Met vanouds bedoelen we dan niet de generatie die de nieuwe C-klasse vervangt, want dat model was toch een poging om wat sportievere klandizie aan te spreken. De nieuwe C-klasse is beter toegesneden op wat de meeste kopers in deze klasse willen, namelijk comfort. Nou hoeft het een het ander niet altijd uit te sluiten, maar je mag gerust constateren dat veel automerken hun modellen toch wat al te sportief afstemmen als het op de vering aankomt. En dat is misschien niet zo aangenaam in een land waar de verkeersdrempels zich sneller voortplanten dan de bomen.

De nieuwe Mercedes C-klasse markeert misschien een trendbreuk. De sedanversie die we eerder dit jaar aan de tand voelden, vonden we al een lekker comfortabele auto en de nieuwe C Estate trekt die lijn door. De Estate ziet er flink uit, maar is in werkelijkheid maar twee centimeter langer dan de sedan, 4,60 meter. De breedte is identiek en de hoogte is met 1,46 meter een centimeter hoger als we de dakreling niet meegetellen.

Binnen de nog vrij compacte afmetingen heeft Mercedes een ruime en praktische auto weten neer te zetten. De absolute cijfers laten zien dat de C Estate nog enige afstand bewaart tot de E-klasse Combi, maar subjectief is het verschil minder groot. Normaal is er al 485 liter laadvolume, met de achterbank neergeklapt wordt het 1.500 liter. En Mercedes biedt een uitgebreide collectie accessoires aan om die laadruimte heel praktisch te benutten. Stangen en netjes op geleiderails om bagage vast te zetten en onder een dubbele bodem een vouwkrat voor de boodschappen.

Het interieur wijkt weinig af van de C-klasse sedan. Dat betekent dat forse volwassenen op de achterbank nog wel wat te wensen overhouden, maar voorin zit je als een vorst. En je mag tegen een zeer verzorgd en goed ingedeeld dashboard aankijken, waarbij uit de middenconsole de optionele monitor van het navigatiesysteem tevoorschijn komt. De bediening is praktisch, maar de richtingaanwijzer (met het combi-instrument voor de ruitenwisser) zit zo laag dat je soms per ongeluk het stengeltje voor de snelheidsregelaar te pakken hebt.

De C-klasse Estate is er met en zeer ruime keuze aan motoren, waarbij de instapmodellen (C 180 K en C 200 K) viercilinder compressormotoren met respectievelijk 156 en 184 pk hebben. Daarboven zijn de benzinemotoren zescilinders, afgezien van de woeste, 457 pk sterke C63 AMG, waarop we graag nog eens terugkomen. De C 230 (2,5 liter en 204 pk), de C 280 (3,0 liter 231 pk) en de C 350 (3,5 liter 272 pk). Bij de diesels biedt Mercedes keuze uit een 200 CDI met 136 pk, een 220 CDI met 170 pk (beide met 2,1 liter inhoud) en een 320 CDI met 224 pk (3,0 liter inhoud).

We reden uit deze uitgebreide collectie een C 280 en een C 320 CDI, vorstelijke motoren voor deze auto. Je mag de C 280 nog met de hand schakelen (zesbak), maar ons testexemplaar was net als de C 320 CDI uitgerust met een zeventraps automaat. En als je daarmee eventjes onderweg bent, verdwijnt het gevoel om met de hand te willen schakelen als sneeuw voor de zon. De viercilinder motoren kunnen overigens ook met automaat worden geleverd, maar dat is een vijftraps transmissie.

De C Estate rijdt zeer comfortabel dankzij de lange veerwegen van de auto. Maar Mercedes heeft de auto door een zeer effectieve dwarsstabilisatie toch een uitstekend weggedrag kunnen verschaffen. Desgewenst kun je er een stevig potje mee sturen, maar in het dagelijkse verkeer profiteer je vooral van het comfort.

De prijzen van de nieuwe C-klasse Estate beginnen net onder de 40 mille (39.900 euro voor de C 180 K), maar met een leuk aangeklede versie en een sterkere motor gaat dat vlot richting 50 mille.