Hagelnieuw? Nou ja, dat is misschien wat ver gezocht, optisch gaat het -zoals gebruikelijk bij een 911- om een facelift, maar motorisch gezien gaat de opfrisbeurt toch echt wel wat verder dan een gewijzigd motormanagement met een ander chippie. De krachtcentrale is helemaal nieuw ontwikkeld, al dient de boxermotor uit de Carrera S (3,8 liter groot en directe brandstofinspuiting) als basis. Beide turbo’s met variabele geometrie zijn wel overgenomen van zijn voorganger. Het blijft verbazingwekkend hoe Porsche de krachtcentrale in het motorruim heeft weten te vouwen. Open je de motorkap (achterklep) dan zie je dat de fabrikant werkelijk alle beschikbare ruimte heeft benut; het past allemaal maar net. Een knap staaltje origami!
Lijkbleek
De machine achter de achteras genereert 500 pk en een koppel van 650 Nm, reeds beschikbaar vanaf 1.950 omwentelingen. Waardes waar menig hart sneller van gaat kloppen! Maar het wordt nog veel mooier. Kies je namelijk voor het optionele ‘Sport Chrono’-pakket, dan heb je, middels een overboost functie, kortstondig de beschikking over liefst 700 Nm. Hoe vertaalt zich dat in de praktijk? In een fenomenale acceleratie, zeker in combinatie met de zeventraps dubbelkoppeling PDK-transmissie met schakelpaddles achter het stuur. Nul naar 100 km/u gaat dan in 3,6 seconden, tegen 3,7 seconden met de handbak. Het kan echter nóg sneller en wel in 3,4 tellen. Daarvoor dien je de modus ‘launch control’ te activeren. En dat gaat heel simpel. Met een druk op de knop zet je de onderstelafstemming en de software van de PDK-versnellingsbak op scherp, vervolgens trap je met je linkervoet het rempedaal in en duw je met de rechtervoet het gaspedaal tot het schutbord. De elektronica brengt de boxermotor naar zo’n 5.000 toeren. Daarna is het zaak om binnen enkele seconden het gaspedaal te lossen, dit om verbranden van de koppelingsplaten tegen te gaan. En dan? Ja, dan word je echt letterlijk afgeschoten. Wat een sensationele acceleratie! Een passagiersvliegtuig is er niets bij. Nee, deze sensatie komt waarschijnlijk meer in de buurt van een F16 die het luchtruim kiest. Echt ongelooflijk. Keer op keer weer. Ook het geluid uit beide ovaalvormige eindpijpen is fenomenaal. Menig medepassagier, die volgens eigen zeggen ‘wel wat gewend was’, trok lijkbleek weg tijdens de lancering. Na eenmaal terug op aarde te zijn gekeerd, rijst de vraag: wat is het uithoudingsvermogen van deze lanceerinstallatie? Volgens Porsche kun je het systeem onbeperkt gebruiken. Maar, eerlijk is eerlijk, de transmissie voortdurend met launch control belasten, eist op den duur toch zijn tol. ‘Onze’ Turbo, die ongetwijfeld dagelijks en ook nog eens meerdere malen per dag wordt afgeschoten, vertoonde een vreemd geluid bij overschakelen van één naar twee.
Zes oliepompen
Bochten pakken vormt net zo’n sensatie als accelereren met de Turbo. Het is goed te merken dat Porsche wel degelijk aandacht heeft besteed aan een optimale gewichtsverdeling. Het verschil met bijvoorbeeld een Carrera Cabrio, die we vorig jaar reden, en deze nieuwe Turbo is aanzienlijk. De neus van de dubbel geblazen versie is niet zo ‘opvliegerig’ en dat geeft direct meer vertrouwen in de bocht. Overigens kun je als een dolle stier door een bocht vliegen, Porsche maakt namelijk gebruik van een dry sump smeersysteem met zes (!) oliepompen om de smering te allen tijde op peil te houden. Dankzij de standaard vierwielaandrijving, het optionele Porsche Torque Vectoring (remt het binnenste achterwiel af om bochten beter aan te kunnen snijden) en een mechanisch sper op de achteras, heb je grip te over met de Turbo. En wie niet vies is van een dansende kont, zet gewoon het stabiliteitssysteem op ‘Sport Plus’ en kan zijn lol op. Het elektronisch vangnet volledig uitschakelen kan wel, maar is absoluut niet nodig om even lekker los te gaan. Het nieuwe stuurwiel verdient daarbij ook een pluim. Zeker in combinatie met de PDK-transmissie, waarbij de schakelpaddles eindelijk achter het stuur zijn geplaatst: de rechter lepel dient voor opschakelen en de linker flipper voor terugschakelen. Toch nog een klein aandachtspunt: geef je de 911 Turbo de sporen, dan is het gemiddeld brandstofverbruik van 1 op 8,6 volgens de fabriek een utopie en kom je eerder in de buurt van de 1 op 5.
Motorisch gezien maakt de Turbo ten opzichte van zijn voorganger sprongen vooruit. Hoe anders is dat bij het exterieur. Het zijn slechts kleine details die het verschil maken, zoals led-techniek voor de verlichting en een ander design voor de wielen. Porsche 911 Turbo-rijden kan zowel in de coupé als in de cabrio. De coupé is er vanaf 197.039 euro met handbak (meerprijs PDK: 4142 euro) en dakloos genieten van de dubbel geblazen 3.8 kan vanaf 211.957 euro.
Binnenkort een
video
van dit Duitse snelheidsmonster!
Schrijf een review