Aan de designmoed van BMW lijkt dus een beetje een eind te zijn gekomen, want ook bij de voor de X5 geïntroduceerde 3-serie zagen we al een geleidelijke afkeer van de enkele jaren geleden ingezette lijn. U zult er ons niet over horen klagen, want wij vinden het nu mooier worden.

BMW is er bij de nieuwe X5 in geslaagd de auto substantieel te laten groeien – bijna twee decimeter tot 4,85 meter – zonder de proporties aan te tasten. Als je de oude X5 er niet naast ziet, zou je zelfs zeggen dat hij niet groter is. Het interieur profiteert aanzienlijk van de groei. BMW biedt nu een derde zitrij aan om de concurrentie met Mercedes en Audi aan te kunnen. Maar naar verwachting zullen hooguit een op de vijf kopers de X5 als zevenzitter bestellen. Zij die de vijfzitter kiezen hebben een fors bagageruim van 620 liter.

Het interieur van de X5 is ook mooier en beter geworden. Mooie materialen en een afwerking die de vergelijking met Audi nu (weer) kan doorstaan. BMW heeft zelfs geluisterd naar de aanhoudende kritiek op iDrive, het bedieningssysteem voor audio, airco, navigatie en telefoon, dat in de X5 standaard is. Met tien instelbare voorkeurtoetsen kun je bijna geheel vermijden dat je die nog altijd omslachtige draai-, druk- en schuifknop moet gebruiken en ook de meest gebruikte airco-instellingen kun je nu rechtstreeks bedienen.

Toch zit de meeste vooruitgang traditiegetrouw in het technische gedeelte van de auto. De carrosserie werd namelijk wel groter en sterker, maar niet zwaarder, omdat BMW betere staalsoorten gebruikt. En de altijd standaard van vlot schakelende zestraps automaten voorziene motoren werden sterker, maar tegelijk ook zuiniger.

De goedkoopste X5 is de 3.0si met 272 pk drieliter zespitter voor 69.500 euro. Die sprint in dik acht tellen naar de 100 en haalt een top van 225 km/h. Met deze versie hebben we overigens niet kunnen rijden bij de presentatie. Wel met de X5 4.8i met 4,8 liter V8-benzinemotor met 355 pk. Deze versie sprint in 6,5 seconden van 0 naar 100 km/h, haalt maximaal 242 km/h en kost 90.900 euro. De meest verkochte X5 zal in Europa echter de 3.0d zijn (in Nederland zo’n 80 procent aandeel) met de zespits drieliter turbodiesel met 235 pk (0-100 in 8,3 sec, top 216 km/h) die vanaf 71.600 euro leverbaar is.

Zowel de turbodiesel als de V8 zijn geweldig rijdende SUV’s, die op gebaande wegen weinig onder doen voor gewone sportsedans, zeker niet als er de optionele actieve stabilisatie op zit, die het overhellen van de carrosserie in bedwang houdt. Maar ook zonder die voorziening is de X5 een indrukwekkende auto die het comfort en de veelzijdigheid van een SUV met het rijgedrag van een sedan combineert. De auto voelt zelfs extra handzaam aan als het optionele Active Front Steering is gemonteerd, want daaraan heeft BMW langdurig geknutseld. Het bij lagere snelheden sterke insturende en lichter werkende systeem werkt nu veel natuurlijker.

Terreinrijden hebben we met de X5 niet gedaan, maar dat je met de vele elektronische hulpmiddelen van het systeem een aardig eindje kunt komen, geloven we wel. De X5-koper zal die kwaliteiten pas ontdekken als de PC Hooftstraat is opgebroken.