Bij het zien van de Nissan GT-R denken wij aan Need For Speed en The Fast and The Furious, een wereld waarin elke seconde telt, geen enkele styling ‘too much’ is en niemand opkijkt van 400 of meer pk. Niet voor niets heeft Nissan de GT-R talloze keren over de beruchte Nürburgring gejaagd en is de brochure onverbiddelijk: het is géén sierraad. Goed, maar omdat we rond Amsterdam niet in die sferen verkeren, vloekt het Japanse racemonster hier als geen ander. De één vindt deze Black Edition met diepzwarte carrosserie en dito gespoten velgen de ideale basis voor een radicale Night Rider, de ander kan er gewoon niet aan wennen. Duidelijk is dat de GT-R niet alledaags (lees: Europees) is. Voor Nissan een reden om juist hun topmodel als image builder naar dit continent te halen en eens flink te gaan stoken in het segment van de pk-wedloop.
Bloedsnel
Met 485 pk uit een bi-turbo 3.8 V6 behoort de GT-R inderdaad feitelijk niet tot de meest krachtige auto’s. Ook spreekt het aantal cilinders in dit segment evenmin direct tot de verbeelding. We weten echter allemaal ook dat dit niet het enige is dat telt. Gewicht, stroomlijn, transmissie en aandrijving maken ieder hun deel uit van het succesrecept. De lage bouw van de carrosserie en variabele vierwielaandrijving resulteert in ieder geval een potentiële goede start. In plaats van een handgeschakelde zesbak of de gedoodverfde automaat kiest Nissan voor een transmissie met dubbele koppeling, te bedienen via flippers aan het stuur of via duw- en trekwerk aan de pook zelf. Deze samenstelling staat garant voor superprestaties waar de haren van rechtop gaan staan. Topsnelheid? 310 km/u. Nul tot honderd? Houd je vast: slechts drie-en-een-halve tel....
Inderdaad, sneller dan het topnummer van Audi of een Ferrari Enzo. En weet je wat die kosten? Precies. Nissan heeft hier een echte prijspakker, de GT-R kost 250 euro per pk en 'slechts' 35 mille per seconde acceleratie naar honderd. Een schijntje! Terug naar de realiteit: zo’n vergelijking is natuurlijk appels en peren, maar het wordt zo wel duidelijk dat een razendsnelle auto niet de hoofdprijs hoeft te kosten.
Finetunen
We weten nu wat de GT-R moet opbrengen en waartoe deze krachtsmachine in staat is. Daarmee staat nog niet vast hoe Nissan’s pronkstuk zich verder profileert, onderweg en òp de weg. Het interieur van de GT-R valt (uiteraard) als bijzonder Japans te karakteriseren. Terwijl we worden ingepalmd met stevige lederen en alcantara beklede sportstoelen, en een dik sportuur met stuurbediening voor allerlei luxe hebben snelheidsmeter en toerenteller een prominente plaats in het klokkencluster. Daarnaast bevat de middenconsole een niet te missen knoppenrij om de boel eens lekker te ‘finetunen’. Zo kunnen we de tractiecontrole en het ESP deels of volledig uitschakelen, laat het onderstel zich in een nog sportievere modus instellen en biedt de middelste toets een aangepast schakelprogramma voor de transmissie, voor wanneer de strijd echt moet losbarsten. Tenslotte gaat achter het TFT-scherm dat erboven is gepositioneerd een walhalla voor de fijnproevers, gamers en techneuten schuil. Geen navigatie, TV- of DVD-video, maar harde cijfers; temperatuur van de techniek, de hoeveelheid G-krachten, de verdeling van de aandrijfkrachten - het kan niet op. Die Japanners toch!
Onderweg valt niet te ontkennen dat de techniek van de GT-R aan het werk is. Bij het op- en terugschakelen voel en hoor je de transmissie van verzet wisselen. Bij zo’n brok schreeuwerige massa vinden we dat eigenlijk passend. De demping is gewoon hard. Hoewel de aandrijving normaliter op de achterwielen plaatsvindt, kan in geval de omstandigheden dat verlangen ook kracht naar de voorwielen worden gestuurd. In snel genomen bochten blijft de GT-R dan lang neutraal, en dus verreweg van listig zoals opgefokte scheurneuzen uit Japan nog wel kunnen eens zijn. De echte aandringers worden uiteindelijk beloond met een toefje overstuur. In dat soort situaties stroomt de adrenaline rijkelijk en is pas voelbaar met ruim 1700 kilo onderweg te zijn.
Dubbelstereo blazen
Wie flink op het gas gaat wordt ook gegarandeerd getrakteerd op een turbofluit. In stereo welteverstaan, want de GT-R heeft er twee. De uitlaatpijp maakt het nog bonter, daar koos Nissan voor 2x2 stuks. En gaan, dat doet de Nissan-machine maar al te graag. De beestachtige sound van de V6 prikkelt continu onze zintuigen; de zescilinder smeekt om te presteren, het liefst tot ver boven de 200 km/u, en hoeft daar maar minimaal voor worden gestimuleerd. Dan hebben we het niet over de brandstofconsumptie, want die is tijdens dat soort tripjes natuurlijk ehh.. ‘riant’.
Rijden in een GT-R is te allen tijden een belevenis. Vanaf het moment van entree tot de eindbestemming geeft het brutale, indrukwekkende karakter van de GT-R je het gevoel in iets speciaals, naar Europese begrippen onvergelijkbaars te hebben plaatsgenomen. Wanneer maken we dat nog echt mee? Missie geslaagd.
Schrijf een review