Volvo’s C70 werd direct na zijn onthulling op de Autosalon van Parijs in 1996 enthousiast ontvangen. Ook een jaar later bij de introductie van de Cabriolet in Amerika – waar de Zweed hoofdzakelijk voor was bestemd – was de belangstelling niet van de lucht. Zodanig dat Europa tot 1999 verschoond bleef van de chique dakloze versie. Vanaf dat moment rolde het model voor ons van de band in de Udevalla-fabriek. Zonder ook maar één facelift hebben Coupé en Cabriolet lange tijd kunnen profiteren van het ingetogen, tijdloze koetsontwerp met koele lijnen, net als de S/V70 uit die tijd. Zeker in combinatie met de 16 inch lichtmetalen wielen van Volvo zelf is de Cabriolet nog een elegante verschijning. Daartoe kon Volvo naast een zwarte softtop ook een beige variant leveren. De eerste eigenaar van dit exemplaar hield alles zwart en koos verder voor de sportiever bedoelde set van BBS in de maat 17 inch uit de brochure. Naar onze mening een tikkeltje grootspraak en meer iets voor een echte sportauto. Blijkbaar vond de trotse koper dat een auto die voortkomt uit een samenwerking met Tom Walkinshaw Racing (TWR) wel dergelijk vertoon kon gebruiken…
Nieuwe neus
Hoewel het doek van de Coupé is gevallen in 2002 bleef de Cabriolet tot en met 2005 in de showroom staan. In datzelfde jaar hadden de Zweden ook de samengesmolten opvolger gereed. De C70 kreeg een inklapbare hardtop en staat sindsdien in het leven als een volwaardige vierzits coupé-cabriolet voor elk seizoen. Om de veelzijdige Zweed de komende tijd capabel in de markt te zetten werd om te beginnen eerst de neus flink aangepakt. Het front heeft nu hetzelfde gezicht als de C30, leunend op de nieuwe designtaal van de splinternieuwe S60 sedan. Met nieuwe kleuren, anders gevormd lichtmetaal en opnieuw ingedeelde achterlichten is de reeks wijzigingen aan de door Pininfarina ontworpen C70-carrosserie compleet. Hoewel de neus nu veel expressiever de wereld in kijkt dan voorheen, blijft de C70 een harmonieus ogende Coupe-Cabriolet, waarbij de driedelige dakconstructie geen noemenswaardige onbalans aanbrengt in het ontwerp. Een eigenschap waar Volvo op heeft kunnen bouwen, gezien de heel nette verkoopcijfers de afgelopen jaren en zijn marktaandeel in het segment.
Dakloos in 30 tellen
In het interieur vormen nieuwe wijzerplaten voor het instrumentarium en een extra lijntje op het dashboard het belangrijkste onderscheid met het pre-facelift model. De C70 heeft nog altijd het strakke, Scandinavisch ingerichte dashboard met de ultraslanke middenconsole. Iets waar de oer-C70 niets van heeft meegekregen; de massieve indeling zouden we nu als klassiek bestempelen en valt samen met de beige kleurstelling en houtlook sierlijsten in de categorie 'ouderwets genieten'. Wie goed kijkt ziet dat het interieur op details verschilt van de S70 sedan en V70 Estate uit die tijd; we bespeuren de automatisch dimmende binnenspiegel en twee elektrisch bedienbare stoelen met geheugenstand. Volvo gaat er van uit dat levengenieters van muziek houden en monteerde extra speakers in de deuren, waarbij optioneel nog een heuse Dolby Surround ProLogic speaker bovenop het dashboard herrees. Een subwoofer achterin brengt het totaal op 13(!) speakers. In de nieuwe C70 verzorgt Dynaudio desgewenst voor extra audio-genot.
Beide interieurs hebben een ding gemeen; een uitstekende ergonomie en zeer aangename stoelen. Het is instappen, genoeglijk wegzakken in comfortabele lederen fauteuils en wegrijden, met alle beschikbare toeters en bellen binnen handbereik. Ook de toetsbediening van het cabriodak, dat in beide gevallen elektrisch verdwijnt in zo’n dertig seconden. Daarbij schakelt de klimaatregeling ook over op handbediening om zinloze koeling met een tornadobries te voorkomen. Zo wordt ongestoord cabriorijden wel heel gemakkelijk gemaakt! Neem dan niet teveel bagage mee; de bagageruimte in de nieuwe C70 wordt deels opgeslokt door de het driedelige dak en bijbehorende bedieningsconstructie. Zijn grondlegger brengt het er overigens niet beter vanaf; de laadopening is flink afgeschermd en daardoor klein en ondiep. Ongeacht de positie van het dak. Nieuwe softtop cabriomodellen worden niet gehinderd door deze permanente afscherming.
Onthaastend dieselen
Onderhuids verschillen de Zweedse cabrio’s als dag en nacht. Ja, beide zijn voorzien van een automaat en worden voorwielaangedreven, maar de nieuwe C70 is in dit geval oliegestookt terwijl de traditionele C70 Cabriolet indertijd altijd een 2.5 liter vijfcilinder turbomotor onder de kap had. Die laatste wordt momenteel nog steeds (in gemoderniseerde vorm) toegepast in enkele Volvo-modellen waaronder de C70, al kiest Volvo steeds meer voor downsizing met kleinere viercilinders. De 2.0D Powershift aandrijflijn in de nieuwe C70 van deze reportage is van korte duur opgenomen geweest in het leveringsprogramma. Inmiddels hebben de techneuten de van Ford afkomstige 136 pk sterke viercilinder vervangen door een nieuwe vijfcilinder uit eigen huis, met naar keuze 150 (D3) of 177 pk (D4). Hoewel de 2.0D probleemloos is berekend op de relatief zware C70 en de Powershift automaat met dubbele koppeling de gang er soepel en stil inhoudt, kunnen we geen ‘nee’ zeggen tegen de nieuwe vijfcilinder, die meer vermogen en trekkracht met een nog iets lager verbruik kan combineren en daarbij de typische sound ten gehore brengt. Het is jammer dat Powershift – die veel beter (en sneller) de plannen van de bestuurder aanvoelt - niet aan deze prettige opvolger is besteed. Gelukkig vormt de Geartronic bij een dagje boulevard cruisen weer helemaal geen bezwaar.
Zoals gezegd is de eerste generatie C70 altijd van een vijfcilinder voorzien. Het exemplaar dat hier ten tonele is verschenen wordt geassisteerd door een low pressure turbo, zodat 193 pk’s garant staan voor degelijk prestatiepotentieel. Potentieel, omdat juist zo’n C70 Cabriolet een behouden rijstijl verdient. Net als de nog sterkere T5-krachtbron vormt de weet genoeg vermogen achter de hand te hebben een aangename luxe bij een onthaastende nazomerrit, waarbij de viertrapsautomaat gewenste schakelingen uit handen neemt. De niet zo heel stijve koets en wat vage besturing vragen daar ook om, ondanks dat de C70 zijn roots ontleent aan een toch als rijders-Volvo bekendstaande 850. Met de laatste zomerstralen aan de hemel is dat zolang je niet de hele dag over klinkers rijdt allerminst afzien.
In de nieuwe C70 liggen zowel comfort als rijeigenschappen (natuurlijk) op een hoger peil. Anno 2010 is comfort en dynamiek geraffineerd met elkaar verenigd, al blijft de Zweed door zijn relatief hoge gewicht en z’n niet heel direct ingestelde XL-sportstuurwiel meer een comfortabele reiscabrio dan een dynamische coupé. Dat bevestigt nog eens dat de soepel vrijkomende dieselkracht van de 2.0D uitstekend past bij het karakter van de Zweedse Cabrio. Prettig is ook dat de carrosserie beter trillingsvrij blijft op rommelig wegdek – al blinkt de C70 hier nog altijd niet in uit – met open dak blijven de inzittenden ook langer uit de wind. Achterin is de zitpositie iets lager om uit de wind te blijven en net even ruimer om af en toe met gezelschap er op uit te trekken. Het windscherm in de nieuwe telg blijkt eveneens effectiever om de invloeden van moeder natuur, zeker bij lagere temperaturen, te beperken. De krachtige klimaatregeling en verwarmde lederen stoelen maken het mogelijk nog langer te genieten van de buitenlucht.
ROPS en BLIS
Beide cabrio’s zijn naast de traditionele airbags – 4 in het geval van de C70 Classic en 6 in de nieuwe – ook uitgerust met ROPS, het systeem dat razendsnel rolbeugels uit de achterste hoofdsteunen schiet en de gordels strak houdt zodra de koets over de kop dreigt te slaan. De C70 Cabriolet was bij zijn introductie van de eerste auto’s die met een dergelijke veiligheidsaccessoire is uitgerust. Volvo was namelijk van mening dat zij alleen een dakloze auto op de markt konden brengen als die net zo veilig was als een gesloten Volvo. Ook de mogelijkheid om de C70 onzichtbaar te verstevigen rondom het passagierscompartiment, de voorruit en A-stijlen heeft aan het positieve besluit bijgedragen. Het dak is immers normaliter ook onderdeel van de veiligheidsconstructie en dus waren alternatieven noodzakelijk. Van BLIS had men vlak voor de milleniumwisseling nog niet gehoord. Het is op de nieuwe generatie optioneel beschikbaar en waarschuwt met een lampje aan de voet van de buitenspiegels indien er een medeweggebruiker in de dode hoek rijdt. En die hoek is groter dan je denkt, zeker bij de C70 met stoffen kap. De toenmalige eigenaar bedacht er zelf iets op door het dodehoekspiegelglas van een exemplaar uit het linksrijdende UK te monteren. Dan blijkt een ongeluk(je) in een veel kleiner hoekje te zitten. Dat Volvo daar zelf niet heeft aan gedacht!
Tot slot
Uit deze nazomerse kennismaking met de twee luchtige Zweedse broers blijkt maar weer eens dat cabriorijden een echte liefhebberij is. Rijden zonder dak verrijkt de beleving van het autorijden en met dank aan comfortverhogende accessoires zoals stoelverwarming en het windscherm is daar niet eens veel zon of warmte voor nodig. En hoewel de cabrio niet is geboren met een dieselmotor onder de kap, verstoort de stille tweeliter niet dat plezier. Zijn opvolger – de nieuwe D3 – al helemaal niet. De Geartronic is daarbij niet zo assertief als de Powershift automaat maar omdat de C70 zich vooral presenteert als een comfort-cabrio kunnen we daar wel mee leven. De vernieuwde Volvo C70 is er vanaf 46.545 euro.
Schrijf een review