Acht weken lang heeft een team van enthousiastelingen weer en wind getrotseerd om het iglodorp voor de opening op 16 januari te voltooien. Wie de komende periode nog een wintersportvakantie heeft gepland naar Kaprun, en dat zijn heel veel Nederlanders (45 procent van het wintersporttoerisme aldaar heeft de Nederlandse nationaliteit), moet zeker een bezoekje te brengen aan het iglodorp. Het is meer dan de moeite waard. Werkelijk alles wat je ziet is vervaardigd uit ijs en sneeuw. Liefst 60 ton aan ijs en 5.000 m3 aan sneeuw is gebruikt. Overigens ligt het dorp direct aan de skipiste, dus je komt er niet omheen.
Overnight Igloo AdventureHet middelpunt van het tijdelijke 5.000 m2 grote dorp vormen vier grote, aaneengesloten iglo’s met de vernieuwde C30 als stralend middelpunt. En dat op 2.500 meter hoogte, dus met recht ’s werelds hoogste showroom. Aan een hapje en een drankje ontbreekt het evenmin, daarvoor kun je in de ijsbar terecht. Even uitrusten? Geen probleem, dat kan aan de diverse ijstafels. Te moe om tegen de avond weer met de lift helemaal naar beneden te gaan? Tja, dan blijf je toch gewoon slapen in één van de zeven slaapiglo’s. Je dient overigens wel tijdig te reserveren, want geloof het of niet, de animo om de nacht op 2.500 meter hoogte in een ijskoude iglo door te brengen is groot. Ook wij namen deel aan de zogeheten ‘Overnight Igloo Adventure’. Comfort is die nacht ver te zoeken, je slaapt namelijk op een bed van sneeuw bij temperaturen ver onder nul. En ja, in de iglo vriest het net zo hard als erbuiten. Wij kunnen het weten, want het flesje water om de nacht door te komen veranderde gedurende de nacht in een klomp ijs. Lekker dan! Toch hebben we de hele nacht geen koude voeten gehad. Het ijskoude bed was namelijk bekleed met een flinke laag isolatiemateriaal en daar bovenop als toplaag een rendiervel. Bovendien waren we volledig ingepakt in een speciale arctische slaapzak. Maar dat we echt goed geslapen hebben, nee, dat willen we nu ook weer niet zeggen. Hoe dieper in de nacht, hoe sterker het verlangen naar de volgende ochtend. Al had dat zeer zeker ook te maken met het programma: ijsrijden in de vernieuwde C30 en de XC60.
Espresso/BlondVolvo heeft de C30 vooral op details aangepast, al is het front wel zichtbaar gewijzigd. De koplampen zijn meer omhoog en schuin geplaatst, de bumper is opnieuw op de tekentafel gelegd, de luchtinlaat is vergroot en in de nieuwe honingraatgrille prijkt voortaan een groter metalen merklogo. Ook zijn de voorste spatschermen enigszins aangepast. Aan de achterzijde is de bumper gewijzigd en zijn de zwarte kunststof panelen voortaan in carrosseriekleur (of contrasterende kleur) uitgevoerd. Verder kenmerkt de T5 en D5 zich door zichtbare uitlaatsierstukken uit de achterbumper. Andere wielen en twee nieuwe exterieurkleuren completeren het vernieuwde uiterlijk. Nieuw is wel het R-Design stylingpakket, een bodykit met aluminiumkleurige mistlampbehuizing, dito bodemplaat aan de voor- en achterzijde en zijskirts met C30-inscriptie. In het interieur hebben we geen wijzigingen aan de ‘hardware’ kunnen ontdekken. Wel zijn uiteraard ook hier nieuwe kleurencombinaties mogelijk voor de afwerking van de middenconsole, het dashboard en de portierpanelen. Een aanrader is de uitvoering Espresso/Blond, een combinatie van een donkerbruine met een lichtgrijs/beige tint.
VierwieldriftDe C30 is te koop met vijf benzinemotoren en vier diesels, waaronder een DRIVe-versie die gemiddeld genoegen neemt met 3,9 liter diesel op honderd kilometer (CO2-uitstoot: 104 gr/km) en daarmee in aanmerking komt voor het lagere, 20 procent bijtellingtarief. Wij reden echter de T5, voorzien van een dikke 2,5-liter vijfcilinder turbomotor goed voor 230 pk en 320 Nm aan koppel. Helaas was het testexemplaar voorzien van een automaat. Helaas, omdat deze transmissie een groot deel van de sensatie wegneemt. De T5 is behoorlijk vlot, maar dat komt op de een of andere manier niet tot uiting. Accelereren naar de honderd gaat in 7,1 seconden en de topsnelheid ligt op 235 km/u. Met handbak zit je 0,4 tel eerder aan de 100 km/u en is het einde bij 240 km/u in zicht. Onze C30 was tevens uitgerust met het nieuwe R-Design sportonderstel. Dit onderstel maakt de compacte Zweed tot zeer sportieve auto en daar past die passieve vijftraps automaat gewoonweg niet bij. Helaas blijft ook die typische vijfcilinder roffel iets te ver op de achtergrond. Daar had wel wat meer pit in mogen zitten. Al komt het de rust wel ten goede op lange asfaltlinten. Behalve op de snelweg mochten we zoals gezegd ook het ijs onveilig maken. Niet op grote hoogte, maar ‘gewoon’ op een circuit in het dal. Een bijzondere ervaring. Al kun je hier meer lol beleven aan een vierwielaangedreven XC60 dan met een C30 met voorwielaandrijving én winterbanden. De C30 gedraagt zich gewoon heel keurig. Alleen met alle veiligheidssystemen uitgeschakeld kun je de kleine Zweed van zijn apropos brengen en zwiert ie in het grensgeval lichtjes met zijn kont. Diezelfde exercitie met de XC60 levert na een beetje oefenen de perfecte vierwieldrift op.
Tot slot nog de prijzen. De vernieuwde C30 is er vanaf 21.495 euro. Het betreft de 1.6 Kinetic met 100 pk en 150 Nm aan koppel. Ons Orange Flame Metallic testexemplaar moet minimaal 37.745 euro opbrengen. Dat is inclusief automaat. De T5 met handbak is twee mille goedkoper. De voordeligste diesel is de 1.6D DRIVe en die kost 25.795 euro.
Fotografie: Louis Blom