De Kever is samen met de aloude Golf misschien wel de bekendste VW. Hoewel de Kever in Europa al lang en breed de klassiekerstatus heeft bereikt, rolden er tot in 2003 nog steeds nieuwe exemplaren van de band! De Mexicaanse (taxi)markt kon er maar niet vanaf blijven, maar ook liefhebbers en verzamelaars aasten op de laatste exemplaren. Na 21.529.464 exemplaren was het in 2003 dan toch ‘schluss’. Ondertussen was de New Beetle al geïntroduceerd. In 1998 zag deze opvolger –gebaseerd op de Golf IV- met veel enthousiasme het levenslicht. Uiteraard een stuk moderner, groter en duurder, maar nog net zo rond en bol. De Cabriolet, waar wij mee rijden, kwam in 2003 ten tonele.
Het kenmerkende uiterlijk met schuin aflopende achterzijde, uitgedijde wielkasten en die lekker ‘vet’ gevormde motorkap heeft tegenwoordig wel een nadeel: je vindt de New Beetle helemaal te gek, of juist helemaal niet. Gekscherend wordt hij dan ook wel een typische vrouwenauto genoemd, of als Cabriolet een rijdende badkuip. Zeker die laatste typering zou ik humoristisch opvatten. Het blijkt echter ook gewoon in zijn voordeel te werken. De New Beetle Cabriolet geeft je écht het cabrio-gevoel, maar daarover later meer.
Het tijdloze design kreeg namelijk in de zomer van 2005 nog een opfrisser. De New Beetle kreeg kort gezegd een wat scherper gesneden jas, naar aanleiding van de uitbundige vertoning die de Ragster concept neerzette. De wielkasten werden afgevlakt, nieuwe bumpers werden gemonteerd en tot slot tekenden de designers iets andere lichtunits. Al met al niet heel schokkend, maar het schattige en lieve karakter ging er zo een heel klein beetje af. En is dat erg? Nee, het oogt juist weer moderner en in lijn met de designtrends. Maar opvallen doe je nog steeds!
Want reken maar dat je in de spotlights staat. Ook al is ons exemplaar in een van de algemeen populairste – en minst vrolijke - lakkleuren gespoten, onopgemerkt zul je niet blijven, zeker wanneer je open rijdt. De stoffen kap, die optioneel elektrisch te bedienen is – ligt mooi nostalgisch opgevouwen op het achtersteven. De chromen sierstrip die rondom de deuren is verwerkt versterkt de chique uitstraling die dak van textiel geeft. En ga maar na, de meest begeerlijke en duurste cabriolets hebben allemaal zo’n stoffen exemplaar, en geen inklapbare hardtop. Het oogt gewoon erg harmonisch, omdat de designers vrijheid hebben in hun concept en niet gebonden zijn aan een groot te verwerken dakdeel.
Goed, het dak is er af, we stappen in. Het valt direct op dat het dashboard diep geplaatst is. Daardoor is de zitpositie ook iets verder naar achter dan je gewend bent. Hoewel dit ten koste van de beschikbare ruimte gaat, vergroot het wel de overzichtelijkheid rond de auto, want de A-stijl zit ver weg. Het dashboard is donker, maar wel frivool vormgegeven. Zo kennen het allemaal het bloemenvaasje als cultobject en het koepeltje waar het instrumentenpaneel met grote snelheidsmeter in is geplaatst. Hier en daar zien we Golf IV bedieningshendels en dito versnellingspook. Niets mis mee, alles werkt prima, is goed afgewerkt en laat niets aan duidelijkheid te wensen over; het is alleen een weetje voor tussen de oren. De ‘diepe’ zit went al snel en werkt in het voordeel bij het cabriogevoel. Je zit werkelijk omringd door een grote glaspartij, dat zich als het moet met één druk op de knop laat verdwijnen. Windschot eventueel omhoog, rijden maar.
Voorin – laat dat echte Kever-rijders het niet horen – ligt een voor technische begrippen ‘klassieke’ 1.6 benzinemotor, die 102 pk levert. Het is de oude vertrouwde krachtbron zonder poespas die wel wat rauw loopt, maar prima zijn werk doet en geen steken laat vallen. De krachtbron stelt zich gemoedelijk en soepel op, maar presteert dankzij de prima gespatieerde versnellingsbak overtuigend. Ook zijn drankgebruik stemt niet tot ontevredenheid. Zijn papieren bevestigen het voorgenoemde. Een topsnelheid van 178 km/u behoort tot de mogelijkheden en wie haast heeft raast in 12 seconden naar 100 km/u. En bijna 1 op 13 kun je wel halen! Automaatliefhebbers moeten kiezen voor de 2.0-versie.
Ook al presteert de Beetle best aardig, een scheurneus is het niet en dat komt goed uit, want het onderstel is ook niet sportief afgestemd. Een cabrio als deze behoor je soepeltjes en rustig te rijden, moeten ze bij VW gedacht hebben. De technici hebben ‘comfortabel cruisen’ letterlijk genomen en hebben dus ingezet op comfort, met veilig onderstuur als je toch te hard gaat. Van deinen of gezapig rijgedrag is trouwens geen sprake. De New Beetle nodigt alleen niet uit tot een flink potje sturen en daar zal de Beetle-rijder vast niet om malen.
Waar je wel over kunt vallen is het ruimte-aanbod. We zeiden het al, het dashboard is vrij prominent in het interieur geplaatst, waardoor de inzittenden vrij ver naar achter plaatsnemen. Nu is de koets niet zo heel lang, waardoor de achterpassagiers al gauw met hun benen klem komen te zitten. Jammer, want een dergelijke Cabrio is juist ideaal voor een toertocht vier personen. Wanneer je met z’n tweeën op pad gaat maakt dat natuurlijk niets uit en kun je daar gemakkelijk je bagage kwijt of een windschot plaatsen. De achterklep is namelijk erg klein uitgevallen – wie mooi wil zijn… - en kent daardoor een krappe toegang.
Wat heeft de Beetle qua verwennerij dan wel in petto? Een redelijke uitrusting, voor zowel de Basis als Highline. Volkswagen is niet scheutig – dat drukt de prijs – maar levert wel de meest functionele zaken. Onze Highline is bijvoorbeeld standaard voorzien van ESP, cruise control, elektrisch bedienbare ramen en spiegels en de nodige (hoofd- en zij)airbags. Ook zijn versnellingspook en stuur met leder afgewerkt. Het ontbreken van airco en lichtmetaal – we raken verwend – doet zijn naam echter geen eer aan. Jammer! Zeker als je bedenkt dat VW wel ruim 30.000 euro vraagt voor deze vrolijke verschijning. Tijd voor een extra traktatie na 10 jaar?
Oke, je kunt niet alles hebben. De New Beetle Cabriolet is een begrip, voor de één positief, voor de ander is de bloei er wat uit. Feit is wel dat dit opnieuw (ook na 10 jaar!) een bijzondere telg in het gamma is, die je met plezier kunt rijden en waarmee ook heel chique vervoer mee voor de deur hebt staan.
Met dank aan familie De Wilde uit Leusden voor het beschikking stellen van hun Volkswagen Kever 1303 uit 1976. Deze prachtig gerestaureerde rode klassieker werd in 1986 naar Nederland geïmporteerd en wordt door hen al meer dan 10 jaar liefdevol gekoesterd.
Schrijf een review