Ik ben geen fan van de BMW X6. Nooit geweest ook. Ik vond en vind het een pats-mobiel voor mensen die graag willen laten zien dat ze geld hebben en niets ophebben met de wereld om hen heen. Een schijnbaar onverenigbaar concept bovendien, met zijn combinatie van terreineigenschappen en coupé-kont. En bovenal een lelijk ontwerp. Maar ik moet bekennen dat het model toch niet is verworden tot de eendagsvlieg waarvoor ik ‘m destijds aanzag. In tegendeel zelfs: sinds zijn introductie in 2008 zijn er meer dan een kwart miljoen van verkocht en Mercedes en Audi zijn eveneens bezig met de ontwikkeling van soortgelijke modellen.
Dat het merendeel van de kopers van de X6 zich in China en de VS bevindt, doet nauwelijks af aan mijn ongelijk. Toch zit ook BMW er een beetje naast waar het gaat om de X6. Het merk wil ons namelijk graag doen geloven dat ze de uitvinders zijn van deze niche, maar dat klopt niet helemaal. Dat zijn namelijk de heren en dames van SsangYong. De Actyon was namelijk de eerste SUV-coupé ter wereld. Maar die zijn we allemaal al bijna weer vergeten en dat is maar goed ook, want dat model lag nóg iets gevoeliger op het netvlies.
Andere hoed
We begonnen al bijna te geloven dat het onmogelijk was om een mooie SUV-coupé te maken, totdat de eerste foto’s van de X4 opdoken. Waar de X6 weinig meer is dan een X5 met coupé-daklijn, is ook de X4 weinig meer dan een X3 met een andere hoed. De X4 is 1,4 centimeter langer dan de X3 en 3,6 centimeter lager dan zijn stamvader. Mooi is nog altijd niet het woord, maar de proporties kloppen hier beter en weinig mensen zullen dit ontwerp als lelijk bestempelen. De auto oogt gespierd, sportief en voelt ook zo aan. Dat komt deels doordat alle stoelen lager werden geplaatst om de hoofdruimte voor de inzittenden enigszins op peil te houden. Hierdoor hebben zelfs personen met een lengte tot 1,95 meter nog geen last van een schurende kruin en biedt de X4 tevens een sportiever gevoel.
Binnenin heeft BMW helaas nagelaten om het verschil met de X3 te benadrukken. De klokkenwinkel, het navigatiesysteem en de individualiseringsknop voor de rijhulpsystemen zijn stuk voor stuk bekend uit de vernieuwde X3. Op zich is het een moderne, maar ook zakelijke omgeving, tenzij je voor een M Sport of een X Line-pakket hebt gekozen. Wij reden met de XDrive35i. Het prijsverschil met een vergelijkbare X3 is ongeveer 5000 euro, maar wanneer je alle standaard-opties van de X4 verdisconteert in de prijs, bedraagt het verschil nog maar iets meer dan 1000 euro. Daarmee is een X4 best het overwegen waard wanneer je na je derde X3 wel eens iets anders wilt.
Klanten pikken
Uiteraard heeft BMW niet de X3-rijder op de korrel. Met de sportief rijdende en modern ogende X4 wil men vooral klanten wegpakken bij Range Rover (Evoque) en Porsche (Macan). Qua sportiviteit scoort de X4 hoog. De auto stuurt en schakelt net even sportiever dan de X3 en dankzij de torque vectoring techniek van de xDrive vierwielaandrijving zijn hogere bochtsnelheden mogelijk. En dat is een understatement. Want wanneer je tien jaar geleden met een auto als de X4 halverwege de bocht op het gas was gaan staan, was je niet supersnel en precies volgens plan bij de volgende bocht uitgekomen, maar had je aan de andere kant van de weg in het struweel gehangen. De elektrische sportbekrachtiging is een aanwinst en de achttraps automaat is een juweel. Het zijn allemaal elementen van BMW’s Performance Control, dat standaard is op de X4. Er zit zelfs een ‘launch control’ functie bij.
De grenzen van het onderstel liggen ver voor een SUV-achtige. Wij prefereerden de strakkere set-up van het variabele chassis. Daarmee kun je ook op slecht wegdek prima uit de voeten. In de comfort-stand voelt de auto weliswaar comfortabeler en rustgevend aan, maar afgezien van snelwegritten geven we de voorkeur aan iets meer ‘bite’ tijdens het rijden. Het enige wat de elektronica en het onderstel niet kunnen maskeren, is het relatief hoge gewicht van bijna 1.900 kilo. Het overhellen van de carrosserie blijft weliswaar beperkt, maar het doorduwen van de massa doet afbreuk aan de sportieve inborst van de X4. Een probleem waarmee uiteraard alle SUV-achtigen in deze klasse te maken hebben.
Kaper op de kust
Nou ja, bijna alle SUV-achtigen in deze klasse. Want welbeschouwd zijn er slechts twee nadelen te vinden aan deze BMW X4. Het eerste is dat de achterruit klein is en zeer schuin geplaatst, waardoor er een probleem ontstaat als je in de spiegel of achterom kijkt. En het andere nadeel is dat Porsche onlangs de Macan heeft geïntroduceerd. Want de X4 is weliswaar een auto die zeer goed rijdt, maar een auto als de Macan is toch wat anders dan een X3 met een coupé-daklijn. Met zijn exotische interieur, zijn superieure wegligging en de sportieve heritage van het sportwagenmerk, is de kans groot dat de zwevende en nauwelijks merkentrouwe moderne leaserijder al snel richting dit nieuwste automobiele snoepgoed getrokken.
In buitenlandse media wordt hardop de vraag gesteld of we ooit op dit soort auto’s zullen terugkijken als extremen uit een periode waarin de autofabrikanten geobsedeerd waren door het vullen van alle niches. Immers; een auto die zo modieus is als deze X4 moet wel een beperkte houdbaarheid hebben, zo redeneren ze. Het woord eendagsvlieg nemen ze nog net niet in de mond, maar de twijfel omtrent een lang en gelukkig leven voor de SUV-coupé is wijdverbreid. Maar goed, ik riep het niet en ik zal het ook nooit meer roepen. Het is bovendien maar goed dat autofabrikanten slechts beperkt luisteren naar de kritiek van journalisten. Want de koper heeft altijd gelijk en daarvan zijn er – afgaande op het succes van de X6 – ook voor BMW’s X4 genoeg.
Schrijf een review