Ook al is de exterieurkleur van onze Sportback (SB) nog zo ingetogen, op de een of andere manier weet de Duitse bolide waar dan ook de aandacht naar zich toe te trekken. Met verwonderlijke blikken word je telkens weer nagekeken. Wat dat betreft is deze SB goed voor je zelfvertrouwen, maar weet dat het toch echt de auto is die indruk maakt en (in de meeste gevallen) niet de bestuurder. En ik kan het weten, want na de testsessie stapte ik over in mijn dagelijkse auto van een jaar of twaalf oud (Golf VR6 Syncro, die trouwens te koop is; voor meer info mail naar de redactie) en had ik bijna net zoveel aandacht. Onzin natuurlijk, maar ja, ik moet toch een smeuïg verkooppraatje houden. Nee, die A5 SB heeft een bepaald aura waar menig casanova jaloers op is.
Labrador
De marketingafdeling heeft weer eens overuren gedraaid en ziet de A5 SB als een hatchback in coupéverpakking (tot zover snappen we het nog) met de functionaliteit van een Avant. Dat laatste gaat ons echter net iets te ver. Iedere willekeurige labrador, toch een referentiepunt voor een combi, zal die mening met ons delen. In de Sportback zit-ie naar alle waarschijnlijkheid al snel met z’n neus klem tegen de schuin geplaatste achterruit. En dat wil je je trouwe viervoeter natuurlijk niet aan doen. De entree tot die bagageruimte daarentegen met een inhoud van 480 liter is wel riant. De klep zwiept een flink eind de lucht in waarna een groot gapend gat ontstaat. Over gaten gesproken, Audi heeft met de Led-slinger in de koplampen een niet bestaand gat in de markt toch gedicht. Ja, daar is inzicht voor nodig. De feestverlichting, tevens dagrijverlichting in de koplampen van de SB heeft dezelfde vorm als in de A5 coupé. Aan het front herken je de gestrekte hatch dus niet. En profil is het een ander verhaal met de twee extra portieren. De elegante belijning van het dak heeft zo zijn consequenties voor de (hoofd)ruimte achterin. Ga je keurig rechtop zitten (met een lengte van 1,85 meter) op de achterbank, dan raakt je kruin de dakhemel. Iets onderuit zakken, luidt dan het devies. Overigens is het ook oppassen bij instappen. Je moet overduidelijk je hoofd buigen om niet in aanraking te komen met het plaatwerk. De vrijheid en zitpositie voorin is eender aan die van de coupé. Bovendien is ook het dashboard en de materiaalkeuze identiek. Niets op aan te merken dus. De ergonomie is prima voor elkaar en de bediening van het MMI-systeem verloopt feilloos.
Geen Quattro
In het vooronder van onze Sportback hangt een 2,0-liter TDI mét stop/start-automaat, zo blijkt later pas. Het is dat we een flyer in het portiervak ontdekten met de werking van het systeem, anders waren we niet op het idee gekomen om de handgeschakelde zesbak voor ieder rood stoplicht in z’n vrij te zetten. Gewoon een kwestie van wennen. Maar het systeem werkt verder voortreffelijk, zorgt bovendien voor een reductie in CO2-uitstoot en levert de 2.0 TDI een A-label op. Quattro GmbH heeft zich deze keer eens niet bemoeid met de aandrijving. Alleen de dikste diesel (3.0 TDI) beschikt over Quattro-aandrijving. Hebben we de befaamde vierwielaandrijving gemist? Ja en nee. De SB blijft op droog asfalt lange tijd neutraal, waardoor het elektronisch vangnet de pret niet vroegtijdig hoeft te bederven. Maar, zodra het wegdek enigszins vochtig is, draait ESP overuren om de boel in gareel te houden. De diesel levert namelijk 170 pk en, belangrijker in deze, 350 Nm aan trekkracht vanaf 1.750 omwentelingen. Hij brengt de Sportback in 8,7 tellen naar de honderd en uiteindelijk naar een top van 228 km/u. Ook tussenacceleraties verlopen uiterst vlot. Wie niet heeft geproefd aan het potentieel van de zescilinder diesels heeft aan deze tweeliter een prima metgezel. Heus. Audi heeft (uiteraard) gekozen voor een redelijk sportieve afstemming, korte opeenvolgende oneffenheden worden nauwelijks gefilterd en maken hem nogal stuiterig. De besturing kan ons wel bekoren, ware het niet dat de bekrachtiging rond de middenstand telkens op zoek is naar de juiste balans. Met het optionele Audi drive select met dynamic steering heb je daar geen ‘hinder’ van. Overigens is onze SB volgens de optielijst voor Audi-begrippen redelijk karig uitgerust. Toch doet-ie lang niet zo ‘standaard’ aan, mede natuurlijk dankzij het MMI-systeem met breedbeeld scherm midden in het dashboard. Dat is dan weer wel een optie van 4.950 euro (Pro Line) inclusief onder meer Xenon plusverlichting, Audi Soundsystem, een multifunctioneel sportstuur, lichtsensoren en diefstalalarm. Verder zitten we op stof en rolt de A5 op standaard 17-inch lichtmetaal.
Audi vraagt voor de A5 Sportback een minimale vergoeding van 44.900 euro voor de 2.0 TDI met 170 pk. Dat is 1.105 euro minder dan de coupé met dezelfde motor. Bestuurders die niet zo gecharmeerd zijn van dieselolie kunnen vanaf 40.800 euro A5 Sportback rijden in de 1.8 TSI met 180 pk. Minder vermogend dieselen kan ook. Audi schroeft dan het vermogen van de 2.0 TDI terug naar 143 pk en verlangt vervolgens 46.270 euro van de consument; deze versie is namelijk standaard met de traploze Multitronic-transmissie bedeeld.
Schrijf een review