Zo op het eerste gezicht lijkt het nieuwe model in niets op zijn voorganger, maar qua praktische bruikbaarheid zijn ze wel degelijk met elkaar te vergelijken, want nog steeds kunnen vijf mensen een plek vinden in het binnenste. En nog steeds kun je, dankzij de relatief hoge instap, in feite zo naar binnen wandelen. Wel hebben de ontwerpers de hoge daklijn in zijn geheel verlaagd en naar achteren toe doen aflopen. Dit komt niet alleen de vormgeving ten goede, maar zorgt ook nog eens voor een lagere luchtweerstandcoëfficiënt.
Het interieur is volledig op de schop gegaan. De saaie, grijze tinten hebben het veld geruimd voor frivole, frisse kleuren. De bestuurder kijkt uit op een grote snelheidsmeter met onderin een display voor belangrijke informatie, zoals kilometerstand en dagteller. De toerenteller heeft in onze Exclusive-versie een plaats gevonden bovenop het dash. Beter goed gejat, dan slecht bedacht zullen we maar zeggen (o.a. Smart ForTwo). De diverse prullaria die de passagiers wensen mee te nemen, kunnen in talloze bergvakken en –boxen aan het zicht worden onttrokken. De ‘bekerhouders’ in de portierpanelen zijn bovendien geschikt voor flesjes. De bagageruimte daarentegen is in normale configuratie niet overbemeten met een inhoud van 178 liter. Door de rugleuning van de achterbank in twee delen (60:40) neer te klappen kun je uiteindelijk toch nog 573 liter vervoeren.
In negen van de tien gevallen ‘groeit’ een nieuw model ten opzichte van zijn voorganger. Dat geldt eveneens voor de Splash. In de lengte is de stadsauto liefst twintig centimeter langer gegroeid, tegen zes centimeter in de breedte. Daarnaast is de daklijn echter met zeven centimeter verlaagd. Dat leidt overigens niet tot een te krappe hoofdruimte, want er is nog steeds ruimte in overvloed. Een ideaal voertuig voor een bakker of kok dus. Ja, hij of zij kan met muts op zo naar het werk rijden, want er bevindt zich een vracht aan (loze) interieurruimte boven je kruin. Typerend voor dit model is zoals gezegd de hoge instap. Waarschijnlijke één van de redenen of liever gezegd dé reden van de populariteit bij de wat ‘oudere’ doelgroep. Men heeft vanuit de bestuurderspositie dan ook een prima zicht rondom. Enig nadeel is echter wel, dat de bouw van de koets hem tijdens stevig doorrijden parten speelt. De Splash is namelijk geen bochtenridder. Wie met te hoge snelheid een bocht in duikt, merkt dat de carrosserie behoorlijk op één oor gaat hangen. Zo sterk dat menig passagier tijdens onze testsessie dacht om te kiepen en de volgende rit met helm op instapte. Toch genoeg hoofdruimte. We overdrijven een beetje, maar de koets rolt behoorlijk om zijn lengteas en dat is een feit.
Behalve het uiterlijk vertoon, valt er onder de kap ook het nodige te melden. De benzinemotoren zijn afkomstig uit eigen huis. Suzuki levert de twee beschikbare krachtbronnen ook aan Opel voor de Agila. Beide aggregaten zijn vervaardigd uit aluminium en beschikken over twee bovenliggende nokkenassen. De instapper moet het doen met een 65 pk sterke, driecilinder krachtbron met een inhoud van bijna 1.000 cc. Een stapje hoger komt de 1,2-liter viercilinder met 86 pk. Deze krachtbron is beter geschikt voor de Splash, zeker wanneer je bedenkt dat de stadsauto vijf personen en aardig wat bagage kan opslokken; de driecilinder zal er dan hard aan moeten trekken. Als topsnelheid geeft de fabrikant een waarde op van 175 km/h en de sprint naar de honderd zou in 12,3 seconden geklaard moeten zijn. Optioneel voor de viercilinder is een viertrapsautomaat. In de eerste versnelling komt de Splash 1.2 kwiek van zijn plek. Doortrekken tot de rode streep, 6.500 tpm, vormt geen enkel probleem. In de tweede en derde versnelling duurt dat al wat langer en naarmate we op snelheid komen lijkt de luchtweerstand het te winnen van het acceleratievermogen. Dan nog tot boven de 6.000 tpm door te trekken is welhaast een onmogelijke opgave. Maar goed, we realiseren ons natuurlijk wel niet in een sportwagen te zitten.
De diesel komt gewoon uit de schappen van Opel en betreft een 1,3-liter met 75 pk en een koppel van 190 Nm. Met deze krachtbron voorin snelt de Splash in 13,9 seconden vanuit stilstand naar de honderd en bij 165 km/h is de pijp leeg. Bijzonder aan deze combinatie is het verbruik, dat volgens de fabrikant ruim 1 op 22 bedraagt. Een mooie waarde, net als de CO2-uitstoot van 120 gram per kilometer.
Concluderend kunnen we stellen dat Suzuki met de Splash een grote stap voorwaarts heeft gemaakt in vergelijking tot de Wagon R+. Het is nu eindelijk een echte auto geworden. Maar of de fabrikant ook de beoogde jonge kopersgroep weet te bereiken is nog maar de vraag. De relatief hoge instap spreekt nog altijd een ‘andere’ generatie aan.
Schrijf een review