Een merk als Volkswagen moet van alle markten thuis zijn. En dus hebben de Duitsers ook hun kansen benut toen de coupé-cabriolet in opkomst was. In 2006 werd de multifunctionele Eos een feit; een hardtop coupé die bij mooi weer met een druk op de knop in een cabriolet veranderde en ook plaats moest bieden aan vier personen. Je moest er wel stevig voor in de buidel tasten – dat dak krijg je immers niets voor niets. Het nichemodel is dit jaar aan zijn nieuwe carrière begonnen. Dat moest ook wel; aangezien Volkswagen besloten de Golf Cabriolet weer tot leven te wekken. Die moet met zijn stoffen kap en iets kleinere afmetingen het publiek aanspreken die vooral op zoek is naar een leuke cabrio (voor erbij?). De Eos krijgt zo opnieuw de ruimte zich als grotere broer te presenteren.
Eigen persoonlijkheid
Het nieuwe gezicht van de Eos is één van de onderdelen van de facelift. De neus heeft afscheid genomen van de chromen inleg rond de grille en toont nu gelijkenis met de Jetta en de Golf. Een schaamteloze kopie daarvan is het zeker niet, Volkswagen heeft er met andere bumpers, nieuwe lakkleuren, vers lichtmetaal en gewijzigde lichtunits voor gezorgd dat de Eos zich zelfstandig profileert. De dubbele uitlaat verraadt de nodige potentie onder de motorkap. Het interieur is ontleend aan dat van de Golf, waarna sierlijker ingerichte deurpanelen en extra chroom rond de ventilatieroosters voor een Eos-sausje zorgen. Samen met het optionele zwarte Vienna-leder ziet het er nog steeds strak en verzorgd uit. Dankzij de verjongingskuur lopen alle bedieningselementen, het stuur en de tellers weer in de pas met andere modellen. Bovendien is de indeling lekker overzichtelijk en vind je er dus meteen de weg. Nog steeds kan het model te koop lopen met z’n inklapbare hardtop, waarin ook een glazen schuif-/kanteldak is verwerkt. Zo heb je te allen tijde profijt van hemellicht en eventueel een klein briesje in de haren. Net waar je zin in hebt. Op de achterbank is plaats voor twee personen. Die mogen echter niet te lang zijn als het dak dicht is; hoofdruimte is door de aflopende daklijn natuurlijk beperkt. Beenruimte is evenmin riant maar met een beetje inschikken wel te doen. Ons advies: neem je vrienden alleen mee wanneer de zon schijnt en je hoort ze niet klagen.
Rappe 2.0 TSI
Tegelijkertijd met de opfriskuur is ook het motorpalet opgeschoond. De 2.0 TSI is naast de 1.4 TSI en een dieselvariant wederom van de partij, maar de turbomotor – die ook in de Golf GTI te vinden is! - levert nu 211 pk en 280 Nm. Interessanter dan de tien pk winst is het brandstofverbruik, dat naar 7.5l/100km kon dalen. Als vanouds is de krachtbron te koppelen aan de zestraps DSG-tranmissie – de nog efficiëntere zeventrapsvariant is alleen geschikt voor minder krachtige motoren. Rijden met de zestrapper is echter helemaal geen straf; met dank aan de dubbele koppeling wordt er razendsnel geschakeld. Bovendien kan de tweeliter zijn krachten uitstekend spreiden over zes versnellingen en heeft hij veel minder een ik-moet-zuinig-doen-karakter. Dat rijdt wel zo relaxed en past goed bij de bedoelingen van de Eos. Hoewel 210 pk en zo’n rappe transmissie tot snelle sprintjes (0-100 in 7.8 sec) en tot 236 km/u in staat is, vraagt de Eos niet om doorrijden. De voorwielen hebben dan hun handen vol aan al deze kracht en omdat de coupé-cabriolet door zijn dakconstructie ook voelbaar geen lichtgewicht is verkies je rustig toeren eerder boven bochtenjagen. Hoe verleidelijk het met een stralend zonnetje en wind door je haren ook is en ondanks het standaard sportonderstel dat voor de 2.0 TSI is weggelegd. Met de optionele dynamische demperregeling Dynamic Drive Control kun je weliswaar de stuggere Sport-stand nog selecteren maar dat zet uiteindelijk geen zoden aan de dijk. In de Comfort-stand rolt de Eos juist extra soepel over het asfalt en kun je – met stoelverwarming en het windscherm – lekker lang comfortabel nazomeren. Genieten! Wel is te merken dat de Eos met de stijfheid van de carrosserie niet meer voorop loopt; wie dakloos rijdt voelt fractionele beweeglijkheid van de koets en ziet de binnenspiegel trillen. Het geeft weliswaar karakter aan cabrio-rijden maar is een ‘funcabrio’ makkelijker te vergeven. Misschien zeuren we, het is niet anders.
Prijzen en conclusie
De Volkswagen Eos is er vanaf 33.390 euro met 1.4 TSI 122 pk. De 160 pk versie staat vanaf 36.190 euro te boek. ‘Onze’ 2.0 TSI kost met de DSG-transmissie 44.390 euro. Deze tweeliter is er alleen als Highline waadoor de meerprijs ten opzichte van de 1.4 TSI’s groter is, maar comfortabel cabriorijden ook meer tot zijn recht komt. Denk hierbij aan het lederen driespaaks multifunctionele stuurwiel, cruise control, automatische airco en een middenarmsteun. Ook ben je verzekerd van een chromen grille, 17 inch lichtmetalen wielen, multimedia aansluitbox en een licht&zicht-pakket. Het RNS 315 navigatiesysteem is optioneel maar tegenwoordig al beschikbaar voor 890 euro. Toch blijft een investering van 45 mille een flinke smak geld; Peugeot en Renault vragen minder voor luchtig rijden.
Het vernieuwen van de Eos zet de coupe-cabriolet van het merk niet wezenlijk anders op de kaart. De facelift zit ‘m – op de neus na – in kleine dingen maar houden het model bij de tijd. Vier zitplaatsen en het veelzijdige inklapbare dak met geïntegreerde schuif-/kanteldak bepalen grotendeels de toegevoegde waarde ten opzichte van een Golf Cabriolet. De 2.0 TSI maakt de Eos opvallend fel en werkt goed samen met de DSG-transmissie. Maar, omdat de Duitser door zijn omvang en gewicht niet echt sportief uit de verf kan komen misschien ook een gevalletje overdaad. Comfortabel cruisen met de haren in de wind kan prima met ietsje minder. Bovendien blijven dan de nodige euro's op zak, de Eos is bepaald geen weggevertje.
Schrijf een review