Een auto als de Toyota Auris past qua formaat in het rijtje Volkswagen Golf, Opel Astra en Ford Focus. Toch zie je deze Japanner niet zo vaak op de weg als het Duitse trio. Toyota wordt dan wel sterk geassocieerd met kwaliteit, betrouwbaarheid en innovativiteit, maar het oog wil ook wat, en daar scoort de Auris in de praktijk wat minder. In standaard trim is de koets vrij behoudend vormgegeven, misschien wel iets te netjes. Maar als we de GT180 onder ogen zien verdwijnt dat grotendeels als sneeuw voor de zon!
Langs de sportschool
We hebben in de inleiding al deels aangestipt hoe onze Auris als GT180 door het leven gaat. Eerst waren de designers aan de beurt; een subtiele voorspoiler, zijskirts en een achtervleugel werd gemonteerd. Verder is er relatief bescheiden, maar fraai 17 inch lichtmetaal op geschroefd, die de wielkasten dankzij de drie(!) centimeter verlaging goed weten op te vullen. Het front oogt krachtig en straalt snelheid uit, waaraan de zwarte lak en donkerder getinte koplampunits extra bijdragen. De twee einddempers dikken de achterzijde nog meer aan, en doen vermoeden dat er de nodige potentie in het vooronder zit. De cockpit werd minder uitgebreid herzien, al zijn de sportpedalen en het ferme lederen stuur natuurlijk meer dan welkom. Het instrumentarium bleef identiek maar is wel bijzonder fraai gestyled. Daarnaast zijn de gebruikte materialen in orde en doet het breed opgezette dashboard degelijk aan. Last but not least zitten we op met rood leder beklede stoelen. Verrassing! Deze lederen aankleding staat weliswaar op de optielijst, maar bezorgt je wel dat speciale gevoel net even iets 'anders' te rijden. En daar kan iedereen wel van genieten, want zowel voor als achter zit je in alle ruimte, de bestuurder desgewenst ook vrij laag bij de grond. Toch niet onbelangrijk!
Verfijnd krachtig
Toyota levert de GT180 uitsluitend met de krachtigste dieselmotorisering die ze in huis hebben. Het is de 2.2 D-4D D-CAT common rail viercilinder, die 177 pk levert en liefst 400 Nm trekkracht in huis heeft. Een inmiddels bekende, maar zeer verfijnde dieselmotor, die eigenlijk alleen stationair draaiend zijn afkomst kenbaar maakt, en tijdens acceleratie gewoon heel enthousiast klinkt, maar niet gaat nagelen. Na 2000 toeren zet de diesel zich schrap – de turbo komt er vrij drastisch in - en gaat deze brandweer er van door. Mocht je je dag niet hebben, dan bezorgt die duw in je rug alsnog een glimlach! Als het moet gaat de acceleratie vlot door tot 210 km/u, waarbij het sprintje naar 100 in acht tellen is voltooid. Dit soort sprintjes bezorgen je het meeste snelheidsgevoel, tussenacceleraties ervaar je meer als vlot in plaats van snel. De zesbak – hooggeplaatst en lekker binnen handbereik - is namelijk vrij ruim gespatieerd, en zet vooral in 5 en 6 lange stappen. Dat houdt natuurlijk eenmaal op snelheid wel het toerental laag. Nog een klein puntje van kritiek. Bij te snel uitgevoerde schakelopdrachten toont de bak zich soms wat weerbarstig, daar moet je even op letten.
Geen GTI
Een sportieve bui vormt wel een aanslag op de voorbanden, want moeten alle zeilen bijzetten om die kracht op de weg te zetten. In de praktijk blijkt – met name bij droog wegdek – dat de tractiecontrole gelukkig weinig hoeft in te grijpen. Wanneer dat wel gebeurt gaat dat vrij abrupt, waardoor je in een bocht je soms verrast afvraagt waarom de motor zich inhoudt. Goed, Toyota houdt het graag veilig, daar is ook wat voor te zeggen. Wie al zijn stuurmanskunsten wil loslaten zal ook merken dat de besturing niet op het scherpst van de snede is. Ook uit de afstelling van het onderstel wordt ons duidelijk dat de Auris inderdaad een GT is en zeker geen GTI. De veerwegen zijn vrij comfortabel, de demping achter is echter wel stug. Daardoor heb je zo nu en dan wel een sportieve ‘stoot’ maar ben je niet aan het stuiteren. Dat is ook wel zo prettig op de snelweg tijdens lange afstanden. Temeer omdat de GT180 zich dan ook prima laat cruisen. De zesde versnelling is vrij lang waardoor de wijzernaald van de toerenteller rond de '2' blijft schommelen.
Schoner dan je denkt
Wanneer we aan het eind van de rit de brandstoftank weer tot de nok vullen blijkt de verbruiksmeter op het instrumentarium aardig met de werkelijkheid overeen te komen. Gemiddeld reden we 1 op 12.5. Tijdens flinke afstand met vooral snelwegkilometers kwamen we een kilometer verder. Dit is uiteraard het gevolg van de vlotte inborst die deze GT180 heeft – de pogingen van de schakelindicator ten spijt - maar de fabrieksopgave van 6.2 l/100km en 164 g/km CO2 met E-label maakt al duidelijk dat deze Auris nooit echt zuinig zal zijn. De tweeliter 170 pk diesel van VW is minder veeleisend. Maar, toch kunnen we ‘m best wel schoon noemen. Waarom? De uitlaatgassen worden dankzij D-CAT – een NOx katalysator die de uitstoot van stikstofdioxide behoorlijk terugdringt – extra gefilterd, naast het standaard roetfilter dat inmiddels op de meeste diesels is gemonteerd. Onderaan de streep blijkt de 2.2 D-4D D-CAT op dit vlak 43% schoner dan zijn tweeliter broer uit eigen huis die -net als vele andere diesels- dit systeem moet ontberen.
Nette prijs!
Een GT staat niet alleen voor vlot rijden en een lolletje op zijn tijd, ook verlangen we naar de nodige luxe. Die wens wordt door Toyota rijkelijk vervuld. De Auris GT180 komt mee met zeven airbags, elektrische ramen en spiegels, automatische airco, keyless go – werkt feilloos, ideaal – een heuse startknop, cruise control, ESP en radio/cd/navigatiesysteem met touchscreen. Op onze testexemplaar was zoals gezegd nog leder gemonteerd (1495 euro), evenals stoelverwarming. Zaken als xenon, parkeersensoren en Bluetooth zijn eveneens tegen meerprijs leverbaar. Toyota vraagt voor de Auris GT 180 Navigator als vijfdeurs 30.470 euro. Zonder GT-recept en met 2.0 dieselmotor onder de kap betaal je slechts 2000 euro minder. Dus, zeker geen verkeerde prijs voor deze uit zijn schulp gekropen Japanner met amibities!
Schrijf een review