Het is goed te begrijpen dat Citroen met de C6 een opvolger wilde presenteren van de legendarische DS. Zijn eigenzinnige, gestroomlijnde uitstraling, verbazingwekkende veersysteem en allerhande ‘moderniteiten’ weten nog altijd harten van talloze liefhebbers te veroveren. De C6 volgt in beginsel dezelfde koers. Het ontwerp is bijvoorbeeld wars van het geijkte zoals een schreeuwerige grille, druppelvormige koplampen of een schuin aflopende achterruit. In plaats daarvan heeft het vlaggenschip een vloeiend silhouet met een platte neus die de Double Chevron al in zich heeft zitten, en een rechtopstaande derrière met gewelfde schouderpartij waarop een holle achterruit is geboetseerd. Met dit recept treedt de C6 opnieuw in de voetsporen van zijn voorganger: het is wederom tijdloos en uniek. Slechts de witte carrosseriekleur zou wel eens kunnen gaan ‘vervelen’. Dat staat weliswaar eigenzinnig en is helemaal Jan des Bouvrie, maar ook minder chique; de chroomaccenten op het uitlaatsierstuk en de grille ten spijt.

(On)conventioneel

Na de toch wel unieke indruk die de designers met de carrosserie weten te maken blijkt het interieur minder opzienbarend. Uiteraard kent de C6 wel onconventionele details zoals een digitale snelheidsmeter en toerenteller, maar het dashboard is verder recht-toe-recht-aan, uitgerust met een groot aantal knoppen in de middenconsole en helaas voorzien van voordelig aandoende stuurhendels uit diverse Peugeot en Citroën-modellen. Een gemiste kans om de presidentiële vaandeldrager een eigen, veel hogere positionering te geven. Heel sierend zijn weer de afgeronde deurpanelen met afsluitbaar vak en het cognackleurige leder waarmee het zitmeubilair smaakvol is bekleed. Deze zitten nog vrij stevig; dat zien we bij de meeste Franse fauteuils vaak wel anders! De ruimte die de C6 tenslotte biedt is in orde, maar verwacht na een blik op de gestrekte carrosserie geen overdaad achterin.

Snufjes?

De DS – stammend uit de periode 1955-1975 - maakte niet alleen furore met onconventionele looks en zijn betiteling als ‘godin’ en ‘snoek’, maar ook met vernuft en eigenschappen die in die tijd ongekend waren; een semi-automaat, hydraulische remmen, bochtenverlichting, maar ook een enorme wielbasis en de toepassing van remschijven. Onze C6 is iets minder futuristisch aangelegd. Citroen levert een traditionele automaat en voor meedraaiende koplampen, rijstrookdetectie en een head-up display moet worden bijbetaald. Een begrijpelijke keuze uit kostenoogpunt, maar het zijn (nog) wel snufjes die het onderscheidend vermogen van de C6 op peil houden. Een elektrisch bedienbare handrem is wel standaard. Met de actieve motorkap is de Fransoos echter vrijwel uniek in zijn soort; bij een aanrijding wordt de kap iets omhoog geduwd, om bijvoorbeeld voetgangers een zachtere, veiliger landing te bezorgen. Met deze slimme vondst komt Citroen tegemoet aan de strenge veiligheidseisen zonder afbreuk te doen aan het beoogde ontwerp van de auto. Een subtiele, uitklapbare kofferklepspoiler (alleen op de 3.0 HDiF) bleek eveneens de beste keuze voor een gebalanceerd ontwerp en een optimale wegligging. Minder doordacht zijn weer de klein uitgevallen buitenspiegels, die overigens standaard in contrasterend zwart zijn gespoten.

Hydractive

Net als de DS heeft Citroen voor de C6 ook gekozen voor hydropneumatische vering, wat de auto het traditionele veerkarakter van een zwevend tapijt bezorgt. Dat idee krijg je vooral op de glooiende wijze waarop snelwegkilometers worden afgelegd. De C6 deint dan lichtjes en blijkt dan ideaal voor passagiers om een uiltje te knappen. Vreemd genoeg is er dan ook nog een sport-knop, waardoor Hydractive het karakter van conventionele ophanging nabootst. De werking is prima en voor een aantal inzittenden wellicht een fijnere keuze, maar de naam Sport mag het niet dragen. Met een lengte van 4.90 meter en 1800 kilo aan gewicht, een sterk bekrachtigd stuurwiel en vrij indirecte besturing is er niets dynamisch aan het topmodel. Daar is de C6 ook helemaal niet voor in het leven geroepen, al kan de 3.0 HDiF versie met variabele stuurbekrachtiging wellicht iets meer finesse hierin tonen. De kracht van het veersysteem zit vooral in de verwerking van grote oneffenheden op de weg, zoals de vermaledijde drempels; deze worden opmerkelijk harmonieus gefilterd. Een bijzondere ervaring, waardoor je bijna obsessief sluiproutes in nieuwbouwwijken gaat trotseren rijden om tijdens de spits de stad uit te komen...In de doorgifte van klinkers maakt de C6 ook indruk, je hoort ze meer dan dat ze je voelt.

Dieselen verplicht

In ons land is de Citroen C6 inmiddels alleen leverbaar met een dieselmotor, daar houden die Fransen zelf nou eenmaal van. Er is keuze uit een 3.0 HDiF zescilinder of een variant met 2.2 liter. Met die laatste hebben we hier van doen. De viercilinder krijgt hulp van twee turbo’s en levert daarom een schappelijke 170 pk en 400 Nm. Het is geen begeerlijk apparaat dat indruk maakt met een heel smeuïge loop - dan moet je echt de zescilinder hebben. Wel helpt de zelfontbrander de C6 aan heel behoorlijke prestaties. De zestrapsautomaat weet de dieselkracht probleemloos naar de wielen te brengen, en doet dat bijna onmerkbaar. Wie kiest voor deze aandrijflijn komt in feite niets te kort, maar moet wel genoegen nemen met een dieselklop en wat fantasieloos gegrom bij acceleraties. Op constante snelheid is de HDi prettig stil en steekt vooral op tempo windgeruis de kop op. Het testverbruik van 1 op 12 is redelijk. De zescilinderdiesel – die opmerkelijk genoeg iets zuiniger is! - zou zich nog beter kunnen verenigen met het comfortabele, rustgevende karakter van de C6, al betaal je daar wel een (meer)prijs voor; ruim zes mille. In die investering zijn overigens ook de uitklapbare kofferdekselspoiler, snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging en variabele demping inbegrepen.

Citroen prijst de C6 vanaf 56.490 euro met de 2.2 HDiF aut, die behoudens een paar eerder genoemde ‘gadgets’ comfortabel is uitgerust met ESP, parkeer-, bandenspanning-, regen- en lichtsensoren, automatische airco, bi-xenon verlichting, elektrisch bedienbare handrem en 18 inch lichtmetaal. Het interieur is dan bedeeld met velours beklede elektrische stoelen, het stuur is met leder afgewerkt. De Ligne Business voegt er onder meer lederen bekleding, stoelverwarming, navigatie en diverse houtaccenten aan toe maar kost ook een duit extra: 60.790 euro. De Serie Speciale is echter een aantrekkelijk alternatief; deze staat geprijsd voor 58.590 euro en is op een eenvoudiger navigatiesysteem en grijze sierlijsten identiek uitgerust! De 3.0 HDiF zescilinder is er vanaf 67 mille (Ligne Business). Aan de top staat de Exclusive-uitvoering, die voor krap 75 mille het bont maakt met geluidswerende ruiten, JBL audio, een alarmsysteem, het genoemde head-up display, rijstrookdetectie en meedraaiende koplampen. Op deze meest complete uitvoering kan de achterbank ook worden vervangen door twee elektrisch verstelbare stoelen, waarmee de C6 zich kan presenteren als een stijlvolle chauffeurs-voiture.

Conclusie

Heeft de C6 in deze kennismaking zijn charmes kunnen tonen? Daar kunnen we allereerst volmondig positief op antwoorden. Het vlaggenschip van C6 heeft naast een bijzondere voorgeschiedenis een dermate unieke uitstraling en een karakteriserend veersysteem dat de Fransoos onbetwist een onuitwisbare indruk maakt. In onze ambitie om de C6-beleving volledig te ervaren is de meest luxueuze Exclusive-variant een favoriet, al staat deze wel voor een pittige prijs in de boeken. Maar laten we de standaarduitvoering niet afserveren; die wordt al vrij compleet in z’n spullen afgeleverd waarvoor bij menig prijsgenoot – laten we in dit geval niet over concurrenten spreken – moet worden bijbetaald.