Tweehonderd pk uit een tweelitermotor. De laatste keer dat we dat hebben meegemaakt reden we in de Honda Civic Type R. Anno 2010 zijn het vooral compacte turbomotoren die opdraven; een 1.4 of 1.6 met blaasapparaat levert immers al snel 180-200 pk. Renault heeft inmiddels ook een aantal van deze motoren beschikbaar in haar modellen – ook voor de Mégane RS – maar voor de Clio RS wordt een uitzondering gemaakt. De Clio RS dateert van 2006 en mag het nog altijd stellen met een atmosferische tweelitermotor. Inmiddels is de krachtbron opgepept naar 203 pk. Waar de hedendaagse turbomotoren het moeten hebben van trekkracht onderin, draait het bij de Clio RS om toeren maken. Het liefst zo veel mogelijk, tot maximaal 7500. Dat belooft wat...
Blauw en wit
De nieuwe Gordini-outfit past het scheurmonster van Renault Sport als geen ander. Hoewel het terug in het leven geroepen sportieve label alleen visueel tot uitdrukking komt en er technisch niets veranderde, matcht de helderblauwe lak en witte, reflecterende striping uitstekend, met een nog flitsender voorkomen als resultaat. Bij een witte Clio Gordini RS zorgen overigens antraciete accenten voor het contrast. Ook de witte, op de F1 geïnspireerde airdiffuser in de neus en de koplampen achter rookglas zetten de bedoelingen van Renault’s top-Clio onmiskenbaar kracht bij. De importeur verkoos witte 17 inch Cup wielen voor het standaard hoogglans zwart gespoten lichtmetaal. Wie onderweg de achtervolging inzet – laten we niet hopen dat dit de wit-blauw gestreepte Volvo’s zijn – zal zijn besluit na het zien van de dubbele uitlaat en imponerende diffuser nog wel eens overpeinzen. Deze Clio is echt giftig!
Het uitbundige karakter van de Clio RS Gordini blijkt natuurlijk niet beperkt tot een koets in een uitbundig jasje. Binnenin zet Renault het blauw-witte thema voort. Het zwarte dashboard is afgewerkt met witte sierstiksels en voor het lederen sportstuur zijn twee gecentreerde witte markeringen weggelegd. Een blik over het stuur leert dat de striping op de motorkap precies gelijk loopt als de wielen recht staan; uiteraard geen toevalstreffer. Blauw keert terug op het stuur, de versnellingspookhoes en de wangen van de lederen sportstoelen. Die laatste doen hun naam zeker eer aan – al mogen ze best nog iets lager zitten - en zijn voor de gelegenheid verfraaid met het Gordini logo. Ook aan de vloermatten, de pookknop en de tussen de handrem verstopte badge is te zien dat we hier met een speciaaltje van doen hebben. Nummer 280 om precies te zien.
Terugschakelen!
Genoeg gezien. Rijden! Na het indrukken van de startknop – de sleutelkaart kan op zak blijven – komt de tweeliter tot leven met een vol geluid. Door de koude start loopt de viercilinder een beetje rauw en is direct duidelijk dat we niet te maken hebben met een klein motortje. Via de optionele Renault Sport Monitor – die gezien de meerprijs van 250 euro ook best standaard mag zijn – worden we onder meer op de hoogte gehouden van de motorolietemperatuur, zodat we precies weten wanneer het gas er op kan. Rustig warmrijdend gedraagt de tweeliter zich braafjes. Motorgeluid dringt zich niet op en laag in de toeren verloochent de 200 pk sterke zestienklepper zijn capaciteiten als de beste. Het blok reageert rustig en blijkt nog verrassend soepel te reageren. Een perfecte metgezel voor het schoonmoeder-op-zondag-cliché. Nadat alle vloeistoffen zijn opgewarmd is het tijd voor het echte werk. De Renault Sport Monitor maant ons drie tandjes terug te schakelen – hoe zo zijn schakelindicatoren er alleen voor zuinig rijden? Onze zestienklepper ontwaakt en er ontstaat direct spektakel; de toerenwijzernaald schiet naar rechts en onder geloei uit het vooronder schiet de Clio er vandoor. De hel breekt los! Pas net voor 7500 toeren klinkt er een piep – het signaal dat het tijd is om op te schakelen. We zien ‘m niet als een spelbreker, want wie de eerste dagen op gehoor zou schakelen is er te vroeg bij en eenmaal verslaafd aan de acceleratie weet je van geen ophouden.
Door zowel het hoogtoerige karakter als de kort gespatieerde zesbak is het weer ouderwets werken voor prestaties. Doe je dat niet, dan kom je bedrogen uit en staan we niet in voor pijnlijke confrontaties met turbodieseltjes of ander vlot volk. Pas nadat alle gewone viercilinders door de begrenzer worden getemd, begint de tweeliter in de Clio RS zijn extra’s te bieden. Dat bevestigt de digitale vermogensmeter ons nog eens fijntjes. Twee snelle schakelingen en een beetje toeren bij de start maakt het mogelijk de beloofde 0-100 tijd van 6.9 seconden te reproduceren. De eerste poging resulteerde volgens de ingebouwde lap timer in 6.96 seconden. Met een beetje ruimte op de weg snelt de Clio zo door richting zijn maximale kunnen. Nadat later de 220 km/u tevoorschijn is getoverd vinden we het welletjes, de resterende kilometers duren langer en nemen we ter kennisgeving. Nog veel leuker is het om het strakke asfalt te verlaten en te kiezen voor bochten. De Clio RS blijkt een onverbiddelijke bochtenverslinder en is op afroep nog speels ook. Het verbaast steeds weer hoe lang het brede sportrubber zich vast blijft bijten en hogere snelheden kan voorschotelen dan andere compacte hot hatches. Zodra onze atleet zich heeft gezet en zijn plezier wordt ontnomen door gas los te laten, bijt-ie van zich af. De achterwielen schuiven speels een stapje op zij – dat door het elektronische vangnet ESP desgewenst kan worden voorkomen of opgevangen. De besturing is zodanig direct dat asfaltlinten nauwkeurig aan te snijden zijn. In rustiger vaarwater is dat soms iets teveel van het goede maar ach, daarvoor is de Clio RS niet in het leven geroepen! De mix die Renault heeft gevonden om sportiviteit te kunnen combineren met dagelijks gebruik is een goede; de Clio RS is niet zodanig stug dat een langere rit problemen aan het gestel of humeur oplevert. Wel kan het motorgeluid op snelwegtempo na langere tijd vermoeien; bij 3500 toeren bromt de zestienklepper continu in onze oren. Echte die-hards die comfort graag opofferen voor een extra dosis beleving kunnen opteren voor het Cup-chassis, tegen inlevering van 700 euro.
Financiële speelruimte
Het flitsende Gordini-jasje kost de potentiële RS-rijder niets extra. Renault vraagt 27.990 euro en dat is precies datgene wat ook de reguliere Clio RS kost. Veel financiële speelruimte is er ook niet, aangezien grote broer Mégane RS al voor 32 mille verkrijgbaar is. De investering in de Clio wordt naast zijn gepeperde inborst beloond met (extra) luxe zoals automatische airco, regen- en lichtsensor, elektrische ramen, radio/cd, bochtenverlichting, privacy glass en lederen bekleding. Ook aan een snelheidsbegrenzer(!) en cruise control(?) is gedacht. Het Carminat TomTom navigatiesysteem staat nu wel op de optielijst, voor een te behappen meerprijs van 490 euro.
Conclusie
Door vast te houden aan ‘veel cc’s en veel toeren’ verwerft de Clio RS als hot hatch steeds meer een status aparte. Het feit dat de tweelitermotor pas echt presteert wanneer je ‘m opjaagt is zowel de kracht als zijn zwakte. Gewoon vlot of echt snel onderweg zijn valt of staat met de positie van de wijzernaald. Wie daar mee kan omgaan zal de Clio RS lang waarderen. In de stuurcapaciteiten en rijbeleving is de Clio RS een onovertroffen winnaar; de directe besturing, het straffe onderstel met behoud van ‘dagelijks’ comfort en een razende motorsound prikkelt zodanig veel zintuigen dat wij daarvoor wel het benodigde bedrag zouden neertellen.
Schrijf een review