Al meer dan 25 jaar is de Lancia Y(psilon) het compacte luxepaardje uit Italie. De auto die uitgroeide van een stijlvol alternatief voor de Panda of Uno van Fiat tot een speels en luxe stadsauto die bovendien praktischer is dan ooit. De nieuwe Ypsilon heeft er namelijk twee deuren bij gekregen, wat de entree naar de achterbank een stuk makkelijker heeft gemaakt. Je moet kijken waar de handgreep voor het extra portier zit; de ontwerpers hebben die optisch verstopt naast de zijruit. Lancia heeft voor de verandering wel een groeistuip achterwege gelaten; de vierde generatie is nauwelijks langer en smaller. Het scheelt zo'n vier centimeter in breedte en dat is zeker te zien. Zet de nieuwe Yp naast de voorgaande en er staat een compacter autootje – een soort kleine Delta. Vooral van achter oogt de Ypsilon nu gedrongener, terwijl we bij zijn voorganger juist de breedte kon waarderen. Mag Lancia’s kleinste qua postuur niet teveel aan de Punto Evo knabbelen? Toch is de nieuwe Ypsilon in andere opzichten wel gegroeid, de bagageruimte heeft nu 245 liter inhoud en dat was ook wel welkom.
Minder breedte, meer stijl
Omdat de carrosseriebreedte is afgenomen voelt de nieuwe Ypsilon binnenin ook iets krapper aan; de Lancia-cabine ademt gewoon minder ruimte en dat komt vooral tot uiting wanneer wij als twee volwassen kerels voorin plaatsnemen. De deurpanelen zijn slim ingericht om toch zoveel mogelijk vrije centimeters te bieden. De stoelen zijn echter wel net een slagje kleiner dan voorheen. Het fijne stofje (of leder) dat er om heen zit – Lancia kiest altijd net even een andere weg met afwerking – kan niet verhullen dat volwassen ledematen minder goed worden ondersteund; de zitting is korter en je zit er bovendien meer op dan in. Jammer, tenzij je wat kleiner van stuk bent. Achterin is de Ypsilon beslist niet karig met de beenruimte; lange personen komen wel in de knel met hun hoofd.
Als vanouds is voor het instrumentarium een centrale rol weggelegd. De ronde tellers zijn in een vierkant huisje geplaatst om informatie te geven over je snelheid, toerental en de boordcomputer. Ook de versnellingspook zit wederom hooggeplaatst. Vernieuwend is het krachtige design van het dashboard, dat meer lijntjes en vormen bevat en is opgetrokken uit diverse soorten materialen. Ook is er een grotere variëteit in kleurgebruik; bruin, pianolak, metaalgrijs en antraciet wisselen elkaar af. Links vooraan heeft Lancia een aansluiting gereserveerd voor TomTom navigatie, waarbij de software is aangepast aan de auto. Dat ziet er niet alleen leuk uit maar biedt ook extra informatie zoals een ecometer. Zo kun je – samen met de hulp van de schakelindicator – bewust zuinig rijden.
Krachtpatsertje
Om daadwerkelijk fraaie verbruikscijfers te scoren hebben de Italianen geen halve maatregelen genomen. De 1.2 en 1.4 liter viercilinder benzinemotoren zijn vervangen door een nieuw klein krachtpatsertje; de 0.9 TwinAir. Het blokje dat slechts twee(!) cilinders telt kennen we al uit de Fiat 500 en is dus ook voor iets grotere modellen gereserveerd. We kunnen Lancia geen ongelijk geven; na de eerste kilometers raak je vanzelf overtuigd. Goed, of het karakteristieke tweecilinderprutteltje bij zeer lage toeren nou ‘des Lancia’ is – het doet ons eerder verlangen naar een oude 500 of 2CV - het motortje staat z’n mannetje en brengt de Yp probleemloos vooruit. Zeker vanaf zo’n 2000 toeren is de TwinAir goed op krachten en laat hij je zelfs verleiden tot een sprintje. En dan zit je zomaar in de toerenbegrenzer, die bij precies 6000 toeren subiet een einde maakt aan de acceleratie. Opvallend is dat je dan niet in een hels kabaal bent beland; het klinkt eerder alsof de toerenwijzernaald het getal vier aanwijst. Dat ligt deels aan het motorconcept maar ook aan goede isolatie; ook dat is immers een vorm van luxe.
Wanneer je echter goed op de toerenteller let en gewoon met het verkeer meerijdt – sturen in de Yp gaat licht en met de City-stand van de stuurbekrachtiging al helemaal! - komt het zuinige karakter van de TwinAir het meest tot zijn recht en meet de boordcomputer maximaal een liter of zes per honderd kilometer. Deze eerste kennismaking was te kort om te toetsen hoever die verbruiksmeter de belofte van de fabriek kan waarmaken; met een beetje geluk moet namelijk 4.2l/100km er in zitten. Dat zou neerkomen op slechts 99 gram CO2-uitstoot; heel erg netjes. De semi-automaat DFN kan er nog eens twee gram vanaf snoepen. Naast de TwinAir-motorisering biedt Lancia ook nog een Bi-fuel variant met 1.2 litermotor. Dit is een viercilinder die minder krachtig is maar door het relatief schone autogas ook aan mooie emissiecijfers komt. Beide varianten zijn in ons land wegenbelasting- en BPM-vrij.
Keuzes...luxeprobleem!
Met keuze uit een twee- of viercilinder is de koop van een nieuwe Ypsilon nog niet rond. Je zult namelijk ook moeten kiezen uit Gold of Platinum, dat zijn de ‘smaken’ waarin de kleine Lancia verkrijgbaar is. Daarna is er een keur aan luxe opties (al dan niet in pakketvorm) zoals drie typen lichtmetalen wielen, bicolore lakkleuren, xenonverlichting, parkeersensoren, een panoramadak en Blue&Me. En dan zijn er nog vele accessoires die de Ypsilon tot in detail op smaak brengen. Zelfs de contactsleutel is er in verschillende kleuren, met of zonder ‘bling’. Je kunt de vanafprijs van 15.000 euro daardoor nog best laten opdrijven, maar dan krijg je er een precies zoals je ‘m hebben wilt.
Conclusie
De nieuwe Lancia Ypsilon zet zichzelf zowel stijlvol als volwassen op de kaart; de compacte Italiaan deelt de genen van zijn voorgangers maar combineert dat met optisch DNA van grote broer Delta. Hoewel Lancia nu voor iets kleinere proporties heeft gekozen is de Ypsilon er door twee extra deuren en een grotere bagageruimte wel praktischer op geworden. De klein en krachtige TwinAir motor is de sleutel tot succes in een laag brandstofverbruik en een aantrekkelijke prijs. Dankzij zijn ‘belastingvrije’ status is de Ypsilon betaalbaarder dan ooit en zijn de talrijke optie- en accessoiremogelijkheden dat ook. Wat een luxe!
Schrijf een review