Geen spectaculaire, nieuwe verschijningsvorm voor de Volvo V70 dus, maar een subtiele evolutie van het vorige model. De neus is nu in lijn gebracht met die van de S80 en de flanken laten een iets sportiever profiel zien met een meer geprononceerde wigvorm. De achterkant is nog het meest ingrijpend vernieuwd. En naar onze smaak het minste fraaie deel van de V70. Het doet wat Aziatisch aan.
De Volvo V70 staat op hetzelfde onderstel als de S80, die dat platform weer deelt met verschillende Ford-modellen, zoals de S-Max, de Galaxy en de Mondeo (zie ook pagina 12). In vergelijking met zijn voorganger groeide de V70 een flink stuk in de lengte (elf cm) en breedte (zes cm) en nam ook de wielbasis toe (zes cm). Dat zorgt voor extra ruimte achterin, terwijl het bagagevolume met 90 liter kon groeien tot 575 liter.
In het interieur is de V70 aangepast aan de designideeën van de jongste modellen. Verdwenen is dus de wat massief aandoende middenconsole, want die heeft plaats gemaakt voor dat slanke gebogen plankje dat ook al in de kleinere Volvo’s en de S80 zijn intrede heeft gedaan. Dat ietwat onderkoelde design is erg fraai en de slanke vormen geven in elk geval een veel ruimtelijker gevoel in het interieur.
Meer ruimte is er ook voor motoren. Voorin de V70 staan voor het eerst ook zescilinder motoren, dwars voorin zelfs. Dat kan, want de V70 deelt immers zijn bodemplaat met de vorig jaar geïntroduceerde S80, waarin een zescilinder lijnmotor en zelfs een V8 dwars voorin staan. Die V8 zal er voor de V70 overigens niet komen, want dat model wordt in Amerika, waar de V8 veelgevraagd is, nauwelijks verkocht.
Wel zescilinders dus, twee stuks zelfs. Naast de vorig jaar reeds in de S80 en XC90 gepresenteerde 3,2 liter machine met 238 pk is er nu ook een 285 pk leverende drieliter turboversie. Een uitmuntende machine met 400 Nm aan trekkracht vanaf 1.500 toeren en het is niet meer dan verstandig dat Volvo dat combineert met standaard vierwielaandrijving. Een automaat (met zes versnellingen) is trouwens altijd standaard op de zescilinder motoren. Het basisniveau in de V70 is (voorlopig althans) de 2,5 liter vijfcilinder turbomotor met 200 pk, flink hoger dan nu, want de basisversie van de huidige V70 is een 2,5 liter vijfpitter met 140 pk. Dieselen kan met een 2,4 liter vijfcilinder turbodiesel naar keuze met 163 of 185 pk.
Volvo heeft een reputatie hoog te houden op het gebied van veiligheid en daar stelt de V70 niet teleur. Standaard kun je achterin de zittingen verhogen zodat ze geschikt zijn voor kinderen en de hoofdairbags lopen voortaan iets verder naar beneden door om ook kinderen beter te beschermen. Verder is BLIS leverbaar, een systeem dat de dode hoek in de gaten houdt en als zich daar een voertuig bevindt een lampje doet oplichten bij de buitenspiegel.
Ook radar cruise controle, xenonlicht en een fraaie Dynaudio geluidsinstallatie behoren tot de opties. Kortom, het hoeft de V70-koper aan niets te ontbreken, maar veel moet wel extra worden betaald. Aan comfort ontbreekt het evenmin, want de V70 is van huis uit soepel geveerd. Niet te verwarren met slap, want de nieuwe V70 is toch nog wel wat dynamischer geworden dan zijn voorganger. Helemaal als je het elektronische dempersysteem er als extra bij neemt. Dan valt er zelfs een sportief stukje te sturen in deze Volvo, al merk je voortdurend dat ook deze nieuwe auto weer wat meer kilo’s op de schaal brengt dan zijn voorganger. Meer veiligheid en uitrusting eisen nog steeds hun tol.
Het stapje omhoog dat de V70 maakt – sterkere motoren en een grotere carrosserie – eist zijn tol ook bij de kassa. De basisversie van de nieuwe V70 is weliswaar nauwelijks duurder dan de vergelijkbare versie van het vorige model, maar het instapniveau is nu wel een 200 pk turbomotor. En die begint bij 43.635 euro. Voor de V70 2.4 met 140 pk die voorheen voor net 39 euromille in de prijslijst stond is er (nog) geen vervanger.
Wie betaalbaar V70 wil rijden kan nog een paar maanden het oude model in een actieversie kopen, in augustus begint namelijk pas de levering van de nieuwe V70.
Schrijf een review