Vorig jaar maakte de MiTo zijn debuut in het B-segment, bedoeld om de gevestigde orde wakker te schudden en stiekem wat rijders uit de Golf-klasse te verleiden. Alfa zet daarom hoog in, met sportieve styling en een vleugje 8C, een breed (turbo)motorenaanbod en geavanceerde rijhulpsystemen. Daarmee ontpopt de MiTo zich als een rijdersauto, in alle opzichten. Inderdaad, net als de op handen gedragen Mini.
Centenkwestie
Net als zijn ‘Britse’ tegenstrever is er een 1.4 liter benzinemotor aan het gamma toegevoegd. In Italië is dat vanwege het belastingregime een belangrijke motorisering, vooral voor jonge bestuurders. Ook voor ons is de MiTo 1.4 financieel gezien een interessante keuze. Vergeleken met de 1.4 Turbo (120 pk) scheelt het al 2300 euro bij aanschaf. De MiTo 1.4 is er namelijk vanaf 17.495 euro. Of eigenlijk: vanaf net geen 19 mille, want airco mag je wel verwachten. Bovendien is het energielabel van de instapper groener (B) dan van de Turbo-variant, die het met een neutrale C moet doen.
Terug naar de kern van de zaak, of je met de MiTo bijtellings- en energielabelvriendelijke 1.4 zestienklepper zonder turbo wel (enig) plezier kunt hebben. We hebben immers te maken met een 78 pk sterk blok, waarvan je omringd door 1055 kilo staal geen wonderen mag verwachten. Ook hebben wij de 'pech' juist eerst de meest krachtige versies onder de gasvoet gehad te hebben. Toch is het begin goed. Alfa heeft namelijk de 95 pk sterke 1.4 16V als basis genomen, die weliswaar is teruggetuned naar 78 pk. Dit blok is prettiger afgesteld en gekoppeld aan een zesbak, terwijl de even sterke 8-kleps versie die Fiat in de Grande Punto monteert het met vijf versnellingen moet doen. Die 120 Nm trekkracht die het apparaat produceert is hoe dan ook niet bijzonder, wel haalt de MiTo als het moet de 165 en kun je in een acceptabele 12 tellen naar 100 sprinten. We geven het contactslot een slinger en het torretje komt met een verrassend diepe brom tot leven. Kijk aan, ook hier is werk van gemaakt, de uitlaatsound draagt immers ook bij aan de beleving, zeker bij een Alfa.
D(oorrijden)
Zoals inmiddels bekend is beschikt de MiTo als eerste Alfa over het D.N.A systeem, dat de bestuurder de mogelijkheid biedt zowel de gasrespons, als de mate van stuurbekrachtiging en de werking van het ESP te beïnvloeden, naarmate zijn humeur of omstandigheden. In de Normal stand is de MiTo zo mak als een lammetje. Het motortje klinkt prima, maar het blijft meer bij woorden dan daden. Wel is de mate van besturing prettig. Niet te licht, maar zeker niet te zwaar of met teveel weerstand. In D-stand valt dat laatste toch in negatieve zin op. In vergelijking met de 1.4 Turbo als de 1.6 JTDm diesel is het qua besturing hard werken. Je moet het rad er echt toe dwingen een bocht aan te snijden. En dat terwijl de ongeblazen viercilinder en spontaan zin in krijgt. Door de dynamische modus is de reactie op het gaspedaal een stuk feller geworden. Niet dat we er nu pijlsnel mee van A naar B kunnen, maar door het vinnige karakter word je wel aangespoord een aantal bochten op te zoeken.
Daar gaan we eens voor zitten. Net als in elke MiTo is het zitmeubilair stevig en goed ondersteunend. Ook is er voor iedereen wel een ideale rij-/zitpositie te vinden, omdat zowel het stuur als de bestuurdersstoel in uitgebreid te verstellen is. Het dashboard en de stoelbekleding is minder sportief uitgevoerd, en mist de opbeurende Competizione-afwerking. Dat de MiTo wel degelijk sportief bedoeld is, blijkt tijdens het afleggen van een vaste testroute. Ook de basis-MiTo heeft een stugge demping meegekregen, waardoor elke vorm van richels, putten en andere oneffenheden feilloos worden doorgegeven aan de inzittenden. Da’s weer even wennen, maar we kunnen het van ‘m hebben, al is ook voor te stellen dat je na een vermoeiende lange dag liever in iets comfortabelers plaatsneemt.
In zekere zin werkt de 1.4 motor wel rustgevend. In de Normal-stand houdt de 1400 zich zoals gezegd bedeesd en zul je niet gauw de sporen er in zetten. Op de snelweg is boven de 120 de fut er ook uit, en moet de zesbak toch echt in het vierde verzet worden gezet om goed vooruit te komen. Maar eenmaal boven de 140 houden wij het voor gezien, want dan blijkt de versnelling minimaal. Op lagere snelheden is het Italiaantje duidelijk meer in zijn element. Wie 'het Nieuwe Rijden' in de wind slaat, de dynamische modus activeert en de krachtbron gretig op toeren houdt kan dan best een lolletje beleven. Lang leve ook de goede zitpositie en de ambitieuze uitlaatsound. Het standaard gemonteerde elektronische sperdifferentieel Q2 speelt - zeker als het droog is - echter maar een marginale rol in dit spel. Zo hard gaan we immers nooit...
Chippen?
Wil je meer pit? Niet verder vertellen, maar dan kun je bij het gerenommeerde Squadra Tuning terecht voor chiptuning. We zeiden al dat Alfa de kracht van de 1.4 16V doelbewust heeft laten temperen. Squadra heeft het geheim van de smid ontrafeld en tovert er voor slechts 300 euro weer 17 paarden en wat Newtonmeters trekkracht bij. Reken maar dat je dat merkt! Ondanks de gematigde pit van de een-punt-vier blijft de brandstofbehoefte bescheiden. Met het nastreven van een Alfa-waardige rijstijl – laten we het daar op houden – bleek de eindscore een fraaie 1 op 13.2. Precies hetzelfde als wat de boordcomputer voor ogen had, overigens.
Mooi wit is niet lelijk
Hadden we al gezegd dat de Biancospino lak de MiTo heel goed staat? Na twee rode rakkers is een ‘beige’ exemplaar een welkome afwisseling. En een hele fraaie keuze, zeker in combinatie met de donkergrijze sierringen rond de lichtunits aan de voor- en achterzijde. Deze kleurencombinatie vormt een uitdagend contrast, dat nog eens wordt versterkt door het bij te bestellen titaniumkleurig 17 inch lichtmetaal. Niemand hoeft te weten dat je het puntje bij paaltje moet afleggen tegen de lease-TDI’s en hot hatches. De hier geteste 'Progession' moet wel de diffusor-look aan de achterzijde missen, evenals het uitlaatsierstuk en een chromen sierstrip langs de ramen. Wel beschik je over een geïntegreerde radio/cd-speler met MP3 functie, elektrisch bedienbare ramen en spiegels, airco, mistlampen en een lederen stuur en versnellingspookknop.
Concluderend wordt duidelijk dat je met de instapmotor niet behelpen onderweg bent. De basisversie biedt dankzij de algehele sportieve inborst van de auto gelukkig wel genoeg vertier, al moet je dat niet op de snelweg gaan zoeken. Daar staat wel een gunstig verbruik tegenover, want ruim 1 op 13 is geen enkel probleem. En voor de liefhebbers is er altijd nog een voordelige bijtellingsloze uitweg voor wat extra pit onder de kap. Het blijft immers een Alfa...
Schrijf een review