De concept car die aan de productie-Brera vooraf ging, was gebouwd op het onderstel van een Maserati compleet met V8-motor en achterwielaandrijving. Dat moest voor de productieversie echter wijken voor de goedkopere serietechniek uit de middenklasse Alfa’s. De Brera is er dus al met een viercilinder motor en 185 pk, net als de Alfa 195. Passender bij een prachtige sportcoupé als de Brera – hij is in het echt nog veel mooier dan op de foto – is de 3,2 zespits benzinemotor die Alfa Romeo van General Motors betrekt. Maar die is met 260 pk weer meteen zo krachtig dat de voorwielen dat allemaal niet op het asfalt kunnen overbrengen. En dus krijgt dit Brera topmodel standaard vierwielaandrijving.
Dat voorkomt dus griploos doorslippende voorwielen, maar helaas is de Brera wel meer dan een tikje zwaarlijvig geworden van de extra aandrijfassen en differentieels. De weegschaal waar we het opgegeven gewicht van testauto’s regelmatig controleren, sloeg dit keer uit naar 1.780 kilo met een volgetankte Brera 3.2 V6 Sky Window. En da’s toch echt iets teveel van het goede. Een bijna vijf meter lange Audi A6 3.2 quattro is net zo zwaar en een 40 cm langere BMW 630i is ruim 200 kilo lichter.
Dat voel je bijna voortdurend, ook al doet de heerlijk klinkende V6-motor in de Brera zijn uiterste best om de vaart erin te houden. Niet onverdienstelijk trouwens, want binnen zeven tellen sprint de Brera van 0 naar 100 km/h. En over de topsnelheid van 240 km/h mag je ook zeker niet klagen. Maar het gewicht eist zijn tol bij het verbruik van de auto die je zelfs met een kalme rijstijl slechts met moeite zuiniger dan 1 op 8 kunt rijden.
De rijkwaliteiten staan wel een op een hoog peil, want de Brera stuurt precies en heeft een uitstekend bochtgedrag. Hij is bovendien tot op hoge snelheden heel stabiel met zijn vierwielaandrijving. De vering is aan de stevige kant, maar dat hoort wel bij het type auto.
De Alfa Brera maakt een heel degelijke indruk. Zelfs op slechte wegen hoor je geen rammeltje en dat was vroeger wel anders bij dit merk. Dat is dan wel weer een voordeel van het hoge gewicht. Het interieur is niet alleen degelijk afgewerkt, maar ook mooi. De aluminium decoratie is zelfs echt op het stuurwiel, op de middenconsole – iets teveel van het goede voor onze smaak – is het nep.
Erg ruim is de Brera overigens niet. De coupé heeft achterin slechts ruimte voor kleinere kinderen en de bagageruimte is met 300 liter ook niet aan de krappe kant. Maar je kunt de achterbank wel neerklappen en dan is de bagageruimte riant. Aan praktische bruikbaarheid ontbreekt het de Brera dus niet helemaal en je bent telkens weer onder de indruk – wij tenminste wel – van het prachtige uiterlijk van de auto. Maar we zouden dolgraag eens met een achterwielaangedreven Brera willen rijden.
De Brera 3.2 V6 Q4 is er vanaf 51.940 euro, de versie met Sky Window – het glazen dak – kost twee euromille meer.
Schrijf een review