Dat is echter niet in de verkoopstatistieken van RAI/Bovag te zien, want die vergelijken de aantallen met die in dezelfde periode van vorig jaar – en toen bestond de Q3 nog niet. Maar bij Audi is deze compacte SUV duidelijk de koploper, met over de eerste vijf maanden 736 verkochte exemplaren (tegen vorig jaar dus nog nul), en duidelijk een kannibaal voor de Q5, waarvan de verkopen daalden van 731 naar 575 stuks. Tot veler verbazing handhaaft dinosauriër Q7 zich manhaftig: 83 tegen 81 verkopen.
Niet minder dan een verkoopsucces
De nieuwe Q3, die de handzame wielbasis van 2.60 heeft, is niet minder dan een verkoopsucces. Reden om hem na de introductie hier wat uitgebreider aan de tand te voelen. Hoewel Audi zijn kleinste SUV ook met alleen voorwielaandrijving levert, hetgeen in ons land natuurlijk meestal genoeg is (maar als je naar de wintersport wilt is het een uitkomst) kregen wij toch de beschikking over een quattro.
Dat brengt ons meteen bij het grote probleem van Audi: in basisversie zijn al hun modellen wel netjes geprijsd, maar dan blijken ze wel érg karig te zijn uitgerust. Wil je wat doodnormale extra voorzieningen, dan moet er onaangenaam diep in de buidel te worden getast. De prijslijst van de Q3 begint met € 38.200 voor de voorwielaangedreven tweeliter diesel. Onze 2.0 TFSI quattro kost ‘kaal’ € 46.120, maar daar zaten liefst 32 items uit de omvangrijke accessoirelijst op, waaronder basisvoorzieningen als telefoonvoorbereiding (€ 173) en een skiluik (€ 232), maar ook prachtige nappa bekleding (€ 2.937) en lichtmetalen wielen met bijpassende brede banden (€ 1.355). Het totale pakket komt op € 27.253, waardoor de eindprijs naar een lompe 73.373 euro stijgt. Absoluut geen urine van de Felis Catus.
Maar met die enorme extra-uitrusting is de Q3 wel een pláátje. De bruine metallic lak oogstte op straat veel bewondering, al kon die mij persoonlijk niet echt bekoren. Een bruine of groene auto zou ik niet willen hebben. Staat tegenover dat de champagnekleurige leren bekleding er prachtig bij paste en ook die is, net als de héle rest, schitterend afgewerkt. Wat een fraaie stiknaden en wat een comfort. De elektrisch uitbundig verstelbare voorstoelen – van Recaro: beter is er niet – bieden alle gewenste steun en maken ook echt lange ritten tot een genot. In de Q3 hebben ze ook die Recaro-specialiteit, de verstelbare steun onder de knieholten.
Intuïtief te bedienen
Het dashboard en het instrumentenpaneel zijn logisch ingedeeld en overzichtelijk, met nog altijd een van de beste navigatiesystemen in de branche. Zo intuïtief te bedienen, zo duidelijk. Jammer alleen dat de vingertop-touchpad-bediening van de A8 niet voor alle Audi’s is overgenomen. Maar die mis je alleen maar wanneer je er zoveel plezier in hebt beleefd in die A8.
De compacte Q3 heeft dan ook een binnenruimte die het meenemen van aardig wat vakantiebagage mogelijk maakt, maar dan moet wel de achterbank plat. Zodoende groeit het laadruim van 460 naar 1.365 liter en dan hoef je die malle korte carveski’s echt niet meer op het dak mee te nemen, waar trouwens fraaie rails zijn gelegd om diverse transporthulpmiddelen te bevestigen. Binnen zijn veel mogelijkheden klein spul op te bergen, de bekerhouders hebben zelfs een eigen LED-ringetje.
De bodem is omkeerbaar
Gebruikt men de Q3 als boodschappenauto, iets waar hij uitermate voor geschikt is, dan zijn de 460 liter doorgaans wel voldoende voor de shoppingbags. En ondanks de sportief vlakliggende achterruit is de kofferbak van achteren erg goed te benaderen. Heel slim is dat de bodem van de kofferruimte zonder meerprijs (lees goed: zonder meerprijs, en dat bij Audi) omkeerbaar is, zodat een bemodderde hond geen blijvende schade hoeft aan te richten.
Voor intensieve shopping-expedities is het van wezensbelang dat de Q3 uit zijn gigantische gadget-arsenaal ook een perfect werkende parkeerassistent kan bieden. Die hadden we aan boord, waar die piepende assistent op zijn beurt nog eens wordt geassisteerd door een achteruitrijcamera, waarvan de beelden op de display worden vermengd met lijnen die aangeven waar het traject van de auto heenvoert bij een bepaalde stuuruitslag. In de benauwde parkeergarage waar ik m’n testauto’s onderbreng een welkome padvinder.
Onopgemerkte motorrijder?
Verder kan de Q3 natuurlijk op wat verkeersborden, strepen op de weg en nog veel meer letten. De dodehoekdetectie knippert wel erg uitbundig in de steunen van de buitenspiegels en ik schrik daar vaak van. Alarm voor een auto die ik allang gezien had, wat dan de vraag oproept of er misschien nog een onopgemerkte motorrijder ergens tussen zit. Al die waarschuwingssystemen zijn inmiddels ook elders (zoals bij directe concurrent BMW X1) gemeengoed geworden, maar Audi liep bij veel ervan wel voorop.
Net als de technisch nauw verwante VW Tiguan heeft de Q3 de motor dwars voorin zitten, hetgeen de binnenruimte ten goede komt. In ons geval was dat dus de een tweeliter viercilinder TFSI van 211 pk. Mede dankzij de heerlijke zeventraps S-Tronic, zoals Audi zijn dubbelkoppelingsautomaat noemt, geeft dat erg veel rijplezier. Hij kan érg vlot uit de startblokken, maar de aard van het beestje smeekt om een wat bedaagdere aanpak. Wel vlot, maar niet flitsend en vooral comfortabel. Dan doet de motor vrijwel onhoorbaar en volstrekt moeiteloos zijn goede werk. De wegligging is gewoon probleemloos, met de instelbare demping (we kozen meestal de comfort-stand; heel veel verschil is er niet) en de rotsvaste quattro-aandrijving. En hij kán natuurlijk het terrein in, al houdt de bodemvrijheid niet over. Dus liever niet doen – met dank van de konijntjes.
We zijn behoorlijk gesteld geraakt op de nieuwe Audi Q3, die trouwens bij Seat in Spanje wordt gefabriceerd. Het is een van de fijnere PC-tractoren, die door geen enkele zuurpruim om zijn afmetingen asociaal genoemd kan worden. Voor wie hem zich kan permitteren is de Q3, mits behoorlijk aangekleed, een van de fijnste boodschappenauto’s op de markt. Maar wél eentje die de eigenaar ook prettige weekenden en heerlijke vakanties kan bereiden.
Schrijf een review