Vanuit marketingoogpunt heet de 3-Serie Coupé tegenwoordig 4-Serie. En dus treedt de M4 in de voetsporen van de legendarische M3 Coupé. Het is één van de populairste ‘M’ modellen van BMW, met eveneens een wisseling van de wacht onder de motorkap. De M divisie van BMW moet namelijk net als de rest met de tijd mee, en die tijd vraagt niet alleen om een lager brandstofverbruik en CO2-uitstoot. Het eist het. Op straffe van boetes.

Van V8 naar zes-in-lijn
Dat houdt in dat de M4 ten opzichte van de laatste M3 Coupé (E92) de nodige wijzigen heeft doorgevoerd. Zo is de befaamde, hoogtoerige V8 ingewisseld voor een zescilinder. Niet uniek voor deze auto, want eerdere varianten (E36 en E46 voor de kenners) hadden dat ook al. Wel nieuw is dat het nu een biturbo is, ook weer om uitstoot en verbruik te verlagen. Het wachten is op invoer van hybride-techniek bij BMW M, waar Porsche, McLaren en Ferrari al druk mee bezig zijn voor hun topmodellen.

Op papier is de motorwissel dus een staaltje ordinaire downsizing, maar aan kracht is er in de nieuwe M3/M4 geen gebrek, integendeel! Waar de E92M3 een vermogen van 420pk en 400Nm koppel produceert, stampt de F82M4 maar 431pk en maar liefst 550Nm koppel naar boven. Het gemiddelde verbruik daalde net als de CO2 uitstoot. Dat is theoretisch niet alleen leuk voor het milieu, maar ook voor de hoogte van de BPM die verwerkt zit in de aanschafprijs. En dus is de M4 'minder prijzig dan zijn voorganger.

Concurrentie
Concurrentie voor de M4 komt - niet verrassend - vooral uit Duitsland, namelijk de C63 AMG van Mercedes-Benz en de RS5 van Audi. Maar vergeet de binnenkort te verkrijgen Lexus RC-F niet, een Japanse beul die met een 5.0 liter V8 een maar liefst 477 pk en 530 Nm koppel op tafel legt. En Cadillac liet in Los Angeles de ATS-V zien, met een biturbo V6 met 450 pk en ruim 600 Nm koppel. Bij Mercedes-Benz heeft de hagelnieuwe C63 AMG een 4 liter V8 met 476 pk en 650 Nm, de V8 van de Audi RS5 levert óók al 450 pk.

De M4 Cabriolet is voorzien van een stalen vouwdak die zich in 20 seconden  open- of dichtvouwt. Dat kan rijdend, maar bij een dermate lage snelheid (18 km/u) dat je net zo goed kan stilstaan, want het laatste wat je wil is met een M4 het verkeer ophouden. Je bent immers al een redelijk opvallende verschijning, zowel in beeld als geluid.

Om met die laatste te beginnen, de vier kokers aan de achterzijde maken het geluid als een kanon in spervuur modus. Zeker wanneer de ‘Sport Plus’ stand is geselecteerd, gooit de techniek alle registers open. Alle blikken zijn op je  gericht wanneer je gas geeft bij het verkeerslicht. En dat zijn niet alleen maar vriendelijke ogen. Dat moet je willen, maar vermoedelijk is de M4 klant hier wel op voorbereid.

Dan de looks van de M4. Typerend zijn de bult op de motorkap en de buitenspiegels met een ‘zwevend’ bovenste pootje. Uitgevoerd in Sakhir Orange metallic, wat ondanks zijn naam gewoon vuurrood is, hetgeen van de M4 een nog opzichtiger apparaat maakt, helemaal in combinatie met de optionele 19 inch wielen. Geheel in stijl met de prestaties van de auto. 

Plezier in Groene Hart
Die prestaties zijn zeer indrukwekkend, zowel op papier als op het asfalt. De ware krachten kunnen uiteraard ten volste benut worden op een circuit, Duitse Autobahn of bochtige bergweggetjes. Maar een rondje Groene Hart afgewisseld met (ruim) 130 over de A4 maakt ook de nodige indruk. De enorme acceleratie is verslavend, het geknetter achter je imponeert enorm. Tussen Hoogmade en Roelofarendsveen zijn voldoende kleine weggetjes te vinden waar de M4 zijn ‘vleugels kan spreiden’. Bocht rechts, bocht links en rechtdoor via de Aderweg door de weilanden richting de zoveelste molen. Een indrukwekkende auto door een prachtig gebied. Wel uitkijken voor fietsers, want veiligheid voor Fahrspaß.

Het nadeel van een cabriolet in algemene zin is dat het vouwsysteem voor het dak voor extra gewicht zorgt ten opzichte van de Coupé. Iets wat je niet wil hebben in een auto, zeker niet als het gaat om een sportwagen. In het geval van de M4 is er toch een voordeel van de cabrio: de indrukwekkende kakofonie van gebrul en gesis achter je is veel beter te horen met het dak open, ten opzichte van de dichte coupé.

Nu we het toch hebben over dakloos rijden, met het windscherm opgeklapt en de ramen omhoog begeef je je in een soort windstille cocon waarbij zelfs dragers van toupetjes geen vrees hoeven te hebben voor hun haardracht. Een normaal gesprek met bijrijder is gewoon mogelijk. Met eventuele achterpassagiers wordt dat dan weer vrijwel onmogelijk, het windscherm neemt namelijk alle zitruimte in beslag. Overigens is het daar voor volwassen niet prettig toeven. Kleine stoeltjes en weinig beenruimte, maar wel twee mooie bekerhouders weggewerkt tussen de zetels.

Geniaal in al z’n eenvoud is overigens de rugleuning waarachter het windscherm makkelijk is op te bergen. De bagageruimte achterin is echt minimaal, zeker met het dak open wordt veel ruimte in beslaggenomen. Daarnaast is er aan weerszijden ook het nodige hang- en sluitwerk om het dak goed vast te houden wanneer het is opengeklapt. Ook hier is de klant waarschijnlijk goed op voorbereid.

Of toch een M3?
Daarnaast is de M4 Coupé ruim 12 duizend euro ‘goedkoper’ (vanaf 105.000 euro) dan de Cabrio. Nog iets beter te behappen is de M3 sedan (vanaf 104.000 euro), waar je gewoon met vier volwassen prima mee op pad kunt, inclusief bagage, en waarmee je waarschijnlijk net zoveel lol kunt beleven.