100 jaar mobiliteit: de autoloze zondag [historie]

Mobiliteit geeft ons vrijheid. Maar wat als de overheid bepaalt dat op een bepaalde dag helemaal niet gereden mag worden? In 1939 was de eerste autoloze zondag een feit, sindsdien gevolgd door vele autovrije dagen. Waarom hebben we die eigenlijk?

AutoVandaag viert in samenwerking met Athlon 100 jaar mobiliteit. In dit artikel staat de autoloze zondag vanaf 1939 centraal, een dag waarin het reguliere verkeer niet mocht rijden.
Rijkswaterstaat / Harry van Reeken

De eerste autovrije zondagen waren in Nederland tussen oktober en november 1939 van kracht. Vanwege het te verwachten tekort aan brandstof mocht overdag op zondag niet gereden worden. Tussen november 1956 en januari 1957 waren opnieuw de zondagen autoloos. Slechts hulpdiensten en taxi’s waren uitgezonderd van dit verbod. De snelwegen bleven leeg en kinderen hadden alle ruimte om te spelen.

Oliecrisis

Ook tijdens de oliecrisis in 1973 was rijden op zondag uit den boze. Tegelijkertijd werd op snelwegen de maximumsnelheid verlaagd naar 100 km/u. De Nederlanders lieten zich echter van hun inventieve kant zien door dan meer op zaterdag te rijden. Het effect - brandstof besparen vanwege een mogelijk tekort aan olie - bleef uit en dus was het verbod in januari 1974 alweer verleden tijd.

Vrijwillig 

Diverse grote steden zoals Utrecht en Amsterdam hebben de afgelopen jaren (onder meer in 2000, 2007 en 2015) ook autoloze zondagen ingesteld. Nederland kende ook tien edities van de Nationale Autovrije Dag waarbij tientallen steden (een deel van) de stad afgesloten hield voor verkeer. Deze initiatieven waren vooral vrijwillig en bedoeld om bewust te worden van het milieu, al dan niet gecombineerd met leuke evenementen en festiviteiten voor jong en oud. 

Video