Wetende dat ook de Prius zijn beloofde verbruik niet haalt, zijn we even in ons testdossier gaan spitten. We reden vorig jaar de nieuwe Prius en kwamen uit op een gemiddeld verbruik van 1 op 18,2. Toevallig stond destijds ook een lange rit in Duitsland op het program, dus dat komt goed uit. De Auris Hybrid werd namelijk ook ingezet voor een dagje op en neer naar Frankfurt. Heerlijk asfalt verslinden, en dat met zo’n hybride vogel. Het gaat prima, laten we dat voorop stellen. De Auris gaat als de brandweer in PWR Mode. Als het uiterste van hem wordt gevraagd, assisteert de elektromotor de 1.8 benzinemotor, zodat het gecombineerd vermogen van 136 pk ten volle benut kan worden. Het verbruik is dan slechts bijzaak, zo blijkt. Een paar honderd kilometer zoveel mogelijk ‘voll gas auf die linker strecke’ (lees: 194 km/h) resulteert in een verbruik van 1 op 12,3. Als langdurig het uiterste van hem wordt gevraagd is het verschil in verbruik tussen een hybride en een regulier model dus nagenoeg nihil.

Kunstje

Eigenlijk ook heel logisch, bovenstaande constatering. De Auris Hybrid moet het hebben van ritten in en om een (liefst drukke) stad, met zoveel mogelijk stoplichten, zodat het stop-/startsysteem de boel kan uitschakelen, en opstoppend verkeer om de verbrandingsmotor zo lang mogelijk buiten spel te houden. Net als de Prius kan de Auris Hybrid namelijk een paar kilometer volledig elektrisch rijden. In dat opzicht staan we toch te kijken van het brandstofverbruik op de terugweg uit Frankfurt. De auto werd vol getankt, de meters gereset en met een relatief vlotte rijstijl zetten we koers richting Nederland. Op de snelweg tikten we af en toe -rustig accelererend, dat wel- de 150 km/h aan, en het laatste deel voer over wegen met een snelheidsbeperking van 80 km/h én stoplichten. Het verbruik? Na de (af)tankbeurt in Nederland kwamen we uit op een royale 1 op 18. Keurig! Dat gemiddeld noteerden we ook aan het eind van de testweek met gevarieerde ritten. Oké, het gesteld verbruik volgens fabrieksopgaaf (1 op 25) hebben we bij lange na niet gehaald, maar toch zijn we tevreden, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat we onze rijstijl niet hebben aangepast. Alhoewel, we vonden het wel iedere keer weer een uitdaging om volledig op de accu’s vanaf de afrit van de snelweg de (nabijgelegen) eindbestemming te bereiken. Tot zo’n 50 km/u kan dat namelijk volledig elektrisch (in EV-modus), mits je je rechtervoet met heel veel gevoel weet te beroeren. Daarna zwengelt de mooie techniek zonder horten of stoten de verbrandingsmotor aan. Dat kunstje beheerst Toyota als geen ander; de vlekkeloze wisselwerking tussen de verbrandings- en elektromotor.

Power-meter

Hoe herken je eigenlijk zo’n Full Hybrid Auris Executive? Van een afstand bezien verschilt de hybride niet zo gek veel van de reguliere hatchback. Het is het ‘hybrid synergy drive’-logo aan de achterzijde en de blauwe gloed in de merklogo’s die zijn inborst verraden. De voorzijde met dikke bumper en mistpitten ziet er gelikt uit. Ook 17-inch lichtmetalen wielen mogen voortaan onder een hybride en dat doet het altijd goed, net als de zijskirts trouwens.

In het interieur ervaar je wel meteen dat je niet in een huis-tuin-en-keuken Auris hebt plaatsgenomen. Zo is de toerenteller verruild voor een analoge ‘power-meter’ en zit op de plaats waar normaal de pook zich bevindt een klein futuristisch joystickje voor bediening van de CVT. Uiteraard dezelfde transmissie als in de Prius, de complete aandrijflijn is immers overgenomen. Wegrijden gaat kinderlijk eenvoudig door het futuristisch ogend korte pookje in D te zetten. Behalve een ‘drive-’en achteruitversnelling kent de joystick tevens een bergversnelling, waarin meer nadrukkelijk op de motor wordt afgeremd, een ECO Mode en een PWR Mode. In de ECO Mode gedraagt de Auris zich wat afstandelijk en reageert ie minder direct op het gaspedaal dan in de PWR Mode. Die laatste stand maakt echt indruk. Zo’n felle respons verwacht je namelijk niet in een spaarmodel. Versnellen is trouwens een aparte sensatie. Met het gaspedaal gevloerd, klimt de verbrandingsmotor eerst hoog in toeren, zodat het lijkt alsof je met een slippende koppeling wegrijdt. Bovendien mag het geluid van de 1.8 benzinemotor ook best wat voller klinken, dan het naaimachineachtig timbre waarmee we nu worden geconfronteerd.

Het interieur van de Auris Hybrid is ruim van opzet. Ook achterin zit je uitermate riant en met een bagagevolume van 354 liter valt eveneens goed te leven. De accu’s slokken slechts een klein deel van de kofferbak op. Dat is dan ook het enige punt waaraan je de hybride Auris binnenin herkent. Niemand zal daar om malen. Eigenlijk is deze Auris Full Hybrid gewoon de beste hybride op dit moment te koop. Je hoeft feitelijk geen concessies te doen ten opzichte van een regulier model (qua vormgeving en gebruiksgemak) en kunt toch relatief zuinig en goedkoop (geen BPM, geen mrb en 14 procent bijtelling) kilometers verslinden. En dat voor prijzen vanaf 22.990 euro.