De overheid stimuleert op diverse manieren het aanschaffen van kleinere modellen. Met BPM-vrijstelling of –voordeel, slurptax, energielabels en korting op de wegenbelasting is de boodschap duidelijker dan ooit. Deze maatregelen hebben in de praktijk inderdaad effect.
Terwijl de gemiddelde cilinderinhoud van zakelijk gereden personenauto’s toename tussen 1999 en 2005, is er daarna een daling ingetreden. Dit jaar is de ‘gemiddelde’ motor van de kilometervreters 1.74 liter groot. Samen met de inspanningen die autofabrikanten doen om hun modellen zuiniger te maken is het niet zo gek dat tweederde van alle verkochte zakenauto’s een A of B-label heeft. Zoals al eerder werd geconcludeerd neemt hierin het aantal dieselauto’s af, ten gunste van de hybride en benzinemodellen.
Die A en B-label rage heeft ook te maken met de stijging van het aantal compacte modellen in het wagenpark. Steeds vaker wordt er gekozen voor een auto als de Aygo, die klasse liet een stijging van 4.7 naar 8% in twee jaar tijd voor zich noteren. De compacte middenklasse is ook steeds meer in trek; de Focussen c.s nemen nu 30.6% tot hun rekening – in 2007 was dat nog 23.3%. Vreemd daalde het aandeel van het B-segment (de Peugeot 207 en Corsa’s) licht. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze eerste vier RDC-segmenten bijna driekwart van de markt. Dat was begin 2007 nog maar 64 procent.