Toyota is een van de weinige merken die er alles aan doet om de met de EU afgesproken CO2-doelstellingen te halen. De afgelopen jaren zijn zelfs verschillende modellen uit het omvangrijke gamma gehaald, zoals de Previa en de Avensis Verso, en helaas hebben ook sportieve modellen als de Celica en de MR2 het loodje gelegd. Op een nieuwe sportcoupé moeten we even wachten, want Toyota is van plan die van hybridetechniek te voorzien, waarvan een voorzetje is getoond op de jongste autoshow van Detroit. Maar reken er niet op voor 2010.

Tot die tijd moeten we het doen met bescheiden opgepepte versies van de huidige seriemodellen. Tot die conclusie komen we na de presentatie van de Yaris TS, het meest sportieve topmodel uit de reeks. Die auto is nadrukkelijk niet neergezet als een GTI-achtig sprintertje dat de handschoen van de Peugeot 207 1.6 Turbo of de Fiesta ST – beiden 150 pk sterk – op wil nemen. En over de Clio RS met 200 pk hebben we het helemaal niet. Nee, de Yaris TS is vooral het luxueuzere en ook wel wat snellere topmodel van de reeks.

Daarvoor is het compacte model uitgerust met een nieuw ontwikkelde 1,8 liter viercilinder benzinemotor met variabele nokkenasverstelling aan zowel de inlaat- als de uitlaatzijde. Dat maakt het mogelijk om de motor in een breder gebied efficiënt te laten werken, waardoor hij zowel veel trekkracht heeft als een behoorlijk topvermogen. Met dat laatste valt het trouwens wel mee, want met 132 pk behoor je in deze klasse zeker niet tot de toppers.

Daarentegen belooft Toyota wel veel motorsouplesse en zuinigheid, maar dat laatste hebben we tijdens onze eerste testritten niet kunnen meten. We waren vooral benieuwd naar de sportieve trekjes van de Yaris TS, want tenslotte zijn er ook genoeg Toyota-rijders die wel eens wat vlotter willen rijden. Aan die wens komt de Yaris maar ten dele tegemoet. De prestaties van de auto zijn zeker niet slecht te noemen met een topsnelheid van 194 km/h en een sprint van 0 naar 100 km/h in 9,3 seconden. Maar daarvoor moet je het motortje wel flink aan het werk zetten.

De Yaris TS heeft ook geen overdreven sportief afgestemd onderstel. Het is wat stugger dan normaal, maar verre van hard. In de dagelijkse praktijk heb je daar wel meer aan dan zo’n plankharde vering. Maar om een bergweggetje eens lekker vlot te nemen is de Yaris TS misschien niet het beste gereedschap. Ook omdat de elektronische waakhond (ESP) nauwelijks toelaat dat er een wiel een beetje doorslipt. Luid piepend grijpt de elektronica dan in, tot grote ergernis van de bestuurder met sportieve aspiraties. Die wil een knopje om het geheel of minstens gedeeltelijk uit te schakelen.

Een tandje terug met je sportieve rijgedrag is nu de enige oplossing en dan is de Yaris TS wel doodgewoon een lekker sturend autootje met een mooi complete uitrusting en een heel scherpe prijs: 19.500 euro. Dat pakket spreekt volgens de Nederlandse importeur meer automobilisten aan dan een echt sportieve versie, want men denkt er per jaar zo’n 900 van te verkopen. En dat is weer flink meer dan de sportieve concurrenten.