Ruim een half jaar later, in september 2007, presenteerde Volkswagen op de IAA in Frankfurt de Up Concept, min of meer de opvolger van de Fox, maar dan met een volledig eigen gezicht. Het concept van het studiemodel riep wel enige vraagtekens op: een achterwielaandrijver met de motor achterin. Dat daarvan uiteindelijk is afgeweken is eenvoudig te verklaren: te duur. De productieversie heeft gewoon de motor voorin. Of ja, gewoon, het was volgens de technici flink puzzelen om alle componenten in de schrikbarend kleine motorruimte onder te brengen. De wielen staan immers op de uiterste hoeken van de carrosserie. Zo heeft de radiator bijvoorbeeld een plek gevonden schuin naast de motor in plaats van de gebruikelijke plek, exact ervoor.
Ikea
De Volkswagen Up is slechts 3.54 meter lang en 1.64 meter breed. De wielbasis daarentegen bedraagt een keurige 2.42 meter. De ruimte tussen de wielen komt volledig ten goede aan het interieur. Weet dat de wielen van de Polo 2.47 meter uit elkaar staan en je kunt een aardige inschatting maken van het binnenste. Royaal is misschien niet de juiste benaming, maar zowel voor- als achterin kunnen twee volwassenen tot 1.90 meter gewoon goed zitten. De instap naar achteren verloopt zonder horten of stoten, alleen keert de stoel niet terug naar zijn oorspronkelijke positie. Opvallend is ook de grootte van de kofferruimte. In menig concurrent kun je nog geen boodschappenkratje kwijt, de Up kan 251 liter behappen, ruim boven het gemiddelde van 150 liter in deze klasse. De bagageruimte heeft bovendien een dubbele vloer en de achterbank kan in delen neergeklapt worden. Als je vervolgens ook nog de ‘opvouwoptie’ van de bijrijdersstoel aanvinkt, ontstaat een vrijwel volledig horizontale ‘vloer’ zodat voorwerpen tot 2 meter (!) lang in de Up vervoerd kunnen worden. Dus ook de Billy-kast van Ikea kan gewoon mee in de Up. In de verpakking welteverstaan.
Maps en more
Het interieur is mooi afgewerkt en opgetrokken uit keurige materialen. Volgens Da Silva zijn dezelfde kwaliteit materialen gebruikt, die ook in andere Volkswagen modellen te vinden zijn. Met andere woorden, er is niet op bezuinigd. Om wat kleur in het binnenste te brengen komt de carrosseriekleur terug op dashboard en deurpanelen. Bijzonder is het optionele maps en more, een systeem dat in samenwerking met Navigon is ontwikkeld. Het betreft een mobiel (uitneembaar) navigatiesysteem, maar eenmaal in de steun bovenop het dashboard geprikt, maakt ie verbinding met het netwerk van de auto. Behalve navigeren, geeft het systeem ook telefoon-, uitgebreide informatie- en entertainmentfuncties weer, zoals de optische parkeerhulp en de Think Blue-hulp, die helpt de bestuurder zuiniger te laten rijden. Maps en more kan in de toekomst verder uitgebreid en geactualiseerd worden met nieuwe ‘apps’ en kost in Duitsland slechts 400 euro.
Volkswagen levert de Up met ESP en (uniek in dit segment) City Emergency Braking (CEB), oftewel een remhulp. Het systeem scant via lasersensoren voortdurend de omgeving vóór de auto op eventueel aanrijdinggevaar en kan in een noodsituatie (tot een snelheid van 30 km/u) de Up volledig tot stilstand brengen. De motor slaat in dat geval af. In Europa vinden dagelijks 5.000 ongelukken plaats, waarvan 65 procent in de stad. Als je bedenkt dat 75 procent van alle A-segment auto’s voornamelijk in de stad wordt gebruikt, is zo’n remassistent dus helemaal zo gek nog niet. Voor de prijs hoef je het ook niet te laten, in Duitsland wordt het systeem voor 200 euro aangeboden en in ons land is het standaard vanaf het tweede uitrustingsniveau (move up) in combinatie met ESP. Volgens een woordvoerder van de importeur zou de Up als move up in ons land nog steeds onder de tien mille blijven.
Meer smaken
We reden de meest vermogende Up voorzien van een 1.0 liter driecilinder met 75 pk. Diezelfde motor komt straks ook in een 60 pk uitvoering te koop. De driecilinder is helemaal nieuw ontwikkeld, uit aluminium opgetrokken en modulair van opzet: er kan een extra cilinder aangeplakt worden én de motor kan worden voorzien van directe inspuiting. Deze zogeheten EA211-motorengeneratie zien we straks dus ook terug in andere modellen van de fabrikant. Een van de technici liet bovendien ontglippen dat een snellere uitvoering van de Up (een Up GTI?) ook in de pijplijn zit, net als een vijfdeurs variant en een mini-MPV, al waren die twee modellen reeds ‘aangekondigd’.
Met een leeggewicht van slechts 790 kilogram heeft de 75 pk uitvoering weinig moeite om de Up op snelheid te brengen. Een driecilinder heeft van huis uit een typisch rauwe klank bij accelereren, en dat is in de Up niet anders. Wel te prijzen valt de loopcultuur van de driepitter met weinig tot geen vibraties. Stationair draait het blok vrijwel geluidloos en ook op constante snelheid is de driepitter stil. Hoewel de Up vooral als stadsauto wordt aangeprijsd, gedraagt ie zich daarbuiten ook heel volwassen, waarbij zowel besturing als demping in positieve zin opvalt. Je hebt eigenlijk nooit het idee met zo’n kleine stadsrakker op pad te zijn. Ook weer te danken aan die relatief lange wielbasis. De motor wordt trouwens gekoppeld aan een eveneens nieuw ontwikkelde handgeschakelde vijfbak. Diezelfde bak komt volgend jaar ook als halfautomaat op de markt. De fabrikant belooft een snellere gangwissel dan we tot nog toe gewend zijn van dergelijke automaten.
Bluemotion
De eenliter noteert een CO2-uitstoot van 105 en 108 g/km voor respectievelijk de 60 en 75 pk-versie. Die laatste zou in theorie dus genoegen nemen met 4.2 l/100 km. Onze test-Up voorzien van 16-inch lichtmetaal kwam tijdens de eerste kennismaking op een gemiddelde van 6.8 l/100 km (1 op 14.7). Niet helemaal representatief misschien, want we hebben regelmatig aanspraak gemaakt op z’n volle vermogen, maar het geeft toch enigszins aan dat de fabriekscijfers je (zoals zo vaak) enigszins op het verkeerde been kunnen zetten.
Een paar maanden na zijn debuut komt de Up ook als Bluemotion Technology te koop. Een stop-/startsysteem, banden met een lagere rolweerstand, andere ovebrengingsverhoudingen en enkele aërodynamische aanpassingen verlagen de CO2-uitstoot tot 97 g/km en 99 g/km voor beide uitvoeringen. Dat is goed nieuws, want per 1 juli 2012 wordt de maximum CO2-uitstoot voor 14 procent bijtelling en BPM-vrijstelling verlaagd naar 91 g/km voor diesels en 102 g/km voor benzineauto’s. De Up! is pas echt een CO2-kampioen in de CNG-versie, die later verschijnt. Deze aardgas-Up scoort als Bluemotion Technology een CO2-uitstoot van slechts 79 g/km, het laagste cijfer voor een auto zonder elektromotor. Over een elektromotor gesproken, in 2013 volgt er ook nog een elektrische Up.
Prijzen
Zoals gezegd zijn de prijzen van de Up nog niet bekend. De vanafprijs blijft in ieder geval ruim onder de tien mille. Reken op een instapprijs van om en nabij de 8.800 euro voor de Up in take up-uitvoering. Het tweede niveau ‘move up’ zal net onder de tien mille blijven en de high up, de meest luxe versie, zal de 10.000 euro grens wel overschrijden. Begin 2012 staat de Up in de showroom. Zo heeft Volkswagen eindelijk weer een ‘wagen’ voor het volk. Wat ons betreft: missie geslaagd!
Schrijf een review