniek.

Dat klink wat oneerbiedig en goedkoopjes, maar het resultaat is alleszins bevredigend. De Rapid is niet alleen, voor een auto in dit segment, uitzonderlijk ruim, maar heeft ook een grote torsiestijfheid en een uitstekende wegligging. En dat ‘goedkope’ platform zorgt er mede voor dat de prijs naar verwachting de vijftien mille voor het instapmodel weinig zal ontstijgen.

Ruimte sterkste punt
Die ruimte is wel het sterkste punt van de Rapid. Die echt forse wielbasis, met zijn 260 cm ruim twee centimeter langer dan die van Golf/Octavia/Altea, geeft de passagiers ongekend veel beenruimte, maar maakt ook een bagageruimte mogelijk van liefst 550 liter, een klasserecord. Gaat de achterbank plat, hetgeen uiteraard in losse delen kan, dan stijgt het volume tot een werkelijk uitzonderlijke 1.490 liter. Slechts tien liter minder dan de hier zojuist besproken BMW 3-serie Touring – óók een klassenrecordhouder, maar in een heel ander marktsegment.

Toch heeft de Rapid bijvoorbeeld net zo’n slimme bodemplaat in de kofferbak als de Bimmer. Eentje met keurig tapijt op de ene kant en waterafstotend rubber aan de andere, waar je dan vuile spullen op kunt kwakken zonder de rest van het interieur blijvend te bezoedelen. Skoda rekent dat omkeerbare deksel (dat omgekeerd bij BMW meer bakvormig is, zodat je eventueel vuil water er netter uit kunt kieperen) onder een van hun talrijke ‘Simply Clever’ (hun bedrijfsmotto) oplossingen.

Véél ‘Simply Clever’
Daar heeft de Rapid er meer van. Een ruitenkrabber bijvoorbeeld opgeborgen in het klepje voor de brandstofvuldop, een plek onder de bestuurdersstoel voor het in steeds meer landen verplichte veiligheidsvest (net als in vliegtuigen ‘Life vest under your Seat’), een vuilnisbakje in een achterportier om de zaak ook daar proper te houden. We misten alleen de parapluhouder van grote broer Superb…

Ook heel clever – en evenmin een unicum – zijn de optionele mistlampen met bochtverlichting en de telefoonhouder die is geïntegreerd in de centrale bekerhouder en ook al aan vliegtuigstoelen herinneren de bagagenetten in de rugleuningen van de voorstoelen. Volgens accessoirelijsten van Mercedes een paar decennia terug heten dat officieel ‘Pompadourtassen’. Dat je dat ook even weet.

Matzwart plastic
Hoe ruim ook, verder is het interieur een beetje teleurstellend. Op het meubilair is niets aan te merken, dat steunt goed en is voldoende verstelbaar, maar in de goede Skoda-traditie ziet het er allemaal wat saai uit. Een heel recht-toe-recht-aan dashboard, dat aan de bovenkant wel met matzwart plastic is overtrokken maar dat tóch wat zonlicht reflecteert. Het lijkt wel of het Wolfsburgse Politburo verordonneerd heeft het er expres nogal goedkoop uit te laten zien. De bepaald niet duurdere Seats mogen er kennelijk vanwege hun Mediterrane afkomst (hoewel het technisch evengoed VW’s zijn) wat fleuriger uitzien. Misschien belangrijker is dat het interieur met al z’n mogelijkheden spulletjes op te bergen wel erg praktisch overkomt.

Sedan/hatchback
Dat beetje saaie geldt ook voor de buitenkant. Netjes, maar onopvallend en met een carrosserievorm die aan een sedan doet denken (en dus in opkomende markten hogelijk wordt gewaardeerd) maar met zijn grote achterklep toch een hatchback is. En daar houden wij weer van. Zo wordt er handig van twee walletjes gegeten. De Rapid wordt in eerste instantie alleen in het Tsjechisch Mladá Boleslav gebouwd, maar vanaf volgend jaar ook in China, in een wat voor die markt aangepaste vorm.

Om te beginnen is er voor de Rapid een keuze uit vijf motoren die allemaal aan EU-5 emissienorm voldoen. Vanaf de niet door iedereen gewaardeerde 1.2 l driecilinder MPI van 75 pk (verbruik hier 6,1 l/100 km), via twee zuinigere 1.2 TSI's met 86 of 105 pk naar de ‘top’-benzinemotor 1,4 TSI die trots is op 122 pk en een verbruik van 5.8 liter. Deze laatste is net als de 1.6 TDI diesels van 90 pk (pas in 2013 leverbaar) en 105 pk te koppelen aan een DSG-dubbelkoppelingsautomaat. De meest spaarzame versie betreft een Greentech-uitvoering en die consumeert 4.2 l/100km met 104 gram CO2-uitstoot.

Over het rijden kunnen we ook hier kort zijn: heel degelijk, onverstoorbaar en ook weer een beetje saai. Maar prijs en vooral ruimte compenseren die saaiheid vast voor héél veel klanten.