Renault laat ons rijden in de auto die slechts een paar procent van de verkopen op zich zal nemen. Het is wel de auto die – totdat de Mégane RS er is – laat zien wat zijn kwaliteiten zijn. De Mégane oogt lekker breed en heeft speciale LED-lampen die hem ook direct herkenbaar maken in het donker. Het GT-jasje van de auto is in soortgelijke vorm ook beschikbaar voor de minder krachtige motoriseringen onder de naam GT Line.

205 pk

Onder de kap vinden we een tot 205 pk opgepepte 1.6 liter turbomotor, gekoppeld aan een zestrapsautomaat met dubbele koppeling. Het stel blijkt een goed huwelijk want de Mégane GT is er behoorlijk rap mee, vergezeld met een door speakers versterkt maar niet onrealistisch motorgeluid. De uitlaat geeft zelfs kleine plofjes als je flink op het gas hebt gestaan. Met dank aan Launch Control haal je moeiteljk 100 km/u vanuit stilstand in zeven tellen.

Geen wildebras

Toch is de Mégane GT geen wildebras, maar een lekkere vlotte auto met veel grip. Het onderstel heeft geen enkele moeite met het vermogen en dat belooft wat voor de RS-versie. Ondertussen ligt de Fransoos strak op de weg en is hij niet eens stoterig of straf, maar zit je wel in heerlijke sportstoelen met diepe wangen. Een echte GT, die qua prijs (31.290 euro) nog wel te betalen is. Hebben we nog iets te klagen? Ja, de instelbare stuurbekrachtiging mist wat gevoel…

Dieselen

Vandaag gaan we verder rijden met de Mégane diesel, de bread-and-butter versie die in Nederland, samen met de TCe benzinemotoren voor nieuw succes moeten zorgen. De bijna 22.000 (lease)rijders die in 2013 massaal in de Megane Estate dCi zijn overgestapt worden nu verleid met 21% bijtelling, eventueel met automaat.