Sinds de 206 in 1998 op de markt is verschenen, heeft het model tot aan zijn laatste (oorspronkelijke) levensjaar in 2009 op flinke populariteit kunnen rekenen. Naast diverse carrosserievarianten zoal de CC en SW-versie heeft Peugeot ook met smaakmakers als de 206 GTI en exclusieve RC-versie daaraan bijgedragen. De nieuwe 206+ vervult tegenwoordig een meer bescheiden rol. De gereďncarneerde Fransoos is er louter als drie- en vijfdeurs, en met 1.1 of 1.4 benzinemotor. Niet zo vreemd, aangezien de 207 natuurlijk de hoofdrol moet gaan spelen. Die is met een vanafprijs van 13.995 euro echter hoger geprijsd. Het ‘gat’ tussen de 107 en 207 kan de minstens 10.725 euro kostende 206+ daarom mooi dichten. Daarnaast is de 206+ ook een kleine 200 kg lichter dan de 207, waardoor op jaarbasis ook een flinke dosis euro’s motorrijtuigenbelasting in de knip kan blijven. De stap die Peugeot gezet heeft is ook bij andere merken in trek (geweest), ook Fiat en Renault hebben de Punto en Clio (weliswaar in vrijwel ongewijzigde vorm) laten voortleven.
207-look
Wanneer we de 206+ recht van voren aanschouwen, lijkt het ook alsof we oog in oog staan met een 207. Peugeot heeft zijn uiterste best gedaan de 206-neus een grondige 207-behandeling te geven. Het meest zichtbare onderscheid is zien op de motorkap, de 206+ heeft daar nog altijd luchtroosters zitten die zijn opvolger kan ontberen. Achteraan is de metamorfose beperkt gebleven tot details; daar zet een nieuwe bumper en andere achterlichten de 206+ weer eigentijdser in de kijkers. Net als de neus van de 206+ is ook het dashboard door Peugeot flink op de schop gegaan. Wederom hebben de ontwerpers het streven er op na gehouden een 207 cockpit na te bootsen. Dat is heel aardig gelukt, de 206+ kan zo op een overzichtelijk ingedeeld dashboard met een fris instrumentarium rekenen dat gewoon heel appetijtelijk oogt. Het materiaalgebruik kan echter niet aan die van zijn grote broer tippen; verschil moet er zijn, nietwaar? De zitpositie geeft wel reden tot kritiek. Als XR – de instapversie – is het stuurwiel en de bestuurdersstoel namelijk niet verstelbaar, waardoor je het moet doen met de gulden middenweg die Peugeot heeft gekozen. Zelf zouden we het rad wel bijvoorbeeld iets lager plaatsten, al blijft dat natuurlijk afhankelijk van je voorkeur, lengte en lichaamsbouw. Het zitcomfort is wel weer prettig; daar zijn die Fransen toch altijd weer goed in. Wie op de achterbank plaatsneemt zal dit helaas niet kunnen beamen, in de 206(+) is dat een krappe bedoening. De bagageruimte is evenmin scheutig van aard, maar met een capaciteit van 245 liter kunnen wij nog wel uit de voeten.
Kranige 1.1
Technisch brengt de 206+ geen vernieuwingen aan het licht. Peugeot acht het niet noodzakelijk hierin groots te investeren en waarom ook niet; de 206 is in dit opzicht altijd een sterk nummer geweest. Onder de motorkap ligt dan ook de vertrouwde 1.1 liter benzinemotor met 60 pk, die voor de gelegenheid iets zuiniger is afgesteld en nu voor een B-label in aanmerking komt. Naar hedendaagse maatstaven lijkt deze basismotor een zeer bescheiden keuze, maar vergeet niet dat de 206+ circa 900 kilo weegt. In combinatie met een handgeschakelde vijfbak voelt de 206+ echt niet zo traag als je wellicht zou verwachten en de cijfers doen vermoeden. Het zal de 206+ koper waarschijnlijk ook worst wezen dat de 1.1 in 18 seconden naar 100 'sprint' en de 160 km/u-barričre net niet kan doorbreken. De snelweg is echter prima aan de 206+ besteed want de viercilinder werkt zich ook bij 120 km/u in het vijfde verzet niet nodeloos in de rondte. Jammer is wel dat de ijverige 'het Nieuwe Rijden'-methode niet aan de 206+ is besteed; het motortje voelt zich hoorbaar niet prettig in de ondersteunde toerenregionen en moet gewoon wat toeren maken om te presteren. In de praktijk is een verbruik van 1 op 15 hoe dan ook heel verdienstelijk. Wel laat het verouderde concept dat de 206+ inmiddels vertegenwoordigt meer banden- en rijgeluiden de interieurruimte doordringen. Dat minnetje nemen we voor dit geld wel voor lief.
Minder prettig het stuurkarakter dat de 206+ aan de bestuurder opdringt. De commando’s van de bestuurder worden opvallend indirect naar de wielen geleid; alsof de auto het zonder stuurbekrachtiging moet stellen (iets dat inderdaad het geval was bij instapversies van de 206). De 206+ kan zo niet verdoezelen werkelijk al veel langer mee te gaan, terwijl de koets wel agiel reageert. Het sportiever ingestelde koperspubliek wordt dus ondanks dit lichtvoetige karakter niet op zijn wenken bediend; maar wanneer je een dergelijke rijstijl totaal niet naleeft, beantwoordt de 206+ alsnog aan je wensenpatroon.
1.1 XR of 1.4 XS
De Peugeot 206+ presenteert zich in zijn nieuwe hoedanigheid als een volwassen budgetauto, iets dat anno 2009 een effectieve en aangename ontwikkeling is. De Fransoos kan vol trots naast segmentgenoten als de Dacia Sandero staan en profiteert nog meer dan de Punto Classic van Fiat van zijn voorgaand succes. Het minimale prijskaartje a raison de 10.725 euro maakt de 206+ een interessante optie, al zul je voor een radio/cd-speler (met stuurbediening en centraal infodisplay) en airco respectievelijk 400 en 980 euro moeten bijbetalen. Het standaardpakket voor de 206+ bestaat namelijk uit het minimale eisenpakket van de hedendaagse automobilist, met onder meer ABS, twee airbags, slechts twee hoofdsteunen voorin, elektrische portierramen, centrale vergrendeling, stuurbekrachtiging, een neerklapbare achterbank en 12V-aansluiting. De XS-uitvoering is als driedeurs louter met de 1.4 benzine leverbaar (vijfdeurs ook met 1.1) en komt veel completer voor de dag. De meerprijs voor deze versie is slechts 1100 euro en daarom ook het meest geliefd. Ook dan komt het prijsniveau nog lang niet in de buurt van de 207. Welke je ook kiest; de 206+ heeft zijn plekje in het gamma wederom verdiend.
Schrijf een review