Ford heeft met de Ka heel wat los gemaakt in het A-segment. De kleine stadsauto zag in 1997 het levenslicht en werd tot in 2008 goed verkocht, zelfs zonder ook maar één serieuze facelift. Een knappe prestatie en een compliment voor het expressieve New Edge design, de ontwerpfilosofie die destijds werd gehanteerd. De nieuwe Ka is een en al Kinetic Design en lijkt eigenlijk niet op zijn voorganger. Dat is ook niet zo vreemd, als we in ogenschouw nemen dat Ford zich bij Fiat meldde voor een nieuw kleintje. De Duitsers kregen vervolgens veel speelruimte, waardoor de designers zo hun eigen draai aan het koetsje konden geven. Dat is goed gelukt. Ook de Ford Ka kent scherpe, typisch hedendaagse Ford-lijnen, maar is wel speels, gedrongen en guitig neergezet. Vooral het neusje smoelt guitig, helemaal goed! De achterzijde oogt wat ‘hoog’ maar is met de druppelvormige achterlichten vrolijk gestileerd. Opvallend zijn ook de groot uitgevallen buitenspiegels, voor prettig veel zicht onderweg. Eigenlijk verraadt het exterieur alleen de raam- en daklijn wat Fiat DNA.
Volwassen knus
In het interieur van hetzelfde laken een pak. De cockpit geurt letterlijk Fiat, maar oogt eigentijds in plaats van retro. Het dashboard kent een doorlopende middenconsole met hooggeplaatste versnellingspook. Ook het instrumentarium komt oorspronkelijk uit de Fiat-stallen maar werd voor de Ka opnieuw origineel gestyled. De ronde ventilatieroosters op de middenconsole zijn een beetje rebels gemodelleerd, daarboven is de geïntegreerde radio geplaatst. Helaas zijn de knopjes op het paneel klein uitgevallen, waardoor sommige functies aanroepen een beetje priegelen is. Gelukkig weet het systeem met zes speakers wel heel behoorlijk te presteren, helemaal met de standaard subwoofer!
Ons witte exemplaar kreeg verder rood-zwart beklede stoelen mee, en dat ziet er niet alleen leuk uit, het zit ook heel goed. De zit is weliswaar knus, dat is te wijten aan de ruimte tussen jou en het portier en de genoemde middenconsole. Wie uit de oude Ka komt zal even moeten wennen. Het stuur laat zich alleen in hoogte verstellen maar een groot gemis is dat niet. Lastiger is het vastklikken van de gordel, dat lukt de eerste paar keer niet op de tast. Oefening baart kunst, zo bleek later in de week. Achterin kunnen in principe twee personen mee, nadat ze zich het tegenstribbelende easy entry systeem hebben overwonnen. Die laat de voorstoel namelijk eerst helemaal naar achter schuiven, waarna je de stoel zelf weer naar voren moet schuiven en zo de benen van de achterpassagier uit de beknelling worden gehaald. Het verrast ons niet dat de zit daar niet riant is, zowel hoofd- als beenruimte schieten wat tekort, maar we begrijpen dat je van 3.64 meter lengte geen super(b) ruimte-aanbod kan verwachten. Hoe is het dan gesteld met de bagageruimte? Deze is 224 liter groot, net weer een slag groter dan zijn voorganger. Vreemd genoeg is de toegang tot dit (verlichte) compartiment alleen met de sleutel in het slot mogelijk, ondanks een ontgrendelingsknop op de afstandsbediening.
Kranig op de weg
We draaien de klapsleutel in het contactslot, waarna de 1.2 volwassen klinkend tot leven komt. De 1.2 liter viercilinder levert 69 pk en dat moet op papier genoeg zijn voor de 840 kilo wegende Ka. Toch voelt de twaalfhonderd in de praktijk niet heel kwiek aan. Nu was ons exemplaar weliswaar nog maar amper ingereden, maar de belangrijkste oorzaak ligt toch bij de vijfbak. Daarvan zijn de versnellingsbakverhoudingen vrij lang gekozen – in ons land is de variant met korte reductie niet leverbaar. Prettig voor op de snelweg – bij 120 km/u wijst de toerenteller 3400 toeren aan – maar in stadsverkeer schakel je de eerste paar keer onbedoeld te vroeg op, waardoor het motortje onderin het toerenbereik valt en aan de bak moet om vooruit te komen. Maar, hij weer zich kranig en geeft vergevingsgezind en zonder protest gehoor aan je verzoek. Gewoon iets later opschakelen en je hebt er geen kind meer aan. Fijn is ook dat de krachtbron nooit echt luidruchtig is, op de snelweg wordt zijn arbeid overstemd door beperkt rol-, en rijwindgeluiden. Aan de pomp blijkt de Ka elke 15 kilometer een liter euroloodvrij verbruikt te hebben. Op zich niet gek, maar er zijn zuinigere spelers op de markt.
Rijden doet de Ka in ieder geval als de beste. Hij stuurt behoorlijk direct, en laat zich door zijn lage gewicht lekker lichtvoetig en wendbaar door het verkeer loodsen. En mocht je rechtsomkeert moeten maken, dan is dat door de verrassende kleine draaicirkel zo gepiept. Omdat het onderstel in feite Italiaans is heeft Ford het naar eigen smaak fijngeslepen. De Duitsers hebben een goede balans weten te vinden in het veercomfort, zonder de Ka onrustig te maken op oneffenheden. Hier toont de Ka zich heel volwassen.
Meer dan compleet
Wie in de markt is voor een Ford Ka kan kiezen uit de Trend- of Titanium uitvoering. Het instapmodel kost 10.000 euro en beschikt dan over elektrische ramen en (verwarmbare) spiegels, in hoogte verstelbare stoelzitting voor de bestuurder, radio/cd/mp3-speler met zes(!) speakers, centrale portiervergrendeling met afstandsbediening en ISO-fix. In tegenstelling tot de 500 heeft Ford de afweging gemaakt de Ka twee airbags mee te geven, al zijn voor 290 euro nog vier extra plofzakken te bestellen. De door ons gereden Titanium wordt naar verwachting het meest verkocht. Deze kost ‘slechts’ 1000 euro meer en dan heb je ook airco, mistlampen, boordcomputer, 15 inch wielen en subwoofer voor het audiosysteem. Altijd doen, dus!
Opvallend lang is de optielijst, die het mogelijk maakt de Ka verder te personaliseren. Niet alleen met handige zaken als stuurbediening, Bluetooth, verwarmbare voorstoelen, parkeersensoren en ESP, maar ook met designpakketten uit de Individual-lijn. Wat te denken van kleurrijke grillemomlijsting, spiegelkappen of een kleurrijk interieur met lederen bekleding? Dit keer komt daar geen bekende ontwerper voor aan te pas, deze kekke Ka’s rollen zo uit de fabriek.
Schrijf een review