De WRC-kalender eindigt om de twee jaar in Wales. Zo ook dit jaar. En wie een beetje op de hoogte is van de weersomstandigheden in Groot-Brittannië weet dat het weer nogal wisselvallig (lees: guur) is. Eigenlijk is het er nooit droog. Dus hou je niet van regen, boek dan geen vakantie naar Wales. Maar, dan zul je ook nooit kennismaken met het prachtig, glooiende landschap aldaar. Wij dus wel. En we kunnen alvast verklappen dat bovengenoemde omstandigheden de perfecte ingrediënten vormen voor een spectaculaire rally. Dat belooft dus wat! En al helemaal als we te horen krijgen dat Sebastien Loeb tijdens de shakedown -de verkenningstocht- de auto op zijn dak legt. Het is er spiegelglad!
Eerste jaar
Suzuki participeert dit seizoen voor het eerst in de koningsklasse van de rallysport met twee speciaal geprepareerde SX4-modellen. Standaard? Nou, nee. Wel zie je al van een afstand duidelijk overeenkomsten met een huis-tuin-en-keuken SX4, qua belijning dan. Dat is ook meteen de charme van deze sport. Het rallymonster is echter onderhuids wel ‘iets’ aangepast. Voor de aandrijving zorgt een tot op het bot opgefokte 2,0-liter turbomotor met een riant vermogen van liefst 320 pk. De aandrijfkrachten vloeien via een sequentiële vijfbak naar alle vier de wielen. Om de glooiende bospaden te trotseren is natuurlijk ook de afstemming volledig anders. Aangezien Wales volledig op onverhard wordt gereden, staat de SX4 hoger op zijn poten, zodat beide coureurs (Toni Gardemeister en Per-Gunnar Andersson) niet bij de eerste de beste hobbel de voorbumper (en de rest) aan gort rijden. Verder is natuurlijk het interieur eruit gesloopt, een rolkooi gemonteerd en zien we twee racekuipen. Ze zitten bijna met de billen op de bodemplaat. Dit om het zwaartepunt zo laag mogelijk te houden.
Respect
De Wales-rally beslaat negentien proeven, duurt drie dagen, start ’s morgens rond een uur of zeven en eindigt in de (donkere) avonduren. Lange ‘werkdagen’ dus voor de coureur en diens navigator. Uiteraard wel met de nodige pauzes en verbindingsroutes tussen de proeven in. Maar dan nog. Het begint al goed; de eerste proef wordt afgelast. Wegens hevige sneeuwval is er geen doorkomen aan daar in de heuvels van Wales. Jammer, maar het feest gaat gewoon door met de tweede proef. Wij wachten de rijders op bij proef 3, een route van zo’n twintig kilometer lang. En jawel hoor, na een aantal safetyvoertuigen van de FIA is het de beurt aan de rallymonsters. We zien echter nog niets, maar genieten al met volle teugen van de klanken die vanuit het bos beneden ons, ons trommelvlies streelt. Wat een sound! Nee, wat een gek zeg, zo hard over een bospaadje scheuren! Respect alom! De oh’s en de ah’s zijn dan ook niet van de lucht wanneer Loeb zijn Citroën als eerste over het onverhard veegt. Opvallend is de sound van beide Suzuki’s, niet te vergelijken met het overige veld. Je kunt ze, ongezien, op grote afstand aan het geluid eenvoudig herkennen. Dat geldt overigens ook voor de boxermotor in de Subaru’s.
Remote service
Aangezien diverse rallyproeven op een te grote afstand van het servicepunt liggen, is voorzien in een remote service. Oftewel, een tijdelijke ‘werkplaats’. En zo moet je het ook letterlijk zien. Nee, geen mobiele garages en hospitality units (als in de F1) die het leven er iets gemakkelijker op maken, maar een zeiltje op de grond, een krik en wat gereedschap en sleutelen maar. That’s it! De coureur en zijn navigator nemen een ‘broodje kaas’ en iets te drinken en gaan vervolgens weer op pad. Wat een verschil met circuitraces waar de coureurs welhaast tot popsterren zijn verheven. Niets van dit alles in de WRC. Je kunt gewoon een praatje maken met je favoriete rijder, die je vervolgens openhartig te woord staat. Geweldig! Een official van de FIA houdt het sleutelwerk nauwlettend in de gaten. Men mag namelijk in de remote service maar twintig minuten sleutelen. Of dat genoeg is? Als het nodig is, vernieuwen ze in dat tijdsbestek de gehele auto. Na de servicebeurt gaan de coureurs weer op pad naar de volgende proef. Gewoon tussen het overige verkeer in. Een WRC-auto mag (en moet) dus de openbare weg op. En als een lamp kapot is, of wat dan ook, dan wordt ie gewoon aan de kant van de weg gezet door de politie. Het is dus zaak dat alles naar behoren functioneert.
Het gaat goed met het Suzuki-team. Na de eerste dag bezet P-G Andersson zelfs de derde stek. Een knappe prestatie, en dat al in het eerste seizoen. Maar we zijn er natuurlijk nog niet. Nog twee dagen te gaan! ’s Avonds in het servicepark worden de bolides binnenste buiten gekeerd en waar nodig voorzien van nieuwe onderdelen, uiteraard weer onder toeziend oog van FIA-officials. De rijders eten een hapje en gaan vervolgens onder de wol. Op naar de volgende dag! In alle vroegte gaat het hele circus weer van start. En aan toeschouwers ontbreekt het evenmin, zo op een regenachtige vroege ochtend. Nee, heel Wales en omstreken loopt uit. Sterker nog, een groot deel kampeert op het parkeerterrein, zodat ze niks hoeven te missen. De geur van bacon and eggs prikkelt regelmatig onze neushaartjes. Wat een rallyliefhebbers die Britten; prachtig! Op de tweede dag verloor Suzuki-rijder P-G Andersson wat punten en daarmee zijn derde stek. Uiteindelijk wist hij op dag drie de vijfde positie in het algemeen klassement te consolideren. Gardemeister vinden we terug op plaats 7. “Ik heb echt een goede rally gereden met als hoogtepunt dat ik de eerste dag afsloot met een derde plaats in de algemene rangschikking”, zegt de 28-jarige P-G Andersson. “De laatste dag heb ik mijn uiterste best gedaan om mijn 5e plek niet te verliezen, en -niet geheel onbelangrijk- de SX4 WRC heeft drie dagen lang geen krimp gegeven. Kortom, we kunnen met een goed gevoel het seizoen afsluiten.” En Loeb? Hij wint de Wales-rally. De enige titel die nog op zijn lijstje ontbrak. Hij is daarmee ook weer wereldkampioen. Op naar volgend jaar!