In navolging van Mercedes-Benz, die met de CLS een fraaie en comfortabele vierdeurs – en volwaardig vierpersoons – coupé in het leven riep, blijkt ook BMW zich aan zo’n huzarenstukje niet te vertillen. Maar waar de CLS doodgewoon op de basis van de E-Klasse is opgetrokken, deelt de Gran Coupé die techniek helemaal niet met de rest van de 6-serie, maar met de grotere 7-serie. Net als de 5-serie GT.

Het ligt voor de hand dat de Gran Coupé het onderstel dan ook met de 5 GT zou delen, maar dat zou véél te simpel zijn. De Gran Coupé, dus met recht veel Gran-der dan de tweedeurs zustermodellen, heeft een totaal andere achteras dan de GT, om een veelvoud van redenen die, zoals de Nederlandse onderstelbovenbaas van BMW Jos van As (What’s in a Name?), me uitlegde voornamelijk voortspruiten uit de wens naar een grotere stuurprecisie.

Nederlanders bepalen wat een BMW is
Die speciale aluminium achterasconstructie van de Gran Coupé maakt het mogelijk de zogeheten ‘Inegral-Aktivlenkung’ als optie te installeren, die naast een snelheidsafhankelijke elektrische stuurbekrachtiging op de voorwielen, ook meesturende achterwielen omvat. Anders dan bij andere merken wel het geval is sturen ze alléén mee en wen je er buitengewoon snel aan. Ook de variabele overbrenging van de actieve stuurinrichting vóór maakt hier een veel natuurlijker indruk dan bij eerdere toepassingen. Met andere woorden: deze grote coupé stuur echt messcherp.

Hoewel de ‘M’ in BMW natuurlijk voor ‘motoren’ staat, zijn toch de wegligging en stuurprecisie van de producten van dit Beierse auto- en motorfietsenmerk de essentie. Beide zijn sinds jaar en dag de verantwoordelijkheid van Jos van As, voor élke BMW, maar ook voor de dochtermerken Mini en Rolls Royce. Er komt geen BMW de fabriek uit of hij rijdt precies zo als Jos van As dat heeft gewild. Wat een prachtbaan, voor iemand die letterlijk aan de voet van de Westertoren is geboren, op de Amsterdamse Prinsengracht. Naast designchef Adrian van Hooydonk de tweede Nederlander in hoge mate bepaalt hoe en wat een hedendaagse BMW is.

De V8 was nog niet klaar
Nu nog een Nederlandse motorenman, zou ik zeggen. Die motoren voor de nieuwe Gran Coupé zijn bekenden. Bij de introductie op Sicilië ontbrak nog het topmodel, met de 4,4-liter V8 van de 650i, dus nog even niet kunnen proeven van diens 450 pk en 650 Nm. Maar rondsturen met de twee zescilinder 640’s, benzine of diesel, vormde een comfortabele pleister op die nauwelijks schrijnende wond. De drieliter 640i levert zijn 320 pk en 450 Nm mede dankzij zij TwinPower Turbotechnologie, waarbij de turbo volgens het Twin-Scroll principe werkt dat een zeer snel op toeren komen bevordert. Turbolag kent deze kanjer dan ook nauwelijks, zeg eigenlijk maar: niet.

De prestaties op papier zijn al indrukwekkend: in 5.4 tellen naar de honderd (de top is ook hier op 250 km/h afgeregeld) bij een officieel gemiddeld verbruik van 7.7 l/100 km. In de praktijk is het vooral de enorme souplesse die opvalt, waarbij de achttraps automaat dáár niet voor nodig is, maar wel degelijk het verbruik ten goede komt.

Het karakter van de 640d is nauwelijks anders. Allereerst hoor je alleen bij starten (en tussentijds uitstappen) dat je met oliestook te maken hebt en wijst ook tijdens de rit de enorme levendigheid niet op deze goedkopere brandstofsoort. De honderdsprint verloopt dan in precies dezelfde 5.6 tellen, maar bij tussensprintjes is hij wel een kléin beetje minder vlot uit de startblokken. Ook hier is de inhoud drie liter, maar komt het verwogen niet verder dan 3134 pk. Dat hij toch zo vlot is valt te danken aan het grotere maximumkoppel, dat hier tot 630 Nm reikt. En het brandstofverbruik, zegening van de diesel, blijft tot 5.5 l/100 km beperkt.

Vanzelfsprekende topprestaties
Het zijn eigenlijk verbluffende prestaties, maar rijdend in zo’n Gran Coupé ervaar je ze als heel vanzelfsprekend. Beide 640’s leveren hun power ook met een hartverwarmende achteloosheid, met weliswaar in beide gevalleen een heerlijk motorgeluid, maar een sound die nooit opdringerig wordt. Souplesse is ook hier het trefwoord en dat dient het sterkste punt van de Gran Coupé, na uiterlijk en weggedrag, namelijk het comfort. Dat staat zonder meer op 7-serie niveau – en ook de beenruimte valt in die categorie. Uiteraard is de hoofdspeling wat minder, maar die blijft toch verre van benepen.

En dat comfort wordt verder ondersteund door een schitterend design, met de mooiste materialen en een afwerking die op het allerhoogste niveau staat. Wat een vorstelijke genoegen – en dan ook nog razendsnel op weg zijn, waarbij de bekende elektronische beschermheiligen discreet hun werk doen en je op het spekgladde en stoffige Siciliaanse asfalt wat ruimte tot Spielerei gunnen, want een beetje dwars mág en de ingreep is dan even gedecideerd als goedmoedig.

Van alle gadgets en speelgoedjes wil ik één zaak nog even noemen. Het voortreffelijke head-up display. Het beste wat ik tot nu toe ben tegengekomen. Voor de belangrijkste informatie, inclusief die van het navsys, hoef je de blik niet meer van de weg af te leiden en dat draagt bij aan veiligheid en comfort. Wat die spulletjes allemaal gaan kosten is hier nog niet bekend, wel dat de 640i er vanaf 2 juni is vanaf 94.400 euro. De 640 gaat € 99.800 en de V8’s vanaf € 111.000.

Conclusie
Hoe overweldigend zijn luxe en het comfort ook zijn, de BMW 640 Gran Coupé blijft een echte BMW, een pure rijdersauto dus.