Al sinds 2008 wordt gesproken over een herintroductie van een vierpitsboxer bij Porsche en nu heeft topman Matthias Müller de ontwikkeling daarvan bevestigd. Hij is, in het kader van algehele downsizing en reductie van de koolzuurgasproductie bij het merk uit Stuttgart-Zuffenhausen, bedoeld voor de volgende generatie Boxster en Cayman, die overigens pas tegen het einde van deze decade wordt verwacht.
Volgens Müller krijgt de nieuwe viercilinder een inhoud van zo’n 2,5 liter, directe brandstofinjectie en een turbo, en zal hij goed zijn voor een pk of vierhonderd. Dat zou hem niet diskwalificeren voor zelfs een 911. Die zou dan wél 912 moeten gaan heten, zoals indertijd ook de viercilinderversie van de 911 werd betiteld, die twee jaar na de introductie van hét icoon, in 1963, het levenslicht zag. Die 912 verkocht eerst zelfs beter dan de 911, maar werd toch in 1969 alweer uit productie gehaald omdat de 911 uiteindelijk de bestseller werd.
Eerder dan bedoeld voor de 911, lijkt het plan om Boxster en Cayman van viercilinders te voorzien ook het doel hebben het onderscheid tussen deze middenmotormodellen (met óók zescilinder boxers) en de 911’s te vergroten. Howel... de sterkste versies van Boxtser en Cayman, de zojuist gelanceerde GTS beschikken over 330 en 340 pk. Bovendien bezweert Müller dat de vierpitter wel degelijk een met de 911 vergelijkbaar opwindend uitlaatgeluid zal krijgen.
VoPo
Een viercilinder is ook in ander opzichten niets nieuws voor Porsche dat zich ook na de 356 aan viercilinders heeft bezondigd. De ‘VoPo’ 914, de ontzettend leuke, maar veelal ondergewaardeerde, in samenwerking met Volkswagen ontwikkelde en geproduceerde roadster (een project dat onder leiding van Ferdinand Piëch stond) had een centraal geplaatste viercilinder lijnmotor uit de VW-stal – maar was als 914-6 ook leverbaar met een zespits boxer uit de 911.
Die laatste werd algemeen te duur gevonden en was geen verkoopsucces, hetgeen hem nu tot een uiterst kostbaar verzamelaarsobject heeft gemaakt. De 914 werd tussen 1969 en 1976 geproduceerd in nog geen 120.000 exemplaren.
924 en 944
Zijn directe opvolger, meteen in 1976 al, heeft het véél beter gedaan. Die 924 was ook in opdracht van het VW-concern ontwikkeld, met al designer ‘onze eigen’ Harm Lagaaij, en het was de bedoeling om hem uit te brengen als Audi Coupé. Waarom dat precies niet is doorgegaan weet ik nog steeds niet, maar uiteindelijk bracht Porsche de 924 zelf uit, met een viercilinder-in-lijn uit de VW-stal. Voorin en in lengterichting gemonteerd.
Een hoogst charmante sportauto, die echter ernstig leed onder het etiket ‘dames-Porsche’. Reden voor het merk, dat er vooral op de Amerikaanse markt goed mee scoorde, om een versie met meer ballen uit te brengen. Hoewel er nog een 924 Turbo en zelfs een 924 Carrera GT het daglicht zagen, werd deze laatste de basis voor de potente 944, die wél een echte Porsche-motor had. Die eerste tweeliter (en later als 944 S 2,5-l tot de 3,0 l van de S2) was ruw gezegd een overlangs doormidden gezaagde helft van de V8 van de Porsche 928.
Het resultaat was een gewéldige sportauto die dankzij de achterin geplaatste versnellingsbak een superieure balans had – en bijgevolg een betere wegligging dan de 911. De 944 kreeg in 1992 een fikse facelift en bleef nog tot 1996 als 968 in productie
Van de 924, 944 en 968 werden er ruim 300.000 verkocht en dat geeft dus alle vertrouwen voor de levensvatbaarheid van weer een échte Porsche met vier cilinders. Daarvan ziet er overigens nog dit jaar eentje het daglicht: de nieuwe Macan wordt ook leverbaar met tweeliters (benzine én diesel) uit de Volkswagenstal.
Schrijf een review