Mini Cooper heeft er zin in

We worden altijd een beetje wantrouwig als een automerk ons bij de introductie van een nieuw model alleen met de

We worden altijd een beetje wantrouwig als een automerk ons bij de introductie van een nieuw model alleen met de sterkste versie laat rijden. Dat gebeurde onlangs bij de presentatie van de nieuwe Mini, waar we alleen de Cooper S konden proberen. Inmiddels hebben we ook de ‘gewone’ Cooper aan de tand kunnen voelen, maar ons wantrouwen bleek ongegrond.

Het kan natuurlijk zijn dat een autofabrikant – in dit geval Mini – nog niet is toegekomen aan de productie van alle versies en ons daarom alleen de sterkste voorschotelt. Maar een gezonde portie argwaan – en ervaring – zorgt ervoor dat in ons achterhoofd de mogelijkheid speelt dat de Mini met minder dan de Cooper S-motor niet dat dynamische autootje is dat hij graag wil zijn.

In dit geval speelt nog mee dat we met de vorige Mini wel een klein beetje die ervaring hadden. De vorige Cooper-motor – nog ontwikkeld en gebouwd samen met Chrysler - was een wat rauw lopende machine die op papier wel 115 pk had, maar voor je gevoel eigenlijk niet boven de 100 stuks uitkwam. En erg enthousiast waren die viervoeters van de ‘oude’ motor ook niet.

Dat is bij de nieuwe Cooper wel anders, want daar staan de paarden te trappelen om aan het werk te gaan. De prestatiecijfers van de nieuwe 120 pk 1.6-motor – die in samenwerking met Peugeot wordt gemaakt – zijn slechts marginaal beter, maar de manier waarop ze worden geleverd is ongelofelijk veel prettiger. Begeleid door een aangenaam snorrend geluid gaat de motor enthousiast aan het werk en hij heeft een gretigheid die prima aansluit bij het gooi-en-smijt-karakter van de Mini.

Door de standaard handgeschakelde zesbak kun je de beter trekkende motor prima een optimale versnelling voorschotelen en de zesde gang maakt de Mini opvallend zuinig, vooral als je veel op de snelweg zit. We stookten gemiddeld 1 op 13,6 en dat is voor een auto die voortdurend uitnodigt tot het nemen van kronkelige omwegen een keurig cijfer.

Van die Cooper-motor worden we dus wel vrolijk en van het weggedrag evenzeer. Het blijft knap hoe gevoelsmatig het weggedrag van zo’n oude Mini is vertaald naar een nieuwe generatie bijna een halve eeuw later. Net zo handzaam en nauwkeurig te besturen, maar veel comfortabeler. En voor wie ooit in de oude Mini heeft gereden is de zitpositie een verademing.

Toch valt er ook wel wat te mopperen. De bediening van de schakelaars en knoppen past weliswaar goed bij het retrogevoel, maar uit ergonomisch oogpunt deugt er natuurlijk weinig van. En de snelheidsmeter mag van ons een maatje of twee kleiner, want hij is om bang van te worden zo groot. En dat de brandstofvoorraad in oranje lampjes (normaal de kleur voor alarmering van de bestuurder) wordt weergegeven is echt gewoon fout.

Dat commentaar zal helemaal niets af doen aan het succes van deze Mini, want het is met die foutjes nog altijd een autootje om verliefd op te worden. Ook de flinke prijs – vanaf 22.270 euro – zal weinigen weerhouden. Meestal worden Mini’s nog tamelijk royaal aangekleed verkocht zelfs; ons testexemplaar met leren bekleding en een paar andere snufjes was net geen dertig euromille.

Deze autotest is fueled by Gulf

Reviews

Schrijf een review

Prijs:

Uiterlijk:

Degelijkheid:

Prestaties:

Reviews (1)

Mini Cooper heeft er zin in
Ongelooflijk om een auto met top 195 als stadsauto te betitelen
Beoordeling
Uiterlijk:
Prestaties:
Degelijkheid:
Prijs:
Totaal: 5 / 5

Pluspunten

het is een mini

Minpunten

geen