Het gaat Toyota voor de wind in ons land. Nog niet lang geleden stond het Japanse merk op de zevende plaats in de verkoopranglijsten, maar na de eerste vijf maanden van 2006 prijkt Toyota op de vijfde plaats. Met een marktaandeel van 7,54 procent, terwijl voor dit jaar 6,7 procent het doel is.

Het succes komt van meerdere modellen. Vooral de Aygo, de Yaris en de Corolla Verso doen het goed, maar Toyota scoort ook goed met de Avensis, een model dat het voor een belangrijke deel van de zakelijke berijder moet hebben. Die middenklasser behaalt een marktaandeel van rond de tien procent en bezet daarmee de vierde plaats in zijn klasse, achter de VW Passat, de Volvo S40/V50 en de Peugeot 407.

Heel belangrijk is dat de Avensis zakelijke berijders erg aanspreekt. Ook hier bezet de auto een vierde plaats achter de eerder genoemde concurrenten met een marktaandeel van rond de tien procent, een verdubbeling ten opzichte van het vorige model Avensis. Bij de particuliere kopers staat de Avensis samen met de Passat op een gedeelde eerste plaats.

Het zakelijke succes dankt de Toyota Avensis voor een belangrijk deel aan de ruime beschikbaarheid van goede motoren en dan vooral dieselmotoren. Vorig jaar werd aan het reeds bestaande gamma bijvoorbeeld de 2,2 liter D-CAT turbodiesel toegevoegd. Die krachtbron is niet alleen bijzonder krachtig, 177 pk, maar ook heel erg schoon, dankzij het roetfilter en de speciale katalysatortechniek.

Voor de vernieuwde Avensis, die nog deze maand in de showroom van de dealers staat, heeft Toyota het dieseloffensief nog wat versterkt. Er is een nieuwe tweeliter machine ontwikkeld die sterker, lichter en zuiniger is dan zijn voorganger en die motor is standaard uitgerust met een roetfilter. In plaats van de 116 pk van de vorige 2.0 D-4D, levert het nieuwe uit aluminium opgetrokken exemplaar 126 pk. En hij heeft een maximum koppel van 300 Nm dat tussen de 2.000 en 2.800 toeren beschikbaar is. Gemiddeld moet deze motor met 5,5 liter dieselolie per 100 kilometer toe kunnen.

De nieuwe dieselmotor is een basisdiesel, die vanaf 28.000 euro (in de sedanversie) wordt aangeboden en vanaf 29.000 als Wagon. Daarnaast blijven de 150 pk 2.2 D-4D en de 177 pk 2.2 D-4D D-CAT als sterkere alternatieven in het gamma. En bij de benzinemotor zijn er helemaal geen wijzigingen, dat blijft bestaan uit de 1.6 met 110 pk (alleen sedan), de 1.8 met 129 pk, de 2.0 met 147 pk en de 2.4 met 163 pk.

De wijzigingen aan de Avensis zijn overwegend van technische aard, het uiterlijk kreeg slechts een kleine opfrisser in de vorm van andere koplampen en achterlichtunits, LED-richtingaanwijzers in de buitenspiegels en wat extra chroom in de aangepaste grille. In het interieur zijn er nieuwe stoffen en kleuren en in het instrumentarium is een nieuwe infodisplay opgenomen. Bovendien is het uitrustingsniveau in alle uitvoeringen iets opgekrikt.

Toyota nam ook het onderstel van de auto onder handen, want de afstemming is steviger geworden. De voorwielophanging kreeg een dikkere stabilisator en iets gewijzigde demping, om het overhellen in bochten te verminderen. Achter is de stabilisator juist dunner geworden, de ophanging is iets aangepast en Toyota voerde ook enkele wijzigingen door aan de besturing.

De aanpassingen aan het onderstel en de besturing hebben een merkbare invloed gehad op het weggedrag. De auto voelt nog wat strakker aan dan zijn bepaald niet slecht sturende voorganger en de vering reageert beter op drempels, waarvan Toyota ze overvloedig in de testroute had opgenomen.

Helaas was de nieuwe tweeliter turbodieselmotor, het belangrijkste nieuws, nog niet beschikbaar om te proberen. Daarom probeerden we het topmodel uit het dieselgamma, de 177 pk sterke turbodiesel, even uit in de combiversie van de Avensis. Dat moet een gewilde combinatie zijn binnen het Avensis-gamma, want zowel de praktische combicarrosserie als de beresterke turbodiesel zijn zeer de moeite waard. Alleen toonde de boordcomputer ons tijdens de testrit niet de beloofde lage verbruikscijfers.

De vernieuwde Avensis is over de hele linie iets in prijs gestegen, de meeste versies een paar honderd euro. De nieuwe diesel is bijna 1.000 euro duurder dan zijn voorganger, maar daarvoor krijg je wel meer vermogen, een zesversnellingsbak en betere prestaties. En dat vinden ook zakelijke gebruikers erg prettig.