Met de komst van de DSG-transmissie van Volkswagen is de automaat met dubbele koppeling een synoniem geworden voor sportief automaatrijden. Door gebruik te maken van twee koppelingsplaten, staat de volgende versnelling altijd klaar en zijn schakelcommando’s vrijwel naadloos uit te voeren. Mede daardoor is het meer regel dan uitzondering geworden dat de automaat de handgeschakelde versies het nakijken geeft als het om prestaties aan komt. Daarnaast is zo’n snelle bak ook efficiënter. Dubbele winst dus. Een merk als Alfa kan natuurlijk met haar sportieve DNA niet achterblijven in de dubbele-koppelings-gekte. De Italianen komen daarom met de TCT-transmissie in de MiTo en Giulietta. De automaat kent zes versnellingen en wordt gekoppeld aan de 1.4 liter MultiAir turbomotor met 170 pk, of een tweeliterdiesel met hetzelfde vermogen. De importeur bood de gelegenheid een Guilietta met 1.4 Turbo MultiAir aan de tand te voelen. Kom maar op!
TCT met zes versnellingen
Alfa heeft een heel goede reden om de TCT-transmissie aan de 1.4 liter Turbo MultiAir motor te koppelen; de viercilinder is met 170 pk niet alleen veel krachtiger, maar (op papier) ook veel zuiniger dan de ‘gewone’ 1.4 Turbo die als basismotorisering in het gamma is opgenomen. Die kenmerken passen perfect bij de TCT-transmissie, die met z’n drogeplaatkoppeling snelle schakelingen nastreeft en zelfs nog lagere emissies realiseert dan de gelijkgemotoriseerde handgeschakelde Giulietta. Met het gemiddelde verbruik van 5.2 l/100km en slechts 121 gram CO2 heeft de Italiaan zijn A-label en 20% bijtelling ruimschoots verdiend.
Nu de praktijk. De Giulietta 1.4 Turbo MultiAir TCT voelt vlot aan, niet zozeer snel. De kracht van de MultiAir-motor komt geleidelijk vrij en dat heeft soepele prestaties in de hand. De TCT-transmissie schakelt gladjes en geeft niet het idee ingesteld te zijn op zuinigheid. Net als in andere Guilietta’s kun je met de DNA-selector het rijkarakter aanpassen. In de TCT-uitvoeringen is hiermee ook het schakelgedrag beïnvloedbaar. Waar de Giulietta in de N(ormal)-stand bij volgas niet tot het gaatje gaat, doet hij dat in de D(ynamic)-modus wel. Er wordt dan eerder en verder teruggeschakeld om het volledige vermogen van de motor aan te spreken. Reken er dus op dat je in de D-stand zeker sneller bent dan in de normale rijstand. Ook is gasrespons voelbaar giftiger en geeft de MultiAir-motor bij vollast een overboost. Het centraal geplaatste scherm bovenop het dashboard biedt in het dynamische rijprogramma informatie over de turbodruk en de belasting van de motor in procenten. Direct bij het inschakelen van de Dynamic, Normal of All Weather mode zie je trouwens ook dat het ESP de teugels iets laat vieren en het elektronische sperdifferentieel Q2 actief wordt. In combinatie met de extra kracht van de motor wordt zo het maximale uit de aandrijving gehaald en kunnen we een glimlach niet onderdrukken. De stuurbekrachtiging gaat eveneens in de sportstand en wordt dus zwaarder. Aan de communicatie van de besturing verandert niets; daar zou Alfa nog verbetering in kunnen aanbrengen. Een auto die pure sportiviteit uitstraalt mag iets scherper op de snede sturen. De remmen grijpen juist weer erg abrupt aan, dat zien we liever iets subtieler – ook al is dat een kwestie van gewenning.
Tikje naar voren en terug
Zoals het een sportieve automaat betaamt biedt Alfa ook de mogelijkheid de regie zelf in handen te nemen. Je kunt daarom manueel schakelen met flippers aan het stuur, of op en terug schakelen met de pook. De techneuten hebben in dat laatste geval een knipoog naar de racerij gegeven, door bij een tikje naar voren (van je af) juist terug te schakelen en vice versa. In de meeste gevallen is dit namelijk precies andersom. Schakelcommando’s worden in de manuele modus niet sneller of ruwer uitgevoerd; de TCT-transmissie blijft altijd geraffineerd, in een redelijk vlot tempo. Alfa’s kindje zet op dit vlak geen nieuwe maatstaven, maar dat doet weinig af aan het rijplezier.
Als één van de weinig autofabrikanten is er ook interactie tussen de automaat en het start/stop-systeem. De efficiënte innovatie zet de motor direct uit bij stilstand en geeft de startmotor een seintje zodra de rem wordt losgelaten. Die starter is van een conventioneel type, waardoor een herstart toch even een tel in beslag neemt. Omdat daarna de koppeling van de TCT-bak nog moet aangrijpen, neemt de procedure tot wegrijden iets langer in beslag dan bij een handgeschakelde versie het geval is. Heb je geen geduld, dan kun je het systeem met de tuimelschakelaar op de fraaie middenconsole uitschakelen.
Alfa levert de Giulietta 1.4 Turbo MultiAir TCT vanaf 28.850 euro en dat betekent een extra investering van 1900 euro. De Giulietta 2.0 JTDm 170 pk kan ook aan de bak met TCT en kost 32.850 euro, maar let wel, deze komt (net) niet in aanmerking voor 20% bijtelling.
Schrijf een review