Heel kort draaien de achterwielen door en voelen we een minieme kwispelbeweging in de kont van de Jaguar XKR bij het vloeren van het gaspedaal als het licht op groen gaat. In de regen zoeken de 20 inch grote en bijna drie decimeter brede Dunlop Sport Maxx-banden naar grip als je de volledige 420 pk naar de achteras stuurt. Dan valt de Jag weer in zijn rol en als een gentleman regelt hij het vermogen precies zo dat de XKR maximaal accelereert zonder een millimeter van zijn gekozen spoor af te wijken.
Als de grip is hersteld, gaat die acceleratie wel bloedsnel. In 5,2 seconden staat er 100 km/h op de teller (op een droge weg natuurlijk) en als de XKR onbegrensd zou mogen doorrazen, dan zou de 300 km/h niet ver uit het zicht blijven. Dat zijn prestaties waar Italiaanse raspaardjes en Duitse ‘racekevers’ zich niet voor hoeven schamen. Maar de stijl waarin ze worden geleverd is zo dramatisch anders bij de Jaguar.
Geen hees hijgende, hitsige Ferrari-achtpitter in je nek – ook al heeft dat natuurlijk ook z’n charme en betovering – of een agressief grommende zespits boxermotor die je voortduwt, maar een beschaafd met een compressor opgepompte V8-motor voorin onder de ellenlange motorkap. Hij gromt wel een beetje als je gas geeft, maar zelfs dat doet hij op een geciviliseerde manier. Met het stijgen van het toerental wordt het geluid wel wat venijniger, maar nooit opdringerig en aan de andere kant van je mobieltje zullen ze niet vragen waarin je nu weer rondrijdt, zo subtiel bereiken de decibellen het interieur.
De V8-motor is dezelfde krachtbron die in de ‘gewone’ Jaguar XK zijn werk doet, maar hij krijgt een portie extra lucht door de mechanisch aangedreven compressor (in plaats van door de uitlaatgassen bij een turbo). Daardoor is de vermogensontwikkeling heel mooi lineair met een trekkracht die zijn hoogste waarde van 560 Nm bereikt bij 4.000 toeren. Het maximum vermogen is dik 2.000 toeren later al paraat en verder doortrekken heeft ook niet zoveel zin.
Laat het schakelen in het normale verkeer maar gerust over aan de standaard zestraps automaat, dan verloopt de sprint het meest soepel. Ingrijpen kun je overigens wel met de ‘flippers’ achter het stuurwiel, maar dat is voor circuitdagen of om de XKR met een stoere portie tussengas te laten terugschakelen. Ook zonder die akoestische aandachttrekkerij staat de XKR echter in de belangstelling. Het is namelijk een erg mooie, vloeiende gelijnde auto.
Zelfs in het donkerrood is het een plaatje om te zien met zijn aluminium accenten en het racegaas in de grille. En de indrukwekkende 20 inch wielen (standaard is 19 inch) geven de forse remtangen bloot, waarop heel subtiel XKR is aangebracht. Subtiel zijn ook luchtsleuven in de motorkap. En ze dienen ook een doel, want de XKR moet zijn warme lucht wel kwijt.
Praktisch is de Jaguar XKR ook nog wel, want zijn derde deur geeft toegang tot een 330 liter metende bagageruimte, waar je zelfs de weekendboodschappen mee kunt halen. Daar heeft de Jaguar een streepje voor op de eerder genoemde concurrenten, die je in het winkelcentrum laten klungelen met kleine kofferbakken tussen de voorwielen.
We schreven het al eerder, Jaguar heeft van de XKR een heel beschaafde sportauto gemaakt. En die beschaving heeft men gelukkig doorgetrokken naar de prijsstelling. Natuurlijk is 136.990 euro niet weinig, maar voor een auto van dit kaliber is het heel betaalbaar. Een 355 pk sterke 911 Carrera S begint ook al bij dik 130 euromille en een Ferrari F430 kost ruim anderhalf keer zo veel.
